De tekeningen van Alida Withoos Alida Withoos is, evenals haar broer Pieter, bekend om de tekeningen van bloemen, fruit en vlinders die ze in grote aantallen heeft gemaakt. Pieter Withoos tekende vooral vlinders en andere insecten en vogels. Minder bekend is de collectie van 263 botanische tekeningen op perkament van broer Johannes Withoos.[10] Van Alida Withoos zijn er 59 tekeningen geïnventariseerd. Van 38 daarvan is de huidige vindplaats bekend. Natuurhistorische afbeeldingen werden meestal op een verder leeg blad met waterverf en dekverf of gouache getekend. Soms werd er ook een bodem of schaduw bijgetekend. Bij tekeningen van bloemen werden nogal eens vlinders en andere insecten bijgetekend. Soms was de tekenaar botanisch wat slordig en werd een losse tak in de bodem geplaatst alsof het een volledige plant betrof. Andere tekeningen geven alleen een losse afbeelding of enkele soorten verspreid over het blad. De term 'tekeningen' is daarbij een beetje misleidend.[11] Ze zijn met het penseel gemaakt en niet met potlood, pen of krijt. Vanwege het type afbeelding en het materiaal van de drager, papier of perkament, spreken we echter toch van tekening. Bij tekeningen in waterverf, tegenwoordig ook wel aquarel geheten, kunnen we door de verf heen de structuur van het papier nog iets zien. Vroeger werden de verfpigmenten met heel weinig water aangelengd. Bij een dergelijke tekening is de verf niet transparant maar dekkend. We noemen dat een gouache of een tekening in dekverf. Vooral op perkament werd gouache toegepast, op papier ook vaak een combinatie van beide. Bij een aantal tekeningen van Alida Withoos zijn sporen van zwart krijt onder de verf zichtbaar. Dat betekent dat ze eerst een schets maakte. Bij een paar tekeningen gebruikte ze ook pen en inkt om de contouren duidelijk aan te zetten. Een aantal van haar tekeningen en van haar broer Pieter Withoos (1654-1692) zijn rechtsonder genummerd met pen, waarbij het getal vooraf gegaan wordt door een haakje: ( . De tekeningen zijn nu over verschillende verzamelingen verspreid. Oorspronkelijk hebben ze waarschijnlijk tot een collectie behoord. De gevonden nummers zijn: 1, 3, 14, 18 en 21 voor botanische tekeningen door Alida en de nummers 31 en 41 voor tekeningen van insecten e.d. door Pieter Withoos. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat in die collectie zich tenminste 21 tekeningen van Alida bevonden en tenminste 11 van haar broer Pieter. Welke collectie dat is geweest, is niet meer te achterhalen. Van de kunstenaars waarmee Alida Withoos later zou samenwerken is bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (Den Haag) in de tekeningenmappen geen andere kunstenaar gevonden met tekeningen die op een dergelijke wijze zijn genummerd. Voor zover bekend signeerde Alida Withoos bijna altijd haar tekeningen voluit. Jammer genoeg zijn er maar een paar gedateerd of te dateren. Een van de zes gedocumenteerde tekeningen die Alida Withoos voor Agnes Block op Vijverhof maakte, was gedateerd 1687. In Johannesburg zijn drie tekeningen waarvan er twee dateren uit juli 1686. Deze tekeningen zijn vermoedelijk gemaakt naar planten uit de Hortus Medicus. Toch lijkt de connectie via Agnes Block naar de Amsterdamse Hortus meer voor de hand te liggen. In 1670 kocht Agnes Block de buitenplaats Vijverhof aan de Vecht. Eerder echter kwam ze regelmatig in de buurt van Hoorn, op een buitenplaats in de Purmer. Mogelijk kwam zij daar in contact met de kleine groep Hoornse schilders en tekenaars die zich gespecialiseerd hadden in het afbeelden van natuurhistorische onderwerpen met name bloemen, vlinders en vogels. Ook Alida Withoos maakte deel uit van die groep. Vervolgens werd ze in 1694 betaald door de Commissie van Toezigt van de Hortus Medicus voor haar aandeel van dertien tekeningen in de Amsterdamse Moninckx-atlas. Waar en wanneer zij de planten tekende die zijn afgebeeld op de bladen uit het Konst-boeck van Simon Schijnvoet is niet bekend. Wel is duidelijk dat deze tekeningen een veel decoratiever karakter hebben dan de puur botanische tekeningen voor de Amsterdanse Hortus. [10] L. Tongiorgi Tomasi, An Oak Spring flora : flower illustration from the fifteenth century to the present time : a selection of the rare books, manuscripts and works of art in the collection of Rachel Lambert Mellon (Upperville, 1997) p. 87-89 [11] A.M. Zaal, Herman Hengstenburgh (1667-1726) Hoorns schilder en pasteibakker (Hoorn, 1991), p. 9
|
|