Recente publicaties uit de Hydrotheek
- Afvalwatersysteem:
- Waterweren:
- Algemeen
- Primaire waterkeringen:
- Niet-primaire waterkeringen
- Watersysteem:
- Waterketen:
AFVALWATERSYSTEEM - Algemeen
Dekkers, J.;
Stankoverlast en -bestrijding bij de verlading van ontwaterd slib. (nl) Rapport / STOWA, 2004 09, STOWA, Utrecht, 2004. 77 p
De opslag en het verladen van slib op plaatsen waar zuiveringsslib ontwaterd wordt leidt regelmatig tot geurhinder, zowel op het terrein van de RWZI als daarbuiten. Dit is natuurlijk niet gewenst en daarom is het van belang dat er afdoende maatregelen worden genomen om deze geurhinder te voorkomen. Op veel ontwateringslocaties zijn maatregelen getroffen om deze geurhinder te voorkomen. Een landelijk beeld omtrent de effectiviteit en kosten van deze maatregelen ontbreekt echter. Ook is er geen goed inzicht in hoeveel geuremissie nu werkelijk optreedt tijdens de verlading van zuiveringsslib. Op basis van de ervaringen van verschillende waterbeheerders is een goed beeld van de effectiviteit van verschillende maatregeien voor de bestrijding van geuroverlast verkregen. Bovendien zijn metingen verricht om inzicht in kengetallen voor de emissie van geur tijdens opslag en verlading van slib te verkrijgen. Dit rapport kan de keuze voor maatregelen om geurhinder te voorkomen vergemakkelijken. [HAAFF 32/440(2004-09)]
Symposium "Heeft u een fijne neus voor geuraanpak op
uw zuivering?", Planetarium Gaasperplas, Amsterdam, 12
mei 2004. (nl) Nederlandse Vereniging voor
Waterbeheer, [s.l.], 2004. 1 dl.
(verschillende pagineringen)
Bundeling van voordrachten (tekst/sheets): "Het
huidige beleid voor de beoordeling van stank bij
waterzuiveringen"; "Geurhinderbepaling met behulp van
hedonische waarde"; "Geurbestrijding, hoe kiezen?";
"Optreden en bestrijding van geuroverlast bij de
verlading van slib"; "Geurnormering en maatregelen op de
rwzi Lelystad, een praktijkcase"; "Geurmaatregelen bij de
Heinekenbrouwerij (incl. awzi)"; "Technologische aspecten
bij geurbehandeling in lavafilters"; en "Luchtbehandeling
bij rwzi's in de praktijk (presentatie handboek
luchtbehandeling)". [HAAFF 22/5797]
Stege, C. ter;
Een wereld van waterzuiveringstechnieken :
niet-commerciële website telt 100.000 hits in afgelopen
jaar : Thema water. (nl)
In:
Milieumagazine 14(2003)6 p.21.
Op de website van Interduct, het interfacultaire
Delft University Clean Technology institute, staat een
database waarin relevante technieken rondom
zuiveringstechnieken zijn opgeslagen. Invalshoek is de
gebruiker die een probleem heeft met afvalwater.
URL: http://www.interduct.tudelft.nl/proper/welcome.html
AFVALWATERSYSTEEM - Inzameling en transport
Geerse, H.;
Werking en onderhoud van IBA's : praktijkervaringen
van Reest en Wieden. (nl)
In: Neerslag
39(2004)3 p.30-33. ill.; tabs.
In de Wolden zijn IBA’s (compactsystemen en
helofytenfilters) aangelegd. De systemen zijn aangelegd
door de gemeente en worden onderhouden door waterschap
Reest en Wieden. In Nederland is nog weinig ervaring met
het op grote schaal aanleggen en onderhouden van IBA’s.
In dit artikel staan de eerste ervaringen met het
onderhoud van IBA’s centraal. Het waterschap heeft
ervaren dat na de nodige opstartproblemen het onderhoud
goed verloopt. Het aantal storingen is beperkt en de
kosten blijven binnen de begroting. Vast staat ook dat
een IBA zorg behoeft. Het volstaat niet om een
(gecertificeerde) IBA aan te leggen en er maar van uit te
gaan dat hij verder goed werkt.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=316
IBA's een Europese zaak?. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.47. ill.; tab.
In Nederland wordt op dit moment hard gewerkt om
het in de jaren 90 ingezette lozingenbeleid van de
rijksoverheid te implementeren. Dit beleid is gericht op
de stroom afvalwater die afkomstig is van niet op de
riolering aangesloten huishoudens. In het lozingenbesluit
Wvo huishoudelijk afvalwater is vastgelegd dat vanaf 1
januari 2005 het afvalwater door een voorziening voor
individuele behandeling van afvalwater (IBA) moet worden
geleid.
Korving, H.;
Omgaan met onzekerheid bij het beheer van
rioolstelsels. (nl)
In: H twee O
37(2004)10 p.15-17. fig.; ill.; tabs.; 1 ref.
Met onderhoud of verbetering van bestaande
rioolstelsels zijn grote investeringen (één miljard euro
per jaar) gemoeid en de levensduur van de riolering is
relatief lang (60 à 80 jaar). Daarom hebben beslissingen
omtrent rioleringsbeheer consequenties voor de toekomst.
Zij moeten echter vaak gebaseerd worden op onzekere
informatie over de toestand en het functioneren van een
rioolsysteem. Gevolg hiervan is dat aan onderhouds- en
verbeteringsmaatregelen aanzienlijke risico’ s verbonden
kunnen zijn. Soms blijken investeringen achteraf onnodig
of zelfs overbodig, zoals de vervanging van een
rioolstreng die bij opgraven nog in uitstekende staat
blijkt te zijn, de bouw van een bergingstank die zo groot
is dat hij nooit gevuld raakt of een niet-functionerende
sturing van een rioolstelsel.
Korving, J.L.;
Probalistic assesment of the performance of combined
sewer systems. (en) [s.n.], [s.l.], 2004.
324 p
The objective of this thesis is to provide a
methodology which accounts for uncertainty and risk in
the assessment of sewer performance in order to support
the operation and maintenance of sewer systems. [HAAFF
22/5799]
AFVALWATERSYSTEEM - Waterbehandeling
Bentem, A. van;
Van Stonehenge tot MBR, waarin een groot land 'klein'
kan zijn : STOWA Studiereis oktober 2003. (nl)
Rapport / STOWA, 2003-W-02, STOWA, Stichting Toegepast
Onderzoek Waterbeheer, Utrecht, 2004. 68 p
In dit werkrapport wordt eerst in hoofdstuk 2
achtergrondinformatie gegeven over de verschillen tussen
Groot-Brittannië en Nederland met betrekking tot de
realisatie en bedrijfsvoering van rwzi's. Daarnaast
worden in dit hoofdstuk de twee membraansystemen van
Zenon en Kubota besproken, met zowel de overeenkomsten
als de verschillen. In de hoofdstukken 3, 4 en 5 worden
vervolgens de drie bezochte rwzi's Lowestoft, Porlock en
Westbury beschreven. In hoofdstuk 6 wordt het ontwerp van
deze MBR's vergeleken met de MBR's die in Nederland
worden voorbereid. Vervolgens wordt in de hoofdstukken 7
en 8 ingegaan op de technologische en bouwkundige
aspecten. Daarna in de hoofdstukken 9 en 10 worden beheer
en onderhoud besproken. De duurzaamheid volgt tenslotte
in hoofdstuk 11. Het werkrapport eindigt met in hoofdstuk
12 een samenvatting van en discussie over de in het
werkrapport besproken aspecten en met in hoofdstuk 13 een
bondig overzicht met conclusies en aanbevelingen. Er is
tevens een begrippenlijst bijgevoegd. [HAAFF
32/440(2004-02)]
Blom, J.J.;
Voorbereiding praktijkonderzoek verticaal doorstroomd
helofytenfilter. (nl) Royal Haskoning, Enschede,
Netherlands, 2003. 49 p
Het doel van het onderzoek is het vergroten,
toegankelijk en toepasbaar maken van kennis over de
behandeling van oppervlaktewater en rwzi-effluent met
infiltrerende helofytenfilters. Het gaat hierbij om: 1.
het verzamelen van de bestaande kennis; 2. het aanvullen
van de bestaande kennis door gericht onderzoek op
bestaande locaties; 3. het evalueren en toepasbaar maken
van de bestaande en nieuwe kennis (operationele
ervaring). 4. het toepassen van de kennis bij het
inrichten van het verticaal doorstroomde helofytenfilter
van Leidsche Rijn. Dit wordt gerealiseerd door een
programma van eisen en een globale dimensionering op te
stellen voor de proefinstallatie. Verder wordt een indruk
gegeven van de aard, omvang, realisatie- en
exploitatiekosten en realisatietijd van de uiteindelijke
‘full scale’ installatie.
