MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Zoete Princesse Noble  (stoofappel). 

Tijd van plukken: half October.  Tijd van gebruik: de geheele winter.

Oorsprong en verspreiding. Hoewel deze appel als synoniem wordt genoemd van Court Pendu Plat, welke voor de ciderbereiding wordt aanbevolen, iets wat bepaald op een vergissing moet berusten, meenen wij, dat deze variëteit van Nederlandsche afkomst is; zij komt vrij algemeen voor in alle deelen van ons land, hoewel niet in groote hoeveelheden.

Vorm en grootte. De appel heeft geheel den vorm van een Princesse Noble: tamelijk breed van onderen, vrij spits naar den kelk toeloopend, overigens zeer gelijkmatig en glad. De vrucht is middelmatig groot, voor een zoeten appel zelfs vrij groot.

Kelk en kelkholte. Kelk klein met zeer goed ontwikkelde kelkblaadjes, welke, naar boven gebogen, tegen elkander aansluiten; kelk dus gesloten. Kelkholte zeer ondiep, tamelijk breed, met kleine ruggen toeloopend.

Steel tamelijk lang en dun, wel stevig, in een zeer nauwe, diepe holte ingezonken.

Schil mooi gaaf en glad met een lichtgroenen ondergrond, aan de zonzijde mooi rood gekleurd met donkerroode strepen, tegen het rijpen geel.

Vleesch groenwit van kleur, mooi gaaf zonder vlekken, zachtzoet, een weinig sappig.

Eigenschappen der vrucht. Is een beste stoofappel voor den geheelen winter. Bij het stoven moet men wat voorzichtig zijn, want dit soort kookt nogal spoedig stuk.

Eigenschappen van den boom. Deze groeit maar matig, maakt fijn éénjarig hout, draagt zeer rijk en slaat bijna nooit over. Moet als hoog- of halfstam-kroonboom gekweekt en dan op wildeling veredeld worden.

Minder goede eigenschappen van den boom. Deze groeit niet sterk, gaat soms door de vele vruchten wat hangen, laat in sommige jaren de vruchten wat veel vallen.