MAANDPRAATJE DECEMBER.
Het Augustusnummer van ons Maadschrift is wel zeer vertraagd in handen van onze leden gekomen. Men kan daaruit de gevolgtrekking maken, dat er veel moeilijkheden te overwinnen waren. Drukproef en correctie waren reeds in het begin van Juli gereed en daarom zijn enkele dingen in dat nummer vermeld reeds verouderd. Enfin, we kunnen elkaar weer rechtstreeks bereiken en dat is al een grote vooruitgang. Het deed ons genoegen, tal van bewijzen van instemming te ontvangen.
We moeten echter beginnen met onze verontschuldiging aan te bieden, dat niet elk nummer op het juiste adres is aangekomen. De adressen waren ook reeds in Juli gereed en na die tijd zijn er veranderingen gekomen. Dan waren er tal van leden welke bij ons onder een andere naam (een onderduiknaam) geboekt stonden en ook dat gaf enige moeilijkheid in de bestelling.
Nu, in de laatste maand van het jaar is er weinig op de bijenstand te doen. Men gunne de bijen een zo volkomen mogelijke rust. Hoe rustiger zij kunnen overwinteren, des te beter is het. Goed ingewinterde volken kunnen het wel een maand of drie zonder uitvliegen redden en men bedwinge zijn nieuwsgierigheid. Dus niet eens kijken of 'ze' nog wel leven en in geen geval trachte men nu een tekort aan voedsel alsnog in te voeren.
Vele afdelingen hebben hun najaarssuiker ontvangen toen het voor voederen reeds te laat was. Op een mooie zonnige dag is de verleiding groot, om te proberen de schade in te halen. Men doe dit nooit!! Als men meent, dat het volk het op de voorraad welke men het gelaten heeft, geen drie maanden uithouden, dan zou men hoogstens op een zonnige of milde dag een borstplaat onder het dekkleedje kunnen leggen; de borstplaat tevoren even in lauw water onderdompelen, maar dat is ook alles wat men mag doen. Korven kan men helemaal niet meer helpen. Nogmaals, men late de volken met rust.
Er kwamen tal van vragen bij ons binnen over de suikerlevering gedurende dit najaar. Waarom levert Wageningen geen suiker, waarom moet alles uit Boxtel komen, wat heeft feitelijk het Bedrijfschap voor Pluimvee en Eieren met de bijenteelt te maken en meer van die vragen werden telefonisch, schriftelijk en zelfs telegrafisch gedaan.
Wij kunnen er alleen op antwoorden, dat het Bedrijfschap voor Pluimee en Eieren een crisisinstelling is, waarbij de bijenteelt is ondergebracht. Men had haar evengoed bij Vee en Vlees enz. kunnen onderbrengen. "Alle bedrijven moesten in Bedrijfschappen worden ondergebracht en zo is de bijenteelt bij De Bilt terecht gekomen. Dat Bedrijfschap heeft bepaald, dat de suiker dit keer in Boxtel moest worden gedenatureerd en van daaruit naar de diverse adressen worden gezonden. Er is een onderzoek gaande naar de oorzaak van de vertraagde levering. Zodra de situatie duidelijker geworden is, zullen wij onze lezers nader inlichten. Bij afzonderlijk schrijven aan onze afdelingen zullen wij trachten de schade te benaderen welke door die vertraagde levering is geleden. Thans reeds verzoeken wij onze afdelingen op hun vergaderingen te willen opnemen:
1. Hoeveel bijenvolken elk lid van plan was op te zetten.
2. Hoeveel volken er zijn ingewinterd -- en in Maart 1946 -- hoeveel volken er zijn uitgewinterd.
3. Indien er minder volken uitgewinterd, dan ingewinterd zijn, wat daarvan de oorzaak is (ziekte, gebrek aan voedsel e.d.).
4. Hoeveel van die uitgewinterde volken zijn er goed, matig of slecht.
5. Zijn de uitgewinterde volken in het algemeen beier of slechter, dan in andere jaren (1943 en 1944 niet meegerekend).
6. Waren de leden van Uw afdeling van plan naakte volken op te zetten en zo ja, hoeveel, en zo neen, waarom niet.
7. Hoe was de toestand van die naakte volken bij de uitwintering ?
8. Indien er van de uitgewinterde volken beoordeeld zijn met slecht, hoeveel zullen daarvan nog in leven blijven.
9. Indien er door te late suikerlevering, bijenvolken zijn
omgekomen, op hoeveel wordt deze schade geschat.
Het is noodzakelijk, dat wij een nauwkeurig overzicht krijgen en daarom moet elk lid daaráan deelnemen, ook zij, die niet ter vergadering kamen. Zij kunnen het best dit den Secretaris der Afdeling schriftelijk mededelen, doch niet eerder dan eind Maart of begin April, wanneer men gelegenheid gehad heeft de volken te inspecteren.