URL:
http://www.zuiveringsfilter.nl/images/DSB/Helofyten/1_Eindrapport_fase_1.pdf
Brauns, E.;
Een op software gebaseerde ontwerp en
kostprijsschatting omgekeerde osmose installaties, ook
voor afvalwaterbehandeling. (nl)
In:
Afvalwaterwetenschap 3(2004)2 p.131-151. 21 refs.
Omgekeerde osmose (OO) is een drukgedreven membraan
filtratieproces dat toelaat om constituenten tot en met
ionen uit water te verwijderen. Het wordt heden toegepast
bij de aanmaak en/of behandeling van industrieel
proceswater alsmede de conditionering van afvalwaters. In
deze publicatie worden parameters zoals osmotische druk,
flux en concentratie polarisatie eerst besproken waarna
wordt ingegaan op het gebruik van de bestaande OO-ontwerp
software.
Burger, M. de; Verhoeven, C.;
Zuiveringsfilter in Leidsche Rijn. (nl)
In: Neerslag
39(2004)3 p.19-23. fig.; ills.
In het watersysteem van de Vinex lokatie Leidsche
Rijn wordt een hoge waterkwaliteit nagestreefd. Om dit
te bereiken wordt het water in de sloten en plassen in
de toekomst schoon gehouden door middel van een
verticaaldoorstroomd helofytenfilter. Het is een
zandfilter waarin ijzer en calcium wordt bijgemengd om
fosfaat te binden. Niet eerder is deze techniek,
afkomstig uit de nazuivering van effluent van een rwzi,
op grote schaal toegepast. [HAAFF]
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=317
Evenblij, H.; Geilvoet, S.; Graaf, J.H.J.M. van der[et
al.];
Grote verschillen in filtreerbaarheid slib in
pilot-MBR's : vergelijking Beverwijk, Hilversum en
Maasbommel. (nl)
In: H twee O
37(2004)17 p.34-35. 3 fig..
TU Delft voerde samen met DHV Water onderzoek uit
naar filtreerkarakteristieken van actief slib uit
membraanbioreactoren. Hiertoe is een methode ontwikkeld
die het mogelijk maakt om eenduidig aan slibfiltratie te
meten. In combinatie met fysische en chemische
slibanalyses levert dit informatie op waarmee het inzicht
in de oorzaken van membraanvervuiling wordt vergroot.
Jenné, R.; Smets, I.Y.; Banadda, E.N.[et al.];
Opvolging actief slibsamenstelling met behulp van
beeldanalyse: toepassing op licht slibfenomenen. (nl)
In:
Afvalwaterwetenschap 3(2004)2 p.79-91. 29 refs.
Een actief slibsysteem voor biologische
afvalwaterzuivering heeft vaak te kampen met licht
slibproblemen: een onevenwichtige verhouding van het
aantal draden en vlokken, met slechte slibbezinking tot
gevolg. Een belangrijke stap in de strijd tegen licht
slib is de ontwikkeling van een objectief
bewakingssysteem voor de actief slibsamenstelling.
Jong, P. de;
Vergaande voorzuivering van afvalwater :
haalbaarheidsstudie voor praktijktoepassing. (nl)
Rapport / STOWA, 2003-20, STOWA, Utrecht,
2004. 73 p
In het vervolg op eerdere onderzoeken heeft de
STOWA besloten om de haalbaarheid van vergaande
voorzuivering op praktijkinstallaties te laten
onderzoeken. Dit rapport beschrijft de eerste fase van
dit onderzoek, waarbij het influent van een aantal
rvvzi's wordt onderworpen aan fractionerings- en
flocculatietesten. Met de resultaten van deze testen
wordt een voorspelling gedaan van het effect van
vergaande voorbehandeling op de samenstelling van het
afvalwater en de effecten hiervan op de dimensionering en
werking van de achterliggende biologische zuivering. Het
voornaamste streven daarbij is om het rendement van de
voorbezinking door middel van polymeerdosering zo ver te
verbeteren dat met het bestaande actief-slibvolume aan de
effluenteisen kan worden voldaan, terwijl zonder deze
voorbehandeling uitbreiding nodig zou zijn. [HAAFF
32/440(2003-20)]
Kuipers, H.; Wouters, J.; Flameling, A.; Bouma, S.;
Pilotonderzoek op rwzi Franeker met nageschakelde
continue zandfiltratie [thema afvalwater]. (nl)
In: H twee O
37(2004)11 p.40-42. figs.; ill.; tabs.; 3 refs.
De rwzi Franeker moet worden aangepast om te kunnen
voldoen aan de huidige en nieuwe eisen ten aanzien van de
parameters zwevend stof, fosfaat en stikstof. Na
onderzoek van diverse mogelijkheden in de jaren 2000-2003
is geconcludeerd dat de inzet van continue zandfiltratie
het meest geschikt is. Bij pilotonderzoek op de rwzi is
aandacht besteed aan een serieschakeling na de
nabezinktanks en aan een parallelschakeling na de
oxidatiebedden. Onderzoek is uitgevoerd naar de
verwijdering van vrij hoge concentraties zwevend stof en
fosfaat, in combinatie met stibtofverwijdering door
biologische denitrificatie in één processtap. Dit is in
Nederland nog niet eerder uitgevoerd. Het onderzoek heeft
aangetoond dat ruimschoots aan de toekomstige
effluenteisen kan worden voldaan. Mede op basis van dit
onderzoek heeft Wetterskip Fryslân besloten de rwzi
Franeker aan te passen met een continu denitrificerend
zandfilter. In één processtap zal hierbij een vergaande
verwijdering van zwevend stof, fosfaat en stikstof
plaatsvinden. Die oplossing wordt nu vertaald in een
procesontwerp en zal in de nabije toekomst gerealiseerd
worden.
Menkveld, W.; Poele, S. te; Boom, J.; Bragt, W. van;
Opwerking van rwzi-effluent via membraanfiltratie:
pilot-onderzoek op rwzi Nieuwe Waterweg [thema
afvalwater]. (nl)
In: H twee O
37(2004)11 p.36-39. figs.; ill.; tabs.; 5 refs.
Door onderzoek op semi-praktijkschaal naar
opwerking van effluent van de rwzi Nieuwe Waterweg met
verschillende filtratietechnieken zijn de toepasbare
procesconfiguraties en de haalbare filtraatkwaliteiten
per techniek bepaald. Daarnaast is aangetoond dat tijdens
de het onderzoek ontwikkelde meting van de specifieke
ultrafiltratieweerstand (SUR) op laboratoriumschaal een
goede parameter vormt om de filtreerbaarheid bij
ultrafiltratie in de praktijk in te schatten. Hierdoor
kan vooraf worden ingeschat of ultrafiltratie van
rwzi-effluent technologisch haalbaar is.
Reitsma, B.; Kramer, F.;
Nieuwe ontwerprichtlijnen voor diepe nabezinktanks
[thema afvalwater]. (nl)
In: H twee O
37(2004)11 p.30-32. figs.; 15 refs.
Bij sommige rioolwaterzuiveringsinstallaties in
Nederland is de beschikbare ruimte, zeker voor
uitbreidingen, erg krap. Dit daagt uit tot het vinden van
creatieve ruimtebesparende oplossingen. Toepassing van
nabezinktanks met een hoge hydraulische belasting is één
van de mogelijkheden. In de in dit artikel beschreven
ontwerpmethodiek is deze mogelijkheid geïntroduceerd door
de diepte van nabezinktank als ontwerpparameter te
hanteren. Hiermee blijkt het mogelijk de tanks hoger te
belasten dan de gebruikelijke 0,7 tot 0,8 kubieke meter
per m2 per uur. De diepte zal in dat geval meer moeten
zijn dan de meestal gehanteerde twee meter. Globaal kan
daarvoor een kantdiepte van meer dan drie meter worden
aangehouden.
Rietveld, L.; Kramer, O.; Bosklopper, K.; Dijk, H. van;
Optimale besturing van ontharding [thema drinkwater].
(nl)
In: H twee O
37(2004)8 p.21-23. fig.; ill.; 6 refs.
Ontharding is een dynamisch proces dat door
variaties van debiet en kwaliteit continu bijgeregeld
moet worden. Daarom is een modelontwikkeld dat
verschillende stuurscenario's kan doorrekenen, waarmee
het optimale scenario geselecteerd kan worden. Hierbij
spelen de deelstroomverhouding, het aantal reactoren in
bedrijf en de bedhoogte een belangrijke rol. Het doel van
deze modellering is te komen tot een, on-line, optimale
besturing waarbij de zuivering integraal bezien wordt.
Roorda, J.; Kramer, J.; Boom, J.; Graaf, J. van der;
Filtratie-eigenschappen van rwzi-effluent tijdens
dead-end ultrafiltratie [thema afvalwater]. (nl)
In: H twee O
37(2004)11 p.27-29. figs.; 7 refs.
