MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Pondspeer,  Catillac, (stoofpeer).

Tijd van plukken: einde October. - Tijd van rijpen: December - Maart.

Oorsprong en verspreiding. Het is mij niet bekend, vanwaar deze peer afkomstig is; het is echter een reeds lang bekende soort, aangezien zij reeds wordt beschreven in het Pomologisch werk van Knoop, verschenen in 1754. Deze soort is algemeen verspreid en bij velen als een goede stoofpeer bekend.

Vorm en grootte. De vrucht heeft een mooien korten peervorm, is van onderen buikig en dik, loopt naar den steel vrij schielijk toe en kan zeer groot en zwaar worden.

Kelk en kelkholte. De kelk is groot, open, kelkblaadjes klein of soms geheel verdwenen. De kelkholte is ondiep, met een bijna rechte lijn zacht toeloopend.

Steel. Lang, vleezig, stevig, niet buitengewoon dik, krimpt niet spoedig, een weinig ingezonken.

Schil. Glad, lichtgroen, met somtijds eenige roestvlekjes; aan de zonzijde gewoonlijk mooi rood gekleurd.

Vleesch. Wit, soms iets geelachtig om het klokhuis, dan een weinig korrelig, grof, sappig en zoet, wordt bij het koken mooi rood.

Klokhuis. Groot en breed, hokken vrij regelmatig.

Eigenschappen der vrucht. Een eerste klasse vrucht voor de keuken en voor de markt. Men moet deze lange pondspeer niet verwarren met de ronde of zgn. »rotneus«, die veel minder goed is.

Eigenschappen van den boom. De boom groeit zeer sterk, maakt zwaar éénjarig hout, is vruchtbaar en draagt jaarlijks, is bij uitstek geschikt voor half- of hoogstam-boomgaardboom; moet natuurlijk op wildeling worden veredeld. Het kan een buitengewoon grooten en breeden boom worden.

Minder goede eigenschappen van den boom zijn mij niet bekend.