Hoofdmenu

Gebruik

Gebruikstijd

Alfabetisch

Naar plaat

Vorige

Volgende

 


Kruidenierspeer.

Herkomst onbekend, vermoedelijk afkomstig uit Zuid-Holland en verspreid door de fam. Kruidenier, vanwaar de veel voorkomende naam Kruidenierspeer.

Vrucht: Klein, kort, buikig. Gelijkmatig van vorm.
Kleur: Groen, aan zonzijde gebronsd met kleine grijze stipjes, bij rijpheid geel met lichtgroene stippen.
Kelk: Normaal, open.
Steel: Betrekkelijk kort, vleezig.
Vruchtvleesch: Wit, betrekkelijk droog, vrij grof, min of meer korrelig, lichtelijk rins. Goede smaak, spoedig melig.
Gebruikstijd: Eind Juli, begin Augustus.
 


Boom groeit goed en vormt op later leeftijd een groote boom. Wordt in het midden van ons land veel aangetroffen als hoogstam en wordt algemeen veredeld op zaailing. Kan met tusschenveredeling geënt worden op kwee, groeit direct op kwee veredeld slecht.
Kan op alle voor vruchtboomen geschikten grond worden gekweekt, geeft echter de voorkeur aan goeden kleigrond.
Is op zaailing eerst laat vruchtbaar en ook later dikwijls zeer onregelmatig in het dragen. Draagt veelal uitsluitend in den top van den boom. Kan in goede jaren groote oogsten geven.
Is vatbaar voor schurft en moet met het oog op bladbeschadiging met zorg bespoten worden.
Rijpt zeer snel en moet in enkele dagen geoogst worden. Behoort tot een der beste variëteiten onder de vroegrijpende en wordt daarom gaarne tegen goeden prijs gekocht.
Komt in het intensieve bedrijf practisch niet voor en wordt ook als boomgaardboom vrijwel niet meer geplant als gevolg van onregelmatige vruchtbaarheid.