Communaal afvalwater wordt in Nederland de laatste
tientallen jaren beter gezuiverd en levert schoner
rwzi-effluent op. Daarnaast neemt de vraag naar schoon
water steeds meer toe, maar neemt ook de kennis van
technieken om dit effluent nog verder te behandelen toe
waardoor de kosten daarvan dalen. Gezuiverd afvalwater
wordt daardoor steeds vaker beschouwd als een bron voor
hergebruik. Membraanfiltratie zal hierin een belangrijke
rol spelen. De resultaten van het promotie-onderzoek dat
in dit artikel gepresenteerd wordt, gaan in op de
toepassing van ultrafiltratie voor vergaande behandeling
van afvalwater afkomstig van communale
rioolwaterzuiveringsinstallaties. De
filtratie-eigenschappen van rwzi-effluent zijn nog
onbekend en de mechanismen die een rol spelen in het
vervuilen van de membranen (en daarmee het afnemen van de
prestaties) onduidelijk. Het doel van het hier
gepresenteerde onderzoek was om de
filtratie-eigenschappen te bepalen van rwzi-effluent
tijdens dead-end ultrafiltratie.
Roorda, J.; Dalen, R. van; Koreman, E.; Wortel, N.;
ANF: doorbraak in de technologie van effluentfiltratie
[thema afvalwater]. (nl)
In: H twee O
37(2004)11 p.33-35. figs.; ills.; tab.; 6 refs.
De provincie Gelderland probeert
grondwateronttrekking voor laagwaardige toepassingen te
verminderen. Daarom steunt de provincie een
praktijkonderzoek om effluent van rwzi Apeldoorn op te
werken tot industriewater met behulp van
membraanfiltratie, deels ter vervanging van drink- en
grondwater. Dit praktijkonderzoek is uitgevoerd door
Waterschap Veluwe in samenwerking met Grontmij. Vanaf
oktober 2002 tot augustus 2003 is microfiltratie als
techniek onderzocht. Daarna is het onderzoek voortgezet
met nanofiltratie tot februari jl.. De grootte van beide
installaties is zo gekozen dat ze voorzien zijn van
fullscale modules, waardoor opschaling eenvoudig is: de
microfiltratieinstallatie produceert drie tot zes kubieke
meter per uur en de nanofiltratieinstallatie 0,5 tot één
kubieke meter per uur. Binnen het onderzoek zijn nieuwe
methoden ontwikkeld om de vervuilingpotentie van het
effluent op het membraan te voorspellen. Daarnaast is een
nieuw zuiveringsconcept ontwikkeld: ANF. Dit betekent
zowel een doorbraak in het praktijkonderzoek als voor de
vergaande behandeling van rwzi-effluent. Op dit moment
bevindt het onderzoek zich in de laatste fase.
Roorda, J.H.;
Filtration characteristics in dead-end ultrafiltration
of wwtp-effluent. (en) [s.n.], [s.l.],
2004. XII, 248 p
Clean water resources become scarce. Alternative
water sources can be wastewater, for which an advanced
treatment scheme is requiered. Membrane filtration will
play an important role in such treatment schemes. This
dissertation focuses on the application of
ultrafiltration membranes for advanced treatment of
effluent from municipal wastewater treatment plants
(wwtp's). The objective was to determine the jet unknown
and hardly understood filtration characteristics.
Research on pilot-scale was performed at various wwtp's.
[HAAFF 22/5791]
URL:
http://www.sanitaryengineering.tudelft.nl/research/wastewater/roorda/ceg_roorda_20040419.pdf
Schipper, W.;
Recycling van zuiveringsfosfaat in de fosforindustrie.
(nl)
In: Neerslag
39(2004)3 p.2-5. fig.; tab.
Concluderend kan gesteld worden dat recycling van
fosfaat uit afvalwaterbehandeling in de fosforindustrie
technisch goed mogelijk is, en wel via
zijstroomafscheiding in bio-P-installaties. Investeringen
hierin zijn vooralsnog relatief hoog en verdienen
zichzelf niet altijd terug. Schaalvergroting kan hier een
oplossing bieden.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=322
Verhoeven, C.; Burger, M. de; Blom, J.;
Grootschalige proef met helofytenfilter in Leidsche
Rijn. (nl)
In: H twee O
37(2004)16 p.17-19. afb.
In de Vinex locatie Leidsche Rijn is besloten een
verticaal doorstromend helofytenfilter van ongeveer 6,3
hectare aan te leggen. De aanleg is gepland in 2007. Dit
verticale type behoeft vooronderzoek (dat ondertussen
klaar is) en de volgende stap is de bouw van een
proeflocatie, met in totaal 13 proefvlakken.
Voorthuizen, E. van; Zwijnenburg, A.; Wessling, M.;
Membraantechnologie in decentrale
afvalwaterverwerking. (nl)
In:
Afvalwaterwetenschap 3(2004)2 p.93-102. 9 refs.
In dit artikel zal met name worden gekeken naar de
mogelijkheid om nanofiltratie (NF) of omgekeerde osmose
(RO) membranen in te zetten voor de nabehandeling van
biologisch behandeld zwart water. Het geproduceerde
permeaat van de nabehandelingstap kan of worden geloosd
of eventueel worden hergebruikt als drinkwater.
AFVALWATERSYSTEEM - Slibbehandeling
Schellekens, M.;
Maatregelen tegen struvietafzetting op waterleidingen
: alcyl blijkt goed te werken als preventief middel.
(nl)
In: H twee O
37(2004)17 p.36-37. 6 fig., 1 tab.
De rwzi Land van Cuijk is in 1987 in gebruik
genomen, en gerenoveerd in 2000. Waarmee de zuivering
niet langer als een tweetraps actiefslibsysteem plaats
vindt, maar via een laagbelast één-slibsoortsysteem met
vergaande biologische verwijdering van stikstof en
fosfaat. De slibvergisting is gehandhaafd, maar de
zeefbandpersen zijn vervangen door één
ontwateringscentrifuge. Nu heeft men te kampen met de
aanhechting van kristallen binnen de pijpleidingen. Dit
artikel geeft de resultaten van de inzet van een
antiscaling product, namelijk alcyl A64.
WATERWEREN - Algemeen
Barends, F.K.N.;
The muskrat (Ondatra zibethicus): expansion and
control in the Netherlands. (en)
In: Lutra
45(2002)2 p.97-104. afb., 29 refs., summary (en,nl).
Een overzicht van de verspreiding en bestrijding
van de muskusrat in Nederland. [HAAFF]
Bockarjova, M.; Steenge, A.E.; Veen, A. van der;
Dijkdoorbraak bij Capelle treft gehele Nederlandse
economie. (nl)
In: Land +
water 44(2004)5 p.28-29. Ill.
Dit 4e en laatste artikel over het
onderzoeksproject naar de gevolgen van overstromingen bij
een fictieve dijkdoorbraak bij Capelle aan den IJssel zet
de economische gevolgen ervan op een rij. Gekeken is naar
de directe en indirecte schade en naar de mogelijke
aanpassingen in de economische structuur om
productieverlies in Zuid-Holland op te vangen. [HAAFF]
Jong, M. de;
Origin and prediction of seiches in Rotterdam harbour
basins. (en) Report / Faculty of Civil Engineering
and Geosciences, no. 04-2, Communications on hydraulic
and geotechnical engineering, Delft University of
Technology, Department of Civil Engineering and
Geosciences, Delft, 2004. XIV, 116 p
This thesis focuses on the harbour oscillations
that occasionally occur in certain basins of the Port of
Rotterdam. Such standing waves, called seiches, need to
be taken into account in this harbour area for the design
of water protection works (such as dykes) and for the
closure management of a movable storm surge barrier,
located along the Rotterdam Waterway, which can become
susceptible to seiches under specific conditions.
Previous studies and experiences indicated that the
seiches that occur in the Port of Rotterdam have an
atmospheric origin. A literature review indicated that
the atmospheric generating mechanisms that were known
from other ports do not apply to the Port of Rotterdam.
Therefore, this study has been conducted with the main
aim to identify the origin of the seiches that occur in
this harbour and to eventually arrive at a prediction
system for significant seiche episodes. [HAAFF 22/5788]
Jonkman, S.N.; Asselman, N.E.M.;
Dijkdoorbraak bij Capelle zou meer dan 70.000
slachtoffers eisen. (nl)
In: Land +
water 44(2004)4 p.28-29. 3 afb.
In het kader van het project 'Gevolgen van
overstromingen' is via een fictieve casus van een
dijkdoorbraak bij Capelle aan den IJssel onderzoek gedaan
naar het mogelijke aantal slachtoffers en naar de
problematiek van evacuatie. [HAAFF]
Klijn, F.; Buuren, M. van; Rooij, S.A.M. van;
Flood-risk management strategied for an uncertain
future : living with Rhine River floods in The
Netherlands?. (en)
In: Ambio
33(2004)3 p.141-147. 7 fig., 20 refs.
Social pressure on alluvial plains and deltas is
large, both from an economie point of view and from a
nature consevation point of view. Gradually, flood risks
increase with economic development, because the expected
damage increases, and with higher dikes, because the
flooding depth increases. For The Netherlands, one of the
most densely populated deltas in the world, altemative
resilience strategies have been elaborated and assessed
for their hydraulic functioning and 'sustainability
criteria'..
