Oude peer, vermoedelijk van Nederlandsche herkomst.

Vrucht: Middelgroot, regelmatig gevormd, naar de kelk breed uitloopend.
Kleur: Licht roestbruin met grijze stippen.
Kelk: matig groot, half gesloten, in ondiepe kelkholte.
Steel: Lang en dun.
Vruchtvleesch: Wit, tamelijk saprijk, vrij grof, om het klokhuis veelal steencellen, weinig aroma. Vrucht is zeer slecht houdbaar.
Gebruikstijd: October.
 

Boom groeit vrij goed, wordt echter nooit bijzonder groot. Geschikt voor stamboom.
Te veredelen op zaailing.
Groeit op goede gronden, op minder goed ontwaterde gronden laat groei te wenschen over.
Is op goeden grond niet bijzonder vatbaar voor ziekten. Op slecht doorlatenden grond worden de vruchten dikwijls steenig en oneetbaar.
De Maagdenpeer heeft behoort tot een der meest aangeplante peren in de boomgaarden in het centrum van ons land.
Wordt de laatste jaren vrijwel niet meer geplant, omdat de vruchten dikwijls slecht zijn. Heeft verder geen waarde meer voor de cultuur.