VlARD.
Rassenlijst: Peren Kersen Pruimen Abrikozen Perziken.
FKOMST: eene nieuwe variëteit, uit Engeland ingevoerd, gewonnen uit de Abrikoos de Nancy. Zij schijnt nog weinig bekend te zijn, en wordt alleen bij HOGG (the Fruit Manual) kort beschreven. DOWNING (the Fruits etc.) zegt haar nog niet te kennen.
VORM: bijna rond, aan de eene zijde iets hooger dan aan de andere, met eene zeer diepe naad.
GROOTTE: van de eerste, somtijds nog grooter dan de Ananas.
HUID: dun, aan de schaduwzijde dof bleekgeel, aan de zonzijde eenigzins blozend, bij sterk aan de zon blootgestelde vruchten iets sterker gekleurd dan de afgebeelde vrucht, min of meer wasachtig, waardoor zij een der schoonste vruchten is.
VLEESCH: licht oranjeachtig geel, zeer saprijk, geurig, aangenaam.
STEEN: vrij groot, ruw, geribd, goed loslatend.
GEBRUIK: half Augustus; - van den eersten rang voor het dessert.
BOOM: Deze soort heeft in de vegetatie dezelfde eigenschappen als hare stamsoort, de Abrikoos de Nancy en groeit onregelmatig, evenwel iets beter dan de Moorpark en de Amandel. De twijgen zijn donkerbruin, aan de schaduwzijde olijfkleurig; de knoppen dicht bijeen geplaatst, dik, breed, op breede dragers; de bladeren groot, breed, hartvormig, vrij diep en regelmatig getand, eenigzins gelijkende op die der Moorpark; de bladstelen 0.038 lang, bezet met kleine, zwarte kliertjes, die somtijds tot op de helft van het blad voorkomen.
Wij bevelen deze soort alleen aan als leiboom en voor de potcultuur.