Kok, M.;
Ruimte voor risico vraagt maatschappelijk debat. (
nl)
In: ConcepTueel
13(2004)1 3 p. ills.
Bijdrage aan het symposium 'Ruimte voor risco's',
19 februari 2004, Universiteit Twente. De auteur vraagt:
Is er nu iets mis met de infrastructuur, of moeten we
maar gewoon accepteren dat we af en toe wateroverlast
hebben, we regelmatig in de file staan, etc.?.
URL:
http://www.concept.utwente.nl/index.php?id=290
Leenes, J.;
NOAH: hulp in tijden van hoog water. (nl)
In: Het
waterschap 89(2004)10 p.14-17. ills.
De directe aanleiding voor het project NOAH was de
wens om de toenemende onrust bij stijgende waterstanden
te reduceren. De afgelopen jaren zag je dat, hoe hoger
het water komt, hoe onprofessioneler mensen gaan werken.
De juiste informatie op het juiste moment op de juiste
plaats kan dat voorkomen. Dat is wat NOAH beoogt.
URL:
http://www.noah-interreg.net (website)
WATERWEREN - Primaire waterkeringen - Algemeen
Hopkins, L.;
Changing estuaries, changing views. (en) Erasmus
University, Rotterdam, 2004.
54 p
De hydromorfologische, ecologische en
socio-economische effecten van de traditionele vormen van
waterbeheer in met name het estuarium worden beschreven,
en vergeleken met een opkomende, nieuwe benadering,
waarbij de aandacht veel meer gericht is op de
morphologische en ecologische dynamiek van het
watersysteem in het estuarium. [HAAFF 22/5795]
URL:
http://www.wnf.nl/wnf/website/media/pdf/news/Changing%20estuaries.pdf
Veen, N.J. van;
Veel variatie mogelijk met geotextiele zandelementen :
in 't werk. (nl)
In: Land +
water 44(2004)6/7 p.30-31. Ill.; Tab.
4 toepassingen in de praktijk met verschillende
elementen in de recente waterbouwhistorie laten de voor-
en nadelen van geotextiele zandelementen zien. [HAAFF]
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland : voorschrift toetsen op veiligheid voor de
tweede toetsronde 2001-2006 (VTV). (nl) DWW,
2004-009, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den
Haag], 2004. 462 p
Om een landelijk eenduidig beeld te krijgen van de
veiligheid tegen overstromen als gevolg van hoog
buitenwater en om die veiligheid tegen overstromen in de
toekomst te kunnen waarborgen is in artikel 9 van de Wet
(in Appendix A) opgenomen dat vijfjaarlijks verslag wordt
gedaan over de algemene waterstaatkundige toestand van de
primaire waterkeringen. Om dit landelijk eenduidige beeld
te verkrijgen is in dit voorschrift aangegeven: • hoe te
handelen bij het toetsen op veiligheid, waarbij dit
voorschrift een uniforme maatstaf is voor de beoordeling
van de kwaliteit van de keringen die dienen ter
bescherming tegen overstroming van het dijkringgebied als
geheel; • hoe de resultaten van de toetsing gepresenteerd
worden in de rapportages van de beheerders aan
Gedeputeerde Staten; • hoe de resultaten van de toetsing
gepresenteerd worden in de rapportages van Gedeputeerde
Staten aan de minister van Verkeer en Waterstaat. [HAAFF
22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
WATERWEREN - Primaire waterkeringen - Planvorming
Jansen, P.L.M.;
Rijkswaterstaat schetst voorontwerp spuisluis
Afsluitdijk : programma van eisen laat ruimte
alternatieve ontwerpen (1) [dossier waterbouw]. (nl)
In: Land +
water 44(2004)5 p.24-25. Ill.
Om het waterpeil van het IJsselmeer in de toekomst
in de hand te houden bereidt Rijkswaterstaat de bouw voor
van een spuisluis in de Afsluitdijk. Naast de functionele
eisen spelen ook zaken als landschappelijke inpassing een
belangrijke rol bij het voorontwerp. [HAAFF]
Schaik, E.A.M. van;
Wikken en wegen bij juiste bouwmethode voor spuisluis
[Afsluitdijk (3)]. (nl)
In: Land +
water 44(2004)8 p.22-23. Ill.
Voor de nieuwe spuisluis in de Afsluitdijk
onderzocht Rijkswaterstaat de voor- en nadelen van het
bouwen in de as of aan de IJsselmeerzijde van de dijk.
Ook werd onderzoek verricht naar verschillende varianten
van hefschuiven voor de sluis.
Vrijburcht, A.;
Nieuwe spuisluis Afsluitdijk spaart Waddenzee en voert
voldoende af (2). (nl)
In: Land +
water 44(2004)6/7 p.24-25. Ill.
Beschrijving van het hydraulisch ontwerp van de
nieuwe spuisluis in de Afsluitdijk. [HAAFF]
WATERWEREN - Prim. waterk. - Uitvoering, beheer en
onderhoud
Bekledingen. (nl)
In:
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag], 2004.
p.251-353. [HAAFF 22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
Beoordeling van de veiligheid. (nl)
In:
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag], 2004.
p.49-71. [HAAFF 22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
Dijken en dammen. (nl)
In:
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag], 2004.
p.113-187. [HAAFF 22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
Dijkringgebieden en primaire waterkeringen. (nl)
In:
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag], 2004.
p.39-47. [HAAFF 22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
Duinen. (nl)
In:
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag], 2004.
p.189-226. [HAAFF 22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
Frissel, J.Y.; Hazebroek, E.;
Graslandbeheer en erosiebestendigheid van primaire
waterkeringen van Texel. (nl) Alterra-rapport, 872,
Alterra, Wageningen, 2004. 69 p
Dit rapport beschrijft een testcase voor de
vegetatie, productie en erosiebestendigheid op de
primaire waterkering van Texel. Om adequaat in te kunnen
spelen op de grenzen van het gangbare, traditionele en
toekomstige dijkgraslandbeheer is in dit experiment
gewerkt met drie bemestingsniveau’s: 0, 50 en 125 kg
N/ha/jaar, en drie verschillende uitgangssituaties. Van
1997 tot 2003 is de erosiebestendigheid en de
natuurwaarde gevolgd door middel van bodemparameters en
vegetatiesamenstelling.. [HAAFF 32/476(872) 1e ex]
[HAAFF 32/476(872) 2e ex] [LEI R1231-872]
URL:
http://www.alterra.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport872.pdf
Handboek dijkbewaking : een samenverking van Waterschap Groot Salland, Waterschap Rijn en IJssel, Waterschap Rivierenland, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Waterschap Veluwe, Waterschap Peel en Maasvallei, Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden, Waterschap Vallei & Eem, Waterschap Aa en Maas, Waterschap Roer en Overmaas. (nl) Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden, Gorinchem, 2004. 87 p [HAAFF 22/5792]
Hazebroek, E.;
Beoordeling erosiebestendigheid dijkgrasland Friese kust: Waddenzeedijk Terschelling. (nl) Alterra-rapport,
1002, Alterra, Wageningen, 2004. 44 p
Ter ondersteuning van het integraal beleid voor het
behoud en beheer van waterkeringen is onderzoek verricht
naar de actuele erosiebestendigheid van de grasmat van de
Waddenzeekust van Terschelling. [HAAFF 32/476(1002) 1e
ex] [HAAFF 32/476(1002) 2e ex] [ECLNV NL 02 / 1002]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1002.pdf
Post, L.;
Landmeten neemt een nieuwe vlucht. (nl)
In: Neerslag
39(2004)3 p.11-14. figs.; ills.
Waterschap Rijn en IJssel is verantwoordelijk voor
het waterbeheer in een deel van het oosten van ons land.
Speerpunt van het waterschap is ‘Waterbeheer, Veilig en
op Maat’. Een onderdeel van het beheer is de
hoogwaterbeveiliging, waarin de 140 kilometer
rivierdijken de hoofdrol spelen. Met het inmeten van de
dijken met een helikopter laat het Waterschap zien, dat
zij de inzet van moderne hulpmiddelen bij het eeuwenoude
dijkenbeheer niet schuwt.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=320
Waterkerende kunstwerken. (nl)
In:
De veiligheid van de primaire waterkeringen in
Nederland.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag], 2004.
p.227-249.
Het betreft: sluizen, stormvloedkeringen,
kadewanden, gemalen, duikers etc. Constructies buiten de
primaire waterkering liggen, zoals kribben, pieren,
golfbrekers en andere kustverdedigingswerken, worden
alleen in de toetsing betrokken als deze van invloed zijn
op belastingen of op de stabiliteit van de kering.
