Madame Grégoire.

Tijd van plukken: laatste helft van October. - Tijd van rijpen: einde November - December.

Oorsprong en verspreiding. Deze uitmuntende variëteit is in 1860 in den handel gebracht door GreGoire-Nelis te Jodogne in België. Over het geheel is deze peer nog weinig verspreid, wat te meer verwondering mag wekken, omdat het juist een goede peer is voor den herfst.

Vorm en grootte. De vrucht heeft een eigenaardigen, aan beide kanten afgeknotten vorm, is van onderen tamelijk breed en buikig, loopt met een bolle lijn naar den steel toe. Zij is van middel­matige grootte, gewoonlijk eer klein dan groot.

Kelk en kelkholte. De kelk is groot en open, de kelkblaadjes zijn meest met elkaar vergroeid tot één vleezigen rand. Kelk­holte ondiep, ongelijk toeloopend.

Steel. Vrij lang, altijd gebogen, middelmatig dik, ingezonken.

Schil. Grasgroen, meest met bruin-roestige vlekken, hoogst-zelden iets roodbruin gekleurd aan de zonzijde. Tegen het rijpen iets geelachtig.

Vleesch. Licht rose of zalmkleurig, zeer zacht en sappig, met aangenamen, aromatischen smaak. Om 't klokhuis een weinig korrelig.

Klokhuis. Vrij groot en breed, hokken goed en regelmatig gevormd.

Eigenschappen der vrucht. Omdat de peer op een zoo geschikten tijd rijpt en zoo goed van smaak is, mag zij gerust een 1e klasse peer genoemd worden; ze wordt zelden rimpelig en niet spoedig beurs. Het feit dat de kleur van deze vrucht zoo weinig aantrekkelijks heeft, is wellicht oorzaak, dat ze zoo weinig verspreid is; ik hoop echter dat spoedig een ieder ze kent.

Eigenschappen van den boom. De boom groeit best, maakt geen zwaar, maar mooi stevig hout, groeit min of meer zuil­vormig, doch is voor alle vormen geschikt, zelfs zeer goed voor halfstam op een beschutte plaats. Hij is vruchtbaar en draagt beslist jaarlijks; groeit zoowel op kwee- als op wildeling-onderstam.

Minder goede eigenschappen van den boom zijn mij niet bekend of 't zou moeten zijn, dat pyramiden van dit soort in hun jeugd een weinig moeten worden uitgebonden.