Hoofdmenu

Rassenlijst

Grote plaat

--

Volgende tekst

DANTZIKER  KANT-APPEL.


Deze Appel wordt ook genaamd:

PAARSE FRAMBOOS-APPEL,  ROODE KANT-APPEL,  FRAMBOISE ROUGE.

Kleur: De hoofdkleur is geelachtig rood, aan de zonzijde meer roodachtig paars. Eenige zachte strepen en vlekken vertoonen zich op de geelachtige roode kleur, en schijnen als het ware op den geelachtigen ondergrond door het rood heen. Op de oppervlakte zijn hier en daar eenige onzuivere groenachtige vlekjes, welke van ongelijke grootte zijn, en in den omtrek eenigzins sterker teekenen.
Kelk: Het bloem-oog is vrij diep, en door 5 ronde, maar in 't midden meer kantige ribben, omgeven. Zij zijn over de geheele vrucht zigtbaar; doch op sommige plaatsen nabij de steelholte meer vereenigd. Eene horizontale doorsnede aldaar genomen, maakt de omtrek van dezen appel vijfzijdig. De kelkblaadjes berusten binnen den omtrek der vrucht.
Steel: De steel is kort, en meer dik dan dun. Zij is bruin olijfachtig van kleur en bevindt zich in eenen tamelijken diepen kuil in welke de 5 sleuven der ribben zich vereenigen. Diep in deze holligheid is de kleur onzuiver groenachtig geel, en verspreidt zich streepsgewijze in de paarse en rood geele kleur.
Vrucht: Deze appel moet in het begin van de maand October worden geplukt, en kan in November December en Januarij als tafelvrucht gebruikt worden.
Het vleesch het welk saprijk en aangenaam zuur van smaak is, heeft om het klokhuis eene witte kleur, doch meer naar de schil, is dezelve roozenrood. Het klokhuis bevat vele volwassene pitten.