[HAAFF 22/5649(3)]
URL:
http://www.waterkeren.nl/toetsen/downloads/vtv/VTV2004.pdf
WATERWEREN - Niet-primaire waterkeringen
Berg, P. van den; Hemert, H. van; Wentholt, L.R.;
Het korte-termijn droogteonderzoek veenkaden in
retrospectief. (nl) STOWA rapport, 2004-08, STOWA,
Utrecht, 2004. 7 p
Naar aanleiding van de gebeurtenissen te Wilnis en
Terbregge heeft op 2 september 2003 een
deskundigen-overleg plaats gevonden, geïnitieerd door de
Unie van Waterschappen. Op dit overleg is de STOWA
gevraagd om voor de sector een aantal urgente
onderzoeksvragen op te pakken, waarbij de vraagstelling
zich toespitste op de volgende 5 vragen: • In welke
gebieden bevinden zich kaden die kwetsbaar zijn voor
verdroging? • Wat zijn belangrijke aandachtspunten bij de
visuele inspectie van (veen-) kaden? • Welke technische
hulpmiddelen kunnen de kade-inspectie ondersteunen? •
Welke noodmaatregelen kunnen worden genomen? • Hoe lang
dienen de veenkaden met verhoogde waakzaamheid te worden
geïnspecteerd? Dit rapport bevat een concluderende
samenvatting van belangrijke resultaten.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties/mID_4787_cID_3774_Het%20korte-termijn%20droogte-onderzoek%20veenkaden%20in%20retrospectief.pdf
Calle, E.O.F.; Meer, M.T. van der;
Beslissingsondersteuning inspectie verdroogde
boezemkaden. (nl) STOWA rapport, 2004-06, STOWA,
Utrecht, 2004. versie 1. 52 p
De recente periode met extreme droogte heeft geleid
tot grote problemen met boezemkaden. Met der-gelijke
condities is tot op heden geen rekening gehouden. Over de
mechanismen die tijdens of na een periode van extreme
droogte kunnen optreden, is nog weinig bekend. Dit
betekent dat de waterschappen bijzonder alert moeten
zijn. Concreet leidt dit tot: * verkennende inspecties om
zicht te krijgen op de aard en omvang van de
droogte-effecten; * inspecties naar aanleiding van
schademeldingen van omwonenden, passanten, etc.; *
verhoogde waakzaamheid in verband met het grote
beschermde belang achter de kaden; * verscherpte
inspecties op (bekende) kwetsbare kadevakken. Voor de
bepaling van de urgentie en intensiteit van inspecties,
als ook voor een eerste beoordeling van
inspectieresultaten, is inzicht nodig in de mechanismen
die kunnen optreden als gevolg van extre-me droogte (en
hiermee samenhangend in de factoren die bepalend zijn
voor de kwetsbaarheid van de kaden). Daarnaast is er
behoefte aan een methodische aanpak waarmee snel een
overzicht wordt verkregen in de beschikbaarheid en
relevantie van gebiedservaring en informatie.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties/mID_4787_cID_3774_beslissingondersteuning%20inspectie%20verdroogde%20boezemkaden.pdf
Dekker, J.; Bruijn, H.T.J. de;
Onderzoekers ontrafelen raadsel van Wilnis :
afschuiven ringdijk werpt licht op droogteprobleem (1)
[dossier waterbouw]. (nl)
In: Land +
water 44(2004)5 p.22-23. Ill.
Dit 1e artikel over de dijkdoorbraak van Wilnis
gaat in op de 1e fase: van brainstormsessie tot het
vinden van de locatie van het glijvlak.
Dekker, J.; Bruijn, H.T.J. de;
Onderzoekers ontrafelen raadsel van Wilnis (2). (
nl)
In: Land +
water 44(2004)6/7 p.26-27. Ill.
Beschrijving van de opeenvolging van gebeurtenissen
rond de kadeverschuiving in Wilnis, zoals onderzoekers
die hebben kunnen reconstrueren. [HAAFF]
Hemert, H. van; Wentholt, L.R.;
Stabiliteit van veenkaden: de stand van zaken. (
nl) STOWA rapport, 2004-07, STOWA, Utrecht,
2004. versie 1. 5 p
De eindresultaten van het STOWA – veenkade
onderzoek worden dit voorjaar verwacht. Vooruitlopend op
deze eindresultaten wil de STOWA op dit moment al enkele
algemene aanbevelingen doen betreffende maatregelen die
genomen kunnen worden ter voorbereiding op een volgende
droogte periode. De belangrijkste aanbeveling betreft het
verkrijgen van inzicht in (de variatie in) het evenwicht
tussen het gewicht van het veenpakket en de
grondwaterdruk inde zandondergrond. Dit zgn.
opdrijf-potentieel vormt een belangrijke indicatie van de
kwetsbaarheid van veenkaden voor verdroging en daarmee
het gevaar voor het optreden van een belangrijke schakel
bij het bezwijken van de veenkade bij droogte: opdrijven.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties/mID_4787_cID_3774_stabiliteit%20van%20veenkaden%20-%20de%20stand%20van%20zaken.pdf
Heuer, L.A.;
Handreiking regionale keringen en gebruikersfuncties.
(nl) STOWA, 2000 29, STOWA, Stichting Toegepast
Onderzoek Waterbeheer, Utrecht,
Netherlands, 2000. [162] p
Het doel van deze handreiking is om beheerders een
instrument te bieden om adequaat in te spelen op
bovengenoemde maatschappelijke ontwikkelingen.
Vergunning- en ontheffingverlening spelen hierbij een
belangrijke rol. De handreiking geeft een stappenplan,
gebaseerd op een aantal standaardformulieren, waarmee
alle elementen die een rol spelen bij vergunning- en
ontheffingverlening aan de orde komen. Zo wordt de kans
verkleind dat bijvoorbeeld belangen niet bij de
besluitvorming betrokken worden of dat besluitvorming
niet vastgelegd wordt. Kwaliteitsborging staat centraal
in de handreiking. [HAAFF 32/440(2000-29)]
Hogezand, R. van; Hoes, O.; Strijker, J.;
Werknormen voor regionale wateroverlast worden duur
betaald! : Hollands Noorderkwartier berekent kosten van
versterking boezemkaden èn verbetering waterhuishouding
in polders. (nl)
In: H twee O
37(2004)16 p.38-39. 3 fig., tab.
Hollands Noorderkwartier heeft (in samenwerking met
de provincie) het totale beheersgebied getoetst aan de
normen voor het verwerken van regionale wateroverlast.
Voor tien procent van de peilvlakken geldt, dat ze niet
voldoen aan de norm. Daarvoor is een oplossing gezocht,
waarvan de kosten 280 miljoen zullen bedragen. Vervolgens
is met behulp van een risicoanalyse de kostenefficiency
van de maatregel berekend. [HAAFF]
Joosten, R.; Strijker, J.; Broersma, L.; Eikelenboom, H.;
Hollands Noorderkwartier werkt aan normering
boezemkaden : normen voor wateroverlast in polders als
richtlijn. (nl)
In: H twee O
37(2004)13 p.38-40. figs.; tabs.
De provincies staan samen met de waterbeheerders
voor de opgave om een beschermingsniveau vast te stellen
voor de boezemkaden. Boezemkaden worden veelal genormeerd
per kadering. In Noord-Holland is gezocht naar een
normering die aansluit bij de normering voor
wateroverlast in polders. De voorgestelde normering wordt
op dit moment bestuurlijk getoetst en heeft daarom nog de
status van werknormering. [HAAFF]
WATERSYSTEEM - Algemeen
Buuren, M. van;
Sloop de dijken : gewaagde oplossing voor toekomstig
waterbeheer. (nl)
In: Topos :
periodiek Lab. Ruimtelijke Planvorming 14(2004)2
p.26-28. afb., samenvatting (en).
Een uiteenzetting over de nieuwe aanpak voor de
strijd tegen water: de rivierverruimende maatregelen.
Achtergronden bij de planologische kernbeslissing ruimte
voor de rivier. [HUCHT]
Duinhoven, G. van;
Ruimte voor de rivier, hoe zat dat ook al weer? ;
lonkend rivierenland moet bestuurders uitdagen. (nl)
In: Vakblad
natuur bos landschap 1(2004)6/7 p.2-6. 1 krt.
Achtergronden bij de totstandkoming van de
planologische kernbeslissing ruimte voor de rivier. Met
daarnaast de visie van Staatsbosbeheer op dit plan, zoals
dat neergelegd is in het rapport "Lonkend rivierenland".
[HAAFF]
HarmoniQuA : Harmonising Quality Assurance in model
based catchment and river basin management 2002-2005. (website)
(en) Wageningen University, Information Technology
Group, Wageningen, 2004.
HarmoniQuA forms part of the CATCHMOD cluster of
projects; supporting the implementation of the WFD. It
aims to provide a user friendly guidance and QA framework
for use in model based river management. It will prompt
users with the appropriate 'next step' in the modelling
process and provide an audit trail to check previous
decisions. The approach targets management at catchment
and river basin scales with the overall goal of improving
the quality of modelling and therefore enhancing the
confidence of all stakeholders in them. HarmoniQuA
attempts to serve several types of users in a series of
water management domains, in jobs of varying complexity
and application. Users working on a specific job will
only be confronted with guidance relevant to them in
their present context. The website also provides access
to the State-of-the-Art Report on Quality Assurance in
modelling related to river basin management.
