MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Reinette du Canada.

Tijd van plukken: eind October.   Tijd van rijpen: Januari - April

Oorsprong en verspreiding. Een van ouds bekende en algemeen verspreide appel, die ook in ons land veel voorkomt.

Vorm en grootte. De vrucht heeft gewoonlijk een eigenaardigen, ongelijken vorm; om de kelk met vrij hooge ruggen, is eer plat dan hoog, van onderen gewoonlijk breed. De appel is groot, op een gunstige standplaats en bij goede ontwikkeling soms zeer groot.

Kelk en kelkholte. Kelk vrij groot, meest open en diep; kelkblaadjes weinig in getal, soms vleezig, naar elkaar toegebogen. De kelkholte is niet diep, breed, zacht toeloopend.

Steel. Kort, dik en vleezig, in een middelmatig groote holte, niet diep weggezonken.

Schil Dikwijls zeer ruw, met veel grijsbruine vlekken of strepen en met een frischgroenen ondergrond. Tegen het rijpen wordt de vrucht zachtgeel, met eigenaardige stippen bezet.

Vleesch. Tegen het rijpen iets geelwit, knappend, zacht fijnzuur en van een hoogst aangenamen smaak, buitengewoon geurig, lekker en zeer aromatisch.

Klokhuis. Niet groot, breed, hokken regelmatig en breed.

Eigenschappen der vrucht. Is een eerste klasse tafelappel van een uitmuntende kwaliteit, die behalve om den fijnen smaak ook om de duurzaamheid en grootte zeer veel aanbeveling verdient. De vorm der vruchten loopt soms zeer uiteen op minder gun­stige standplaats van den boom krijgen ze niet zelden schurftplekken. Er bestaat ook nog een variëteit met roode en gele strepen met dezelfde eigenschappen.

Eigenschappen van den boom. De boom groeit krachtig, maakt krachtig eenjarig hout, de takken spreiden zich breed uit, zoodat een kroonboom, struik of halfstam, een plat voorkomen heeft, met min of meer hangende takken. Voor ons land is deze appel dan ook niet voor boomgaarden geschikt, bij voorkeur plant men hem als struikvorm op een beschutte plaats of nog liever als leiboom tegen muur of schutting; in dit laatste geval zal men mooie, groote vruchten oogsten, die ook blanker zullen zijn. De boom is vruchtbaar en draagt jaarlijks, wel niet overvloedig maar toch voldoende.

Minder goede eigenschappen van den boom. Op natte, zware gronden is deze niet thuis, heeft dan veel last van kanker en andere ziekten, en is zeer vatbaar voor bevriezen. Jonge boomen bevriezen dan niet zelden geheel, 't Is in ieder geval een boom, die een gunstige, warme plaats moet hebben, maar deze dan ook ten volle verdient.