Uitgave Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland.
Registratienummer van de Vereeniging: 323317.
Verantwoordelijk voor den inhoud: Joh. A. Joustra.
JULI 1944 No. 2
46e Jaargang
MAANDBLAD VOOR BIJENTEELT
Uitgave van de Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland onder Hoofdredactie van Joh. A. Joustra.
Adres Redactie J. v.d. Heijdenstraat 35, Amersfoort
Maandpraatje.
Hadden wij gehoopt, dat het Juninummer omstreeks eind Mei begin juni in het bezit der leden zou zijn geweest, we hebben buiten den waard en in dit geval buiten de bijzondere omstandigheden gerekend, zoodat het de tweede helft van Juni moest worden, alvorens wij met de verzending een aanvang konden maken, en we kunnen er wel rekening mede houden, dat wij ook in het vervolg niet punctueel op den vastgestelden datum de volgende nummers zullen kunnen verzenden, al zal al het mogelijke gedaan worden om in de eerste week der maand het blad in het bezit der leden te doen zijn.
Tal van leden toonden hun erkentelijkheid en gaven hun vreugde te kennen, dat er nu weer maandelijks een blad zal verschijnen. Trouwens, de vele aansporingen, welke ons voor dien bereikten, hadden ons ten overvloede overtuigd, dat zulk een blad onmogelijk gemist kan worden.
We zullen trachten het maandblad in het brandpunt van de belangstelling te zetten, en hopen, dat het weer als voorheen een huisvriend zal worden, naar wiens komst men reikhalzend uitziet.
Ondanks een groote accuratesse kan het voorkomen, dat men een blad niet ontvangt. Ook in het verleden was dit het geval. Men zal goed doen, direct te reclameeren en niet te wachten totdat er eens een Afdeelingsvergadering wordt gehouden. Bij directe reclame kunnen wij hoogstwaarschijnlijk onmiddellijk een exemplaar zenden. Wacht men te lang, dan is de voorraad vermoedelijk uitgeput, want men zal begrijpen, dat wij maar niet ongelimiteerd bladen kunnen laten drukken, zoodat er voldoende overblijven om later nog exemplaren te kunnen verzenden.
Het is echter dringend noodig, dat men behalve zijn juist adres, ook den naam van zijn Afdeeling bij zijn klacht vermeldt. Men bespaart ons daardoor veel tijd, welke we beter kunnen besteden.
Mochten er leden zijn, die meer dan één exemplaar ontvangen, dan verzoeken wij hen het overtollige exemplaar te willen terugzenden met de mededeeling: "dubbel exemplaar". Zou men dit niet op het strookje vermelden, dan weten wij niet, wat die terugzending beteekent, en bestaat de kans, dat men daardoor in het vervolg in het geheel geen blad meer ontvangt.
Wij hebben in het vorig nummer reeds gevraagd, ons met foutieve adressen in kennis te stellen. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat zij, die dit deden, ook dit nummer nog onder het onvolledige of foutieve adres (naam, enz.) zullen ontvangen. Men moet daaruit niet de conclusie trekken, dat we van de reclame geen nota hebben genomen, doch dat dit is toe te schrijven aan de verlate zending, welke ons te weinig tijd bood om alle adressen te doen veranderen. In ieder geval komt dit bij een volgend nummer in orde.
Tot onzen spijt kunnen wij nog niets mededeelen over een eventueele verplichte honinglevering, en ook niet over de najaarssuiker- levering. Wat deze laatste betreft kunnen wij wel zeggen, dat er gegronde verwachting bestaat, dat de Afdeelingen, gelegen in Noorden Zuidholland en Zeeland voorkeur zullen hebben bij de suikerlevering, mits zij natuurlijk op tijd zijn met hun suikerbestelling. Per dag zullen zij dan voorgaan bij bestellingen uit andere provincies. Wij meenen hier aan een lang gekoesterden en billijken wensch tegemoet
te zijn gekomen.
We wachten echter nog steeds op een beteren honingprijs. Ook deze is noodzakelijk, en er zijn de noodige stappen reeds lang voor gedaan. De beslissing laat echter nog steeds op zich wachten. Misschien is zij vóór de najaarsoogst reeds in ons bezit en zullen wij haar in dit blad bekend maken.
Ook het kunstraat-probleem is nog onopgelost. Dat wij ook hierin niet stilzitten, behoeft niet betwijfeld te worden, doch het jaar vordert snel en als er niet spoedig een beslissing komt, dan is het voor dit jaar weer mis.
De vooruitzichten t.a.v. de bijenteelt voor dit jaar zijn nog niet te profeteeren. Tot nu toe ging het niet al te best, misschien enkele streken uitgezonderd. De heide heeft op tijd en voldoende regen gehad, zoodat zij dus goed kan worden. Over het algemeen is de temperatuur te laag geweest voor het benutten van zomerdrachtbronnen; de acacia is onopgemerkt uitgebloeid en menigeen bemerkte haar bloei pas, toen de grond bezaaid was met witte bloemblaadjes. Alleen de 'vuilboom (kraaibes) werd nogal druk bevlogen, zelfs bij het koude noord-westen windje. Of de bijen er nog op gehaald hebben, is de vraag, doch in beschutte omgeving niet onmogelijk. En de Linde is blijkbaar laat dit jaar. Komen er nog goede dagen tijdens den bloei, dan kan zij nog volop nectar geven. Voor de witte klaver moet het heet, droog weer zijn; wellicht komt zij er dit jaar volop en ... een hittegolfje kan dan wonderen doen.,
Maar bij dat alles, of beter, vóór dat alles, moeten de imkers er voor dienen te zorgen, dat hun volken op het juiste moment sterk zijn aan vliegbijen en reservekracht. Volken op eenzelfde drachtbron vliegende, kunnen heel sterk in opbrengst verschillen en het zou niet de eerste keer zijn, dat b.v. een paar op hetzelfde stuk heide staande bijenstallen, enorme verschillen in opbrengst te zien gaven. Men werpt de verantwoordelijkheid daarvan liever op de onschuldige bijen dan op, den schuldigen eigenaar, welke laatste door tijdig en verstandig ingrijpen, hetzelfde resultaat had kunnen bereiken als zijn buurman-imker.
Mede in verband met tal van aanvragen om koninginnen (welke ik niet lever) is het hier goed eens te zeggen, dat wij in ons land geen behoefte hebben aan betere bijen, doch wel aan betere imkers. Dat wij hier geen blaam willen werpen op den Nederlandschen imker spreekt wel vanzelf, maar er schuilen onder ons wel tal van imkers, die dien eerenaam niet verdienen.
Mogen ook zij tot het besef komen, dat door voldoende zorg aan hun bijen te besteden, zij meer profijt van hun bijen kunnen trekken, dan zij tot nog toe deden.
met imkergroet,