Hoofdmenu

Rassenlijst

Grote Plaat

Vorige tekst

Volgende tekst

ROODE  TULP-APPEL. *)
 


Kleur: De geheele ondergrond is zuiver licht geel, waarop eene geel-roode tint zich afzondert en op sommige plaatsen, vooral aan de zonzijde, eene meerdere of mindere roodachtige kleur aanneemt en zich met den ondergrond vermengt. Zoowel op deze als aan de andere zijde, zijn verscheiden min of meer holle plekken of vlekken van ongelijke grootte.

Kelk: De kelkblaadjes staan tusschen verscheidene diepe sleuven en knobbelachtige verhevenheden; sommigen derzelven strekken zich grootendeels over de vrucht uit, en maken den omtrek zeer ongelijkvormig. Bij de kelkblaadjes is de kleur geelachtig rood.
Steel: De steel die zeer klein en dun is, steekt in eenen diepen kuil met eenige groen-gele sleuven en paarsachtige streepjes of takjes, welke uit de steelholte voortkomen.
Vrucht: Veelal moet deze appel in de maand Augustus geplukt worden, en duurt van September tot in October. Het vleesch is sponsachtig, meelig, met enkele geel-roode vlekken, en niet aangenaam van smaak.

Waarom de Rode Tulpappel hier geel wordt afgebeeld is mij een raadsel. De tulpappel die ik ken heeft dezelfde vorm maar is prachtig donkerrood van kleur. C.M.B.