Beurré van den Ham, Zwaanhalsje.

Tijd van plukken: begin tot half October.  Tijd van rijpen: laatste helft van October.

Oorsprong en verspreiding. Is waarschijnlijk een zaailing van den Beurré Clairgeau, gewonnen door den heer J. Th. W. van den Ham, oud-notaris te Lunteren in Gelderland, in het laatst der 19e eeuw. Op de tentoonstelling van zaailingvruchten in 1899 werd deze peer, die aanvankelijk »Zwaanhalsje« heette, genoemd naar den winner. Uit den aard der zaak is ze nog weinig bekend, een algemeene verspreiding zal echter niet uitblijven.

Vorm en grootte. De vorm is zeer gracieus, lang en slank, van onderen plotseling een weinig verdikt, gelijkt veel op de Beurré Clairgeau, is echter langer en dunner. Zij kan vooral aan den leiboom, gegroeid aan muur of schutting, vrij groot worden.

Kelk en kelkholte. De kelk is klein en open, kelkblaadjes zoo goed als verdroogd, een weinig omgeslagen. Kelkholte ondiep, zeer zacht, regelmatig toeloopend en klein.

Steel. Vrij lang, een weinig omgebogen, langer, dunner en minder omgebogen dan dien van den Beurré Clairgeau.

Schil. Zeer zacht en buitengewoon glad, groen gekleurd met een bijna nooit ontbrekend bruinrood kleurtje, tegen het rijpen wordt de kleur zacht groengeel.

Vleesch. Zeer zacht en sappig, niet korrelig. De smaak is goed en aangenaam, zeer frisch en zuiver, met een weinig aroma.

Klokhuis. Klein, de hokken zijn vrij regelmatig, soms ontbreken enkele.

Eigenschappen der vruchten. Een beste 2^e klasse tafelpeer, mooi van vorm en kleur, vrij groot, goed van smaak en gaaf en glad. Deze peer zal ongetwijfeld haar weg vinden; verdient ook voor den handel wel de aandacht. Een prachtpeer voor den fruitwinkel.

Eigenschappen van den boom. Groeit krachtig, min of meer in pyramiden-vorm, is zeer gezond en heeft tot nog toe geen hinder van eenige ziekte. Is voor alle vormen geschikt; men kweekt er liefst geen hoogstam-boomen van. Halfstamboomen, die niet al te koud en te vlak staan, zullen ongetwijfeld goede, mooie vruchten geven. De boom is tamelijk vruchtbaar, slaat bijna nooit over met dragen, wil zoowel op kwee als op wildeling uitstekend groeien.

Minder goede eigenschappen van den boom zijn mij niet bekend.