Hoofdmenu

Rassenlijst

Grote Plaat

Vorige tekst

Volgende tekst

VANENBURGER.
 


Deze belangrijke appelsoort is afkomstig van den Huize Vanenburg, gelegen tusschen Harderwijk en Nijkerk, voormaals toebehoorende aan wijle den Heer PIT, van welk Landgoed deze appel den naam ontleend heeft, zijnde aldaar door den eigenaar uit een pit aangekweekt. Vervolgens is dezelve in de laatste helft der voorgaande eeuw van daar overgebragt op het Landgoed Wickenburg, gelegen in de Provincie Utrecht onder Houten, in 't Gooy, toebehoorende aan den Hooggeleerden Heer Mr. WTTEWAALL, alwaar deze appelsoort om zijne uitnemende hoedanigheden steeds zeer geacht wordt, en daar den Huize Vanenburg in later tijd geheel gesloopt is, zal Wickenburg van deze schoone appelsoort welligt de eenige verblijfplaats zijn. Het is niet onwaarschijnlijk dat de boom ook zeer goed als leiboom zoude kunnen behandeld worden.
Kleur: Deze uitmuntende appel heeft over de geheele oppervlakte eene groen-gele kleur, op welke vele kleine geel-groene stipjes verspreid zijn, behalven deze, zijn er nog eenige groote bruin-roode vlekken, die min of meer ingedrukt zijn, en welker randen eene meer paarsachtige kleur hebben. Die vlekken schijnen aan deze vruchtsoort bijzonder eigen te zijn, daar zij zich zoo wel op vruchten van jonge als op die van oude boomen altoos voordoen, doch bij de eene meerder, dan bij de andere.
Kelk: De kelkblaadjes die niet boven den omtrek der vrucht uitkomen, staan in eene diepe groef, waaruit verscheidene vrij verhevene ribben merkbaar zijn, die zich over de geheele vrucht verspreiden en door flaauwe sleuven afgezonderd, in de steelholte zich vereenigen.
Steel: De steel is niet zeer dik en 15 strepen lang, hij is van eene bruin-roode kleur, en steekt zeer diep in eene trechtervormige sleuf.
Vrucht
:
Het vleesch is bros, de smaak zeer geurig, en als een winter-tafelvrucht bijzonder aangenaam. In het laatst van de maand October wordt dezelve geplukt en tot in Januarij kan men er gebruik van hebben.