URL:
http://harmoniqua.wau.nl (website)
Herwijnen, M. van; Goosen, H.; Asselt, H. van;
Oosterhuis, F.;
Biedt 'Ruimte voor Water' ook ruimte voor natuur?.
(nl)
In: H twee O
37(2004)8 p.28-31. 3 refs., 2 tab.
Landelijke beleidsmakers zien mogelijkheden in de
combinatie van water- en natuurdoelstellingen. Inmiddels
is ook al in een aanzienlijk aantal praktijkprojecten
ervaring opgedaan met deze functiestapeling. Voor de
Natuurbalans 2003 werd aan de hand van acht
voorbeeldprojecten onderzocht welke factoren
doorslaggevend zijn voor het succesvol realiseren van de
natuurdoelen. De conclusie luidt dat met name 'robuuste'
natuur goed gecombineerd kan worden, dat veiligheid een
argument is dat belanghebbende burgers overtuigt, dat een
goed juridisch en bestuurlijk kader en een integrale
streekbenadering van groot belang zijn én dat voorgaande
punten met name in het rivierengebied inmiddels
gerealiseerd zijn. [HAAFF]
Instrumentarium WaterSysteemRapportage. (website) (nl)
Rijkswaterstaat, Rijswijk, 2003.
iWSR is het standaard hulpmiddel bij het opstellen
van WaterSysteemRapportages op ieder niveau. Er wordt nu
ook hard gewerkt om iWSR ook geschikt te maken voor de
Kader Richtlijn Water (KRW). Op de downloadpagina staat
de iWSR 1.2 software (april 2004)en de algemene en
installatie handleiding. Verder op de site: de
achtergrond, een helpdesk, voorbeeld, cursusdata en een
nieuwsbrief.
URL:
http://www.mx-groep.nl/rwsr/ (website)
Kiers, A.; Bruins, G.; Wolf, I. de;
Eerste evaluatie van maatregelen uit een waterplan :
Wierden betrekt ook landelijk gebied in plan. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.42-43. ills.
Gemeente Wierden, waterschap Regge en Dinkel, WMO
(thans Vitens) hebben, ondersteund door het adviesbureau
DHV, voor de zomer van 2002 het Waterplan Wierden
afgerond. Het onderscheidt zich van andere waterplannen
doordat zowel het stedelijk als het landelijk gebied in
het waterplan zijn meegenomen én het waterplan is
uitgewerkt tot concrete maatregelen, trekkersrollen en
kosten. Inmiddels is het Waterplan Wierden anderhalfjaar
richtinggevend voor de waterprojecten van de gemeente.
Voorzover bekend is Wierden de eerste gemeente, die op
basis van een concreet maatregelenpakket een
voortgangsevaluatie van het waterplan heeft uitgevoerd.
[HAAFF]
Kuiper, R.;
Milieu en natuureffecten Nota Ruimte. (nl)
RIVM-rapport, nr. 711931009, RIVM, Bilthoven,
Netherlands, 2004. 96 p beleidssamenvatting (15 p.).
De Nota Ruimte beoogt de verstedelijking te
bundelen rondom de grotere steden. Hierdoor kunnen de
gewenste stedelijke en groene woonmilieu’s
ontstaan, terwijl tegelijkertijd de aantasting van natuur
en landschap beperkt blijft en voorzieningen bereikbaar
blijven. De nota biedt echter geen garanties om ervoor te
zorgen dat provincies en gemeenten milieu en natuur goed
in hun ruimtelijk beleid laten doorwerken. Dit blijkt uit
de evaluatie van de Nota Ruimte, die het Milieu- en
Natuurplanbureau (MNP-RIVM) heeft verricht op verzoek van
het ministerie van VROM. [HAAFF 39/340(2004-01)]
[HAAFF 39/340(2004-01)SS)] [HUCHT BM 978] [DLGGRO
MIL ALG 42] [LEI R1133-2004/0009] [LEI
R1133-2004/009(S)]
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/711931009.pdf
Leenen, J.; Blind, M.; Giessen, A. van der; Groenendijk,
P.[et al.];
Kennisintegratie via (inter)nationale samenwerking :
'Standaard Raamwerk' maakt koppeling rekenmodellen
mogelijk. (nl)
In: H twee O
37(2004)10 p.38-39. ill.
Maatschappelijke afwegingen in het waterbeleid en
-beheer zijn veelomvattend. Ze vragen om steeds meer
samenwerking tussen diverse organisaties, ook voor
uitwisseling van informatie. Zes Nederlandse
kennisinstituten (Alterra, TNO, RIVM, Rijkswaterstaat,
STOWA en WL/Delft Hydraulics) hebben daarom gezamenlijk
het 'Standaard Raamwerk' ontwikkeld: een soort van
infrastructuur voor ICT die het mogelijk maakt om
verschillende rekenmodellen en bijbehorende gegevens aan
elkaar te koppelen tot een samenhangend
modelinstrumentarium voor integrale analyses van water en
milieu. Zo kan de kennis van verschillende
kennisinstellingen optimaal worden benut. Met enkele veel
toegepaste modellen is de praktische bruikbaarheid van
het raamwerk inmiddels aangetoond. Het is intussen
overgenomen op Europese schaal. Uiteindelijk moet het
leiden tot een moderne IT-architectuur die het beleid en
beheer op watergebied op een snelle, flexibele en
geharmoniseerde wijze ondersteunt. [HAAFF]
Maaskant, J.;
Informatieanalyse waterbeheer : beleidsmonitor water.
(nl) RIVM rapport, 500799001, RIVM, Bilthoven,
Netherlands, 2003. 112 p
De beleidsmonitor water (BMW), een initiatief van
Verkeer en Waterstaat, MNP en RIVM, voorziet onder meer
in een analyse van de informatievoorziening van de
bestaande rapportages over het waterbeleid, waaronder
Water in Beeld, in relatie tot de gewenste VBTB
rapportage (Van Beleidsbegroting tot
Beleidsverantwoording)..
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500799001.pdf
Milieubalans 2004 : het Nederlandse milieu verklaard.
(nl)
In: RIVM,
Bilthoven, 2004.
Op basis van de Wet milieubeheer brengt het Milieu-
en Natuurplanbureau van het RIVM jaarlijks een
Milieubalans uit. Daarin wordt de ontwikkeling in de
toestand van het milieu en de effectiviteit van het
gevoerde beleid beschreven. Milieubalans 2004 is de
tiende die wordt uitgebracht. In het proces van
beleidsvoorbereiding tot beleidsverantwoording (VBTB)
staan bij de verantwoording de volgende vragen centraal:
Worden de doelen gehaald?, Wat is de bijdrage van het
beleid daaraan?, Wat heeft het gekost? en Had het
goedkoper gekund. Achtereenvolgens komen aan bod:
klimaatverandering; verzuring en grootschalige
luchtverontreiniging; milieukwaliteit in het landelijk
gebied; kwaliteit van de leefomgeving; De bijlagen geven
de cijfermatige onderbouwing van de analyse in de tekst.
[HAAFF 39/298(MB04)]
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/digitaaldepot/MB2004totaal.pdf
Milieucompendium 2004 : milieu in cijfers. (nl)
In: RIVM
, Bilthoven, 2004.
Het milieucompendium bevat milieugegevens, zoals
die verzameld worden door het CBS en het Milieu- en
Natuurplanbureau. De gegevens in het boek vormen een
selectie van wat op de website beschikbaar is
(respectievelijk 90 indicatoren tegenover 450 op de
website). [HAAFF 4/133]
URL:
http://www.rivm.nl/milieuennatuurcompendium/nl/
Mineralen beter geregeld : evaluatie van de werking
van de Meststoffenwet 1998-2003.(nl) RIVM rapport,
500031001, RIVM, Bilthoven, 2004. 170 p
In de Meststoffenwet is vastgelegd, dat LNV
tweejaarlijks verslag doet van de werking van de wet. De
uitvoering is bij het Milieu- en Natuurplanbureau gelegd.
Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd met een groot aantal
partners. [HAAFF 39/340(2004-02)] [ECLNV NL 18 /
2004/april] [LEI R1133-500031001]
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500031001.pdf
Het nationaal bestuursakkoord water. (nl)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag,
Netherlands, 2003. 24 p
URL:
http://www.nederlandleeftmetwater.nl/downloads/pdf/bijl_4_nbw_nlmw.doc (Word document)
Ontwerp derde waterhuishoudingsplan Gelderland 2005-2009. Dl. I: Het beleid. (nl) Provincie Gelderland,
[Arnhem], 2004. 88 p 2 krt.