Zoals reeds is gezegd, zullen de afdelingen daarover van ons nog nadere instructies ontvangen.
Wil men ons dan ook eens berichten, hoe de voedering met de met Octosan gedenatureerde suiker is bevallen Werd de suiker goed opgenomen en behoorlijk verwerkt?
Er kwamen ook tal van vragen binnen omtrent de organisatie. Hebben we nog veel leden?, hoe staat het met de financiën?, enz. enz., allemaal tekenen, dat men weer belangstelling gaat krijgen voor het Verenigingsleven, een belangstelling welke we zeer waarderen.
Zoals gebruikelijk, zullen we, als de balans is opgemaakt, verslag doen van de financiële toestand welke — we kunnen het nu reeds zeggen -- uitstekend is. Het ledental nadert de 23.000, dat is dus 8000 meer dan in het begin van de oorlog. Ook het aantal afdelingen is uitgebreid. Er is weer veel animo voor het onderwijs in de bijenteelt en van vele afdelingen ontvingen we berichten waaruit een grote activiteit spreekt.
Ook zijn er wensen omtrent het Maandschrift. Men heeft echter wel gezien, dat we zeer sober moeten beginnen. Aan ons zal het niet liggen, als er niet binnen afzienbare tijd een Maandschrift komt, dat minstens evengoed is als dat hetgeen voor de oorlog in handen van de leden kwart. Zoals met zoveel, zullen we echter ook hier nog wat geduld moeten hebben.
In de maand Januari zullen alle Afdelingsbesturen — voorzover dit niet reeds is gebeurd — hun mandaat ter beschikking van de leden stellen. Men kan dan een nieuw bestuur kiezen indien men dit nodig oordeelt en aan dat nieuwe bestuur komt de taak om hun leden te zuiveren. Als dit is gebeurd, kunnen er candidaten voor het Hoofdbestuur worden gesteld, want de leden van het Hoofdbestuur stellen ook hun mandaat ter beschikking van de afdelingen. De Voorzitter, die in een algemene vergadering gekozen moet worden, zal zolang zijn functie blijven waarnemen totdat de afgevaardigden op de Algemene Vergadering een uitspraak kunnen doen. Deze Algemene Vergadering zal zo spoedig mogelijk in 1946 worden gehouden. Het nieuwe Hoofdbestuur zal zijn oordeel over de ambtenaren en het personeel van Afdeling Handel uitspreken.
Men heeft ons gevraagd, welke maatstaf aangelegd moest worden voor de zuivering, waaruit blijkt, dat het niet zo heel gemakkelijk is. Echter heeft het Hoofdbestuur gemeend, de beoordelingen aan de gezuiverde afdelingsbesturen te kunnen overlaten. Zij zullen wel weten welke leden wel en welke niet meer in de Vereniging thuisbehoren. De zuivering van leden moet vóór 21 Januari 1946 zijn afgelopen. Daarna beginnen we dus weer met een schone lei. Uitgezuiverde leden hebben echter beroep op het Hoofdbestuur. Dit verwacht, dat de zuivering naar eer en geweten zal geschieden.
Het is nu wintermaand en de avonden zijn lang. Er is
dus tijd om te lezen. Met de verlichting is het ook vrijwel in orde, terwijl er in onze Bibliotheek te Wageningen honderden boeken en tijdschriften op uitlening liggen te wachten. Er wordt geen leesgeld gevraagd en men krijgt de boeken franco toegezonden. Wat belet ons om direct een briefkaartje te schrijven naar de Bibliotheek Landbouwhogeschool, Wageningen? Niets! De boeken liggen er om uitgeleend te worden; zij behoren feitelijk niet in de kasten te verblijven. Is er een mooiere gelegenheid om eens wat meer kennis op te doen? Of weet ge al genoeg van het imkeren af ? Hebt ge geen onderricht meer nodig? Dan wensen wij U van harte geluk, want wij zijn zover nog niet. En dan, Imkers bezoekt toch de vergaderingen welke uw afdeling uitschrijft. Ge kunt de besturen kracht geven om verder te gaan, door zo trouw mogelijk ter vergadering te komen. Wat een werk en ook kosten worden er niet gemaakt om voor U bezig te zijn. Toont dit in uwe waardering en wees aanwezig.
De hoop uitsprekende, dat uw bijen een goede overwintering zullen hebben en dat ge zelf met meer kennis het volgend jaar uw bijtjes zult kunnen behandelen, eindigen we hier ons praatje van de maand.
Imkersgroet,
JOUSTRA.