SOUVENIR DE JAVA.

Afbeelding  4a,   4b,   4c en d.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

ouvenir de Java (DECAISNE, Jardin Fruitier, livr. 79, pag. 45, met eene blijkbaar onvolkomen of onrijp afgebeelde vrucht).

 

 

AFKOMST: vermoedelijk een Belgische zaailing; wij ontvingen den eersten boom van den heer PAPELEU te Wetteren bij Gent; DECAISNE ontving ze door BIVORT ook uit België.

VORM: regelmatig hoogrond, dikwijls hooger dan de afgebeelde vrucht, met een matig diepen naad, waardoor zij dikwijls een weinig, scheef gedeeld wordt, en met een kleine, spitse punt.

GROOTTE: middelmatig, dikwijls nog iets grooter dan de afgebeelde, slechts dan klein, wanneer de zich meestal zeer goed zettende vruchten niet behoorlijk gedund worden.

HUID: wollig, groenachtig bleekgeel, aan de zonzijde hoogrood, dikwijls bruingevlekt, een der donkerst gekleurde perziken, die wij kennen.

VLEESCH: zeer saprijk, volkomen smeltend, wijnachtig, verfrisschend, geelachtig met groenwitte aders (bij DECAISNE bijna groen afgebeeld), hoogrood om den steen.

STEEN: volkomen loslatend, middelmatig, niet dik, stomp aan de punt, met eenigzins bittere pit.

GEBRUIK: einde van Augustus tot 15 September; - van den eersten rang.

De BOOM groeit gematigd, wordt tamelijk groot en als leiboom fraai gevormd; de twijgen zijn van gemiddelde lengte, glanzig groen met bruinachtig rozerood gemengd; de bladeren groot, zeer dikwijls langwerpig ovaal, een weinig gegolfd, fijn getand, spits; de bladstelen gegroefd, van 5-7 niervormige klieren voorzien; de bloemen klein, ijl, helder rozerood; de bloembladeren klein, overeind staande.

Als leiboom, op zeer gunstigen stand ook vrij te planten; weinig onderhevig aan de gewone ziekten der perzikboomen.