Het Waterhuishoudingsplan (WHP-3) schetst de
mogelijkheden om de kansen van water voor mens en natuur
in Gelderland goed te benutten. Ook staan er maatregelen
in tegen overstroming van grote rivieren en maatregelen
om wateroverlast na hevige regenval te voorkomen.
Gedeputeerde Staten (dagelijks bestuur) stelden dit plan
29 juni in ontwerp vast. [HAAFF 22/5806(1)]
URL:
http://www.gelderland.nl/whp3/WHP3_deel_1.pdf
Ontwerp derde waterhuishoudingsplan Gelderland 2005-2009. Dl. II: Uitvoeringsprogramma. (nl) Provincie
Gelderland, [Arnhem], 2004. 44 p
Het Waterhuishoudingsplan (WHP-3) schetst de
mogelijkheden om de kansen van water voor mens en natuur
in Gelderland goed te benutten. Ook staan er maatregelen
in tegen overstroming van grote rivieren en maatregelen
om wateroverlast na hevige regenval te voorkomen.
Gedeputeerde Staten (dagelijks bestuur) stelden dit plan
29 juni in ontwerp vast. [HAAFF 22/5806(2)]
URL:
http://www.gelderland.nl/omgevingsplannen/ONTWERP%20WHP%20deel%20II.pdf
Ontwerp derde waterhuishoudingsplan Gelderland 2005-2009. Dl. III: Bijlagen. (nl) Provincie Gelderland,
[Arnhem], 2004. 36 p
Het Waterhuishoudingsplan (WHP-3) schetst de
mogelijkheden om de kansen van water voor mens en natuur
in Gelderland goed te benutten. Ook staan er maatregelen
in tegen overstroming van grote rivieren en maatregelen
om wateroverlast na hevige regenval te voorkomen.
Gedeputeerde Staten (dagelijks bestuur) stelden dit plan
29 juni in ontwerp vast. [HAAFF 22/5806(3)]
URL:
http://www.gelderland.nl/omgevingsplannen/ONTWERP%20WHP%20deel%20III.pdf
Onze Maas : ruimte voor de rivier én voor ontwikkeling
in Limburg. (nl) Provincie Limburg, Maastricht,
Netherlands, 2004. 24 p
URL:
http://www.limburg.nl/upload/pdf/OnzeMaas_RuimteVoorDeRivierEnVoorOntwikkelingInLimburg.pdf
Peeters, R.; Steenstra, M.;
De regie zoek in de sturingsdriehoek? : een onderzoek
naar de effectiviteit van sturing door de provincie in
het regionaal waterbeleid. (nl) [s.n], [s.l.],
Netherlands, 2004. 125 p [HUCHT SN 04-04]
Reinhard, S.; Bakel, J. van; Gaaff, A.; Bommel, K. van;
Waarderen van water in een regionaal watersysteem.
(nl) Rapport / LEI, Domein 4, Ruimte en economie, .
4.04.03, LEI, Den Haag, 2004. 87 p
Dit rapport betreft het ontwikkelen van een methode
om water in een regionaal watersysteem te kunnen
waarderen. De economische context van de waardebepaling
van water is beschreven, waarbij de kenmerken van water
als economisch goed een rol spelen. Op basis hiervan is
een kader voor de waardebepaling geformuleerd, ontleend
aan de welvaartstheorie. De waarde van water kan alleen
voor een specifieke situatie worden bepaald. Hiertoe
wordt een casestudy uitgewerkt. In het casestudygebied
wordt een maatregel doorgerekend om de piekafvoer te
reduceren door het water langer bovenstrooms vast te
houden. Een economische analyse van de afweging tussen
vermeden schade benedenstrooms en kosten bovenstrooms is
uitgewerkt. De veranderingen ten gevolge van de maatregel
in het casestudygebied zijn gewaardeerd. De resultaten
van de casestudy tonen aan dat het ontwikkelde raamwerk
geschikt is om water te waarderen in een regionaal
watersysteem.. [LEEUW P0641,4.04.03] [LEI
L32-4.04.03(A)] [ECLNV NL 03 / 4.04.03]
URL:
http://www.lei.wageningen-ur.nl/publicaties/PDF/2004/4_xxx/4_04_03.pdf
Smits, F.J.C.; Hemker, C.J.;
Koppeling Duflow - MicroFem. (nl)
In: Stromingen
10(2004)2 p.7-20. 9 fig., 12 refs.
In dit artikel wordt een methode beschreven om de
stromingsmodellen Duflow (voor oppervlaktewater) en
MicroFem (voor grondwater) aan elkaar te koppelen.
[HAAFF]
Vogelzang, T.A.; Enserink, B.; Bavel, M.A.H.J. van;
Dicke, W.M.; Kamps, D.P.; Puister, L.F.;
Geld als water : een onderzoek naar de strategische
beleidsruimte van het Ministerie van LNV voor het
combineren van natuur- en waterinvesteringen. (nl)
Rapport / LEI, Domein 3, Natuurlijke hulpbronnen en
milieu, . 3.04.04, LEI, Den Haag, 2004. 56
p
In dit rapport wordt verslag gedaan van een
onderzoek naar de strategische beleidsruimte van het
Ministerie van LNV voor het inbrengen van haar belangen
in en het zoeken van strategische partners betreffende de
reservering van ruimte voor natuurontwikkeling in andere
beleidsarena's. Het gaat daarbij primair om de arena van
het waterbeleid. Het onderzoek is opgehangen aan een
tweetal concrete beleidsprojecten die momenteel in
uitvoering zijn, te weten het Nationaal Bestuursakkoord
Water en het project Ruimte voor de Rivier. Daarvoor is
in eerste instantie het bestuurlijke en politieke
krachtenveld rond deze projecten in kaart gebracht en
worden de kansen en bedreigingen die beide projecten voor
het Ministerie van LNV inhouden beschreven. Vervolgens
wordt ingegaan op een aantal thema's en beleidsvel-den
die voor natuur- en waterinvesteringen van belang zijn,
waarna de mogelijke strategieën voor het Ministerie van
LNV om te interveniëren in het gecombineerde natuur- en
waterveld geanalyseerd worden. Het rapport sluit af met
een aantal conclusies en aanbevelingen. [LEEUW
P0641,3.04.04] [LEI L32-3.04.04(A)] [ECLNV NL 03 /
3.04.04]
URL:
http://www.lei.dlo.nl/publicaties/PDF/2004/3_xxx/3_04_04.pdf
Vranken, L.; Satijn, B.;
Leren 'leven met water' : Acht voor Ruimte. (nl)
In: Civiele
techniek 59(2004)2 p.34-35. 3 afb.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water is door
provincies, gemeenten, waterschappen en het rijk de
intentie uitgesproken om beschikbare kennis te delen en
keninisontwikkeling te bevorderen. Daartoe is een
programmabureau opgezet (met een budget van 45,7 miljoen
te besteden in zes jaar), middels de Stichting Leven met
Water i.o., dat zijn plaats vindt binnen CUR. [NIEUWL]
URL:
http://www.kennisruimte.nl/ (website)
Water in beeld 2004 : voortgangsrapportage over het
waterbeheer in Nederland. (nl)
CIW,
Den Haag, 2004. [HAAFF 22/178(3V)]
WATERSYSTEEM - Grondwater
Berendrecht, W.L.; Gehrels, J.C.; Geer, F.C. van;
Heemink, A.W.;
Een niet-lineair tijdreeksmodel voor
grondwaterstandsfluctuaties in gedraineerde gebieden.
(nl)
In: Stromingen
10(2004)2 p.21-35. 11 fig., 12 refs., 3 tab.
Bij de toepassing van tijdreeksanalyse op
grondwaterreeksen wordt de respons van grondwater op
neerslagoverschot over het algemeen lineair
verondersteld. In gedraineerde gebieden is deze aanname
echter niet meer te rechtvaardigen. [HAAFF]
Biesheuvel, A.; Baalen, S. van; Doornbos, A.;
Voorspelling ontwikkeling grondwaterkwaliteit van
winning Archemerberg [thema drinkwater]. (nl)
In: H twee O
37(2004)8 p.24-27. figs.; tabs.; 6 refs.
De nitraat- en nikkelgehalten in het opgepompte
grondwater bij de drinkwaterwinning Archemerberg nemen de
laatste jaren toe. Omdat Vitens de winning wil blijven
inzetten, is inzicht in de verdere ontwikkeling
noodzakelijk. In dit artikel wordt het onderzoek hiernaar
toegelicht, waarbij de nadruk ligt op de ontwikkeling van
de concentraties nitraat, nikkel en ijzer in de komende
25 jaar. [HAAFF]
Boer, H.C. de; Hoving, I.E.; Remmelink, G.J.;
Reductie van nitraatuitspoeling uit grasland op droge
zandgronden = Reduction of nitrate leaching from
grassland on drought-sensitive sandy soils. (nl,en)
PraktijkRapport, Rundvee, . 42, Animal Sciences Group,
Praktijkonderzoek, Lelystad, 2004. 35 p
[IAHLD SERIES 42] [ZODIAC MAG NN39230,42]
Bolt, F.J.E. van der; Jacobs, C.M.J.; Kuikman, P.J.;
Reductie van lachgasemissie door ontwikkeling van "Best
management practices": Beperking van lachgasemissie door water- en peilbeheer
en bij beregening : eindrapport voor Reductieplan overige
broeikasgassen Landbouw Cluster 1. (nl)
Alterra-rapport, 560.6, Alterra, Wageningen,
Netherlands, 2004. 54 p
In het kader van het Reductie Plan Overige
Broeikasgassen (ROB Landbouw) zijn de mogelijkheden voor
het verminderen van de emissie van lachgas (N2O) uit als
gevolg van water- en peilbeheer en beregening bestudeerd.
