|
Kleur: De geheele vrucht is zonder aanmerkelijke verandering van eene licht gele oker kleur, op welke enkele kleine vlekjes en stipjes, sommige iets donkerder geelachtig, andere meer grijs-achtig, en min of meer verheven kennelijk zijn. Kelk: De oogholte is rond, breed en diep. De kelkblaadjes zijn niet gesloten, maar lang en staan gebogen. De kleur aldaar is gelijk aan de hoofdkleur, en boven de holligheid van het oog zijn eenige streepachtige kleine rimpels, welke met dwarsstreepjes aan elkander verbonden zijn. Steel: Bij de steelholte is de vrucht zeer plat en vlak, en de steel staat zeer diep, is tamelijk dik en 6 strepen lang, doch komt niet boven den omtrek. Uit de steelholte komen eenige sleuven voor, die zich niet over de geheele oppervlakte der vrucht uitstrekken. De huid is op het gevoel droog en stroef. Vrucht: Het vleesch is geelachtig wit, doch tegen de schil mooi geel. Half September moet deze Renet doorgaans geplukt worden.In December of Januarij is dezelve voor de tafel bruikbaar, en kan ook als een fijne pot-appel tot de maanden Februarij en Maart dienen. De smaak is fijn en zacht zoet. |
