IRISH PEACH.

Afbeelding 92a, 92b, 92c.

Rassenlijst.

Oorspronkelijke plaat.

 

 

rish Peach (Catalogue of the Fruits, N°. 527; hogg, the Fruit Manual, 3d ed., pag. 25).

Early Crofton (RONALDS) (j. a. downing, the Fruits, pag. 215).

 

 

 

afkomst: volgens den naam hoogst waarschijnlijk een Iersche zaailing; wij ontvingen hem uit Engeland van den heer RIVERS.

 

vorm: voor zoo ver wij gezien hebben standvastig, regelmatig.

grootte: van de derde.

kelk: gesloten, vrij groot, met breede, groene blaadjes, op eene kleine verhevenheid in eene breede, zeer ondiepe holte, omgeven van kleine vleeschknobbeltjes, golvende plooitjes en kleine ribjes, waartusschen zich eenig wollig, dof grijs roest bevindt; zeer kenmerkend.

steel : 0.025—0 03, dik, vleezig, grauwgroen met bruin, in eene ondiepe, vrij wijde, met dun, straalvormig roest bekleede holte.

huid: glad, dun, dof geelachtig wit, met eenig groen gemengd, aan de zonzijde met fraai lichtroode vlammen en streepjes, aan de schaduwzijde met eene menigte bruingrauwe, dikwijls stervormige, ongelijke en onregelmatig verspreide stippen, aan den boom met een dun, wit waas bedekt.

vleesch; wit met lichtgele aders, zacht, zeer saprijk, van een zeer aangenamen geur, die evenwel weinig perzikachtigs heeft, zooals men uit den naam zou vermoeden; voortreffelijk.

klokhuis: tamelijk groot, met middelmatige cellen en kleine, donkerbruine pitten.

gebruik: de geheele maand Augustus; — als een der vroegste zomerappels van den eersten rang voor het dessert.

De boom groeit gematigd en is zeer vruchtbaar. De twijgen zijn vrij lang, slank, bruin met olijfkleurig, met ronde, grauwe stippen; de knoppen een weinig afstaande; de scheuten grauwbruin met groen, wollig; de bladstelen 0.03—0.035; de bladeren langwerpig ovaal, met eene kleine, stompe punt, stomp getand, dofgrauw, van onderen wollig. Aan te bevelen als pyramide, leiboom en dwerg.