Hoofdmenu

Rassenlijst

Grote Plaat

Vorige tekst

Volgende tekst

Kleur: De kleur van dezen renet bestaat uit eene onzuivere geel-groene en rood gemengelde tint, op welke men verscheiden donkerder vlekjes en graauwe stipjes bemerkt. Aan de zonzijde is hij meer vaal roodachtig.

Kelk:
De oogholte is tamelijk diep, en met eenige sleuven voorzien: de kelkblaadjes komen iets boven de vrucht uit.

Steel: De steel die niet zeer dik en nagenoeg 15 strepen lang is, steekt in eenen zeer diepen kuil, welke boven op de vrucht vrij breed is, en waar in eenige sleuven zijn, die weinig of niet zich over de vrucht verspreiden. Tusschen de sleuven bespeurt men eenige kleine roodachtige dwarsloopende streepjes.

Vrucht: In het begin van October moet deze appel geplukt worden, kunnende van December tot laat in Januarij, als tafel-appel, van eenen zachten, en fijnen zuren smaak, gebruikt worden.