|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Herkomst onbekend, zeer oude appel.
Vrucht: Matige grootte, hooger dan breed.
Kleur: Dof rood, bij rijpheid helderrood, vrijwel geheel gekleurd, aan
schaduwzijde groen. Rond steel iets roest.
Kelk: Gesloten in ondiepe kelkholte.
Steel: Kort, vrij diep ingeplant.
Klokhuis: Groot met betrekkelijk weinig zaden.
Vruchtvleesch: Los, groenachtig wit, zachtzuur, weinig saprijk, spoedig
melig.
Gebruikstijd: Begin Augustus.
Groei van den boom matig, steil.
Geschikt voor stamboom en struik. Kan veredeld worden op alle onderstammen.
Groeit op elken grond, mits niet te koud en vochtig.
Bloeitijd middenvroeg.
Vruchtbaarheid goed op jeugdigen leeftijd.
Roode tulpappel kan tot vrij grooten boom uitgroeien en geeft vrij
regelmatig matige oogsten.
De vrucht rijpt vroeg en is mooi van uiterlijk, echter slecht houdbaar.
Zeer vatbaar voor schurft.
Verdwijnt geleidelijk uit de cultuur.