In de periode tussen augustus 2000 en juli 2003 zijn door
middel van proeven effecten van een aantal ingrepen in
water- en peilbeheer en met betrekking tot beregening op
de veranderingen in de N2O-emissie onderzocht. In dit
rapport worden de resultaten van het onderzoek
gepresenteerd. Het blijkt moeilijk de effecten van
waterbeheer op de emissie van lachgas te meten. De
emissie verloopt via kort durende maar hoge pieken. Uit
incidentele metingen kan de jaarlijkse emissie niet goed
worden geschat. Modellen kunnen worden gebruikt om de
variatie in de tijd te analyseren. Daartoe moeten wel de
hydrologisch relevante variabelen worden gemeten. Een
integrale analyse van de effectiviteit van de maatregelen
samen met die van maatregelen uit andere ROB-projecten is
nodig om interacties tussen maatregelen en risico’s van
afwenteling naar andere emissies (zoals methaan, ammoniak
en nitraat) te kwantificeren. Verhogen van de
oppervlaktewaterpeilen in veengebieden is de meest
perspectiefvolle maatregel. Dit effect wordt in
belangrijke mate veroorzaakt doordat de mineralisatie van
veen afneemt bij minder diepe waterstanden. [HAAFF
32/476(560.6) 1e ex.] [HAAFF 32/476(560.6) 2e ex.]
[ECLNV NL 02 / 560.6]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport560.6.pdf
Bouma, J.H.; Weeda, R.;
Actief grondwaterbeheer voorkomt droogstand houten
paalfunderingen. (nl)
In: Land +
water 44(2004)5 p.30-31. Ill.
De gemeente Dordrecht heeft metingen uitgevoerd
naar het effect van de aanleg van een
drainage-infiltratiesysteem in een woonwijk. Het systeem
maakt het mogelijk de grondwaterstanden naar wens te
verlagen of te verhogen. Geconcludeerd wordt dat paalrot
aan houten funderingen hiermee is te voorkomen. [HAAFF]
Dam, J.C. van; Rooij, G.H. de; Heinen, M.[et al.];
Concepts and dimensionality in modeling unsaturated
water flow and solute transport. (en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress, challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 1. 11 fig., 106 refs., 7 tab.
The main focus of this paper is the use of
Richards' equation for soil water flow and on
solute-spreading mechanisms in one or more dimensions.
Model integration or model coupling of water flow and
solute transport models is increasingly used to address
complex environmental problems. In the final part of the
paper we present a SWOT (Strengths, Weaknesses,
Opportunities and Threats) analysis pertaining to these
approaches. [HAAFF www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/01_van_dam.pdf
Delft, S.P.J. van; Holtland, J.; Runhaar, J.; Streefkerk,
J.;
Verdroging natuurgebieden in kaart gebracht. (nl)
In: H twee O
37(2004)13 p.13-15. figs.; ill.; 16 refs.
Alterra ontwikkelde een methode waarbij de mate van
verdroging bepaald wordt door vergelijking van de actuele
situatie met een niet verdroogde referentie. Het
instituut maakt hierbij gebruik van zowel bestaande
gegevens als veldwaarnemingen in boorgaten en aan
oppervlaktewater. Staatsbosbeheer ontwikkelde een methode
die voor natte en vochtige standplaatsen meer
gedetailleerde informatie over het
grondwaterstandsverloop afleidt uit vegetatiekarteringen.
Combinatie van deze methoden geeft een goed inzicht in de
mate van verdroging in een natuurgebied. De toelichting
gebeurt aan de hand van een verdrogingskartering (186 ha)
van Beekvliet in de Achterhoek. [HAAFF]
Dijk, T.A. van; Loon, T.S. van;
Dossier nitraat : de nitraatuitspoeling uit droge
zandgronden, een overzicht. (nl) Rapport / Nutrienten
Management Instituut, 921.03-II, NMI, Wageningen,
Netherlands, 2003. 52 p
URL:
http://www.nmi-agro.nl/_public/project/nitraat/DossierNitraat.pdf
Feddes, R.A.; Rooij, G.H. de; Dam, J.C. van;
Unsaturated-zone modeling : progress, challenges and
applications, papers for the Frontis workshop on
unsaturated-zone modeling, progress, challenges and
applications, Wageningen, The Netherlands 3 - 5 October
2004. (en) Frontis, Wageningen, 2004.
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/index.html
Feddes, R.A.; Raats, P.A.C.;
Parameterizing the soil - water - plant root system.
(en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress, challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 4. 11 fig., refs.
Root water uptake is described from the local
scale, to the field scale and to the regional and global
scales. The local macroscopic model can be incorporated
in Soil-Plant-Atmosphere Continuum (SPAC) numerical
models, like the SWAP, HYSWASOR, HYDRUS, ENVIRO-GRO and
FUSSIM models. These SPAC models in turn can be used for
upscaling, first to the field scale and from there to the
regional and global scales. As Global Climate Models
(GCMs) show a strong sensitivity to continental
evaporation, closer root water-uptake modeling might
improve soil vegetation control instead of uncontrolled
continental evaporation. [HAAFF www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/04_feddes.pdf
Geelen, L.; Haan, M. de; Raterman, B.;
Vergelijking van de ecologische modellen ECOMOD en
NICHE-duinen. (nl) Waterleidingbedrijf Amsterdam,
Vogelenzang, 2004. 26 p
Sinds 1989 wordt er bij Waterleidingbedrijf
Amsterdam ecohydrologisch onderzoek uitgevoerd om
waterwinning en natuurbeheer in de Amsterdamse
Waterleidingduinen optimaal te integreren. Voor dit
project heeft Waterleidingbedrijf Amsterdam eigen
hydrologische en ecologische modellen ontwikkeld. Het
hydro-ecologische voorspelmodel ECOMOD is een model met
fuzzy beslisregels gebaseerd op expert judgement.
Voorspellingen worden gedaan op het niveau
standplaatsfactoren van ecotopen. Vanaf 1994 is bij Kiwa
gewerkt aan de ontwikkeling van het hydro-ecologische
effectvoorspellingsmodel NICHE-duinen. Het model berekent
de effecten van hydrologische ingrepen op de standplaats.
Daarna worden de standplaatskenmerken vertaald naar
potentiële vegetatietypen. Het in 1999 gestarte project
heeft als doel een sterkte zwakte analyse te geven voor
beide modellen en tot aanbevelingen te komen voor de
meest geschikte methode voor ecologische
effectvoorspelling. . Dit rapport verslaat de
vergelijkende modelstudie. [HAAFF 44/500]
Gosen, A.M.; Schouwenaars, J.M.;
Simulation of groundwater fluctuations and water
stress in newly formed sphagnum layers after rewetting.
(en)
In: Päivänen, J.[ed.];
Proceedings of the 12th international peat congress.
Finnish Peatland Society, Tampere, 2004. p.365-371. 6
refs.
In the Fochteloerveen bog relict in the north of
the Netherlands, rewetting has started several decades
ago. Model simulations were used to evaluate the impact
of different physical site conditions on groundwater
table fluctuations and water stress conditions in
Sphagnum layers. [NIEUWL]
Groenendijk, P.; Eertwegh, G.A.P.H. van den;
Drainage-water travel times as a key factor for
surface water contamination. (en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress, challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 5. 13 fig., 64 refs., 5 tab.
The interrelationships between soil, subsoil and
surface waters make it unrealistic to treat the saturated
and unsaturated zones and the discharge to surface waters
separately. A formulation for upscaling the groundwater
flow field is presented which yields the average vertical
flux as a key factor for describing the travel time
implicitly. Analytical solutions are given for the
upscaled description for the transport. The analytical
approach, which includes the main properties of the soil
system as well as the drainage system, proves to be
useful for the prediction of solute concentrations in
exfiltrating groundwater.. [HAAFF www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/05_groenendijk.pdf
Gruijter, J.J. de; Horst, J.B.F. van der; Heuvelink,
G.B.M.; Knotters, M.; Hoogland, T.;
Grondwater opnieuw op de kaart : methodiek voor de
actualisering van grondwaterstandsinformatie en
perceelsclassificatie naar uitspoelingsgevoeligheid voor
nitraat. (en) Alterra-rapport, 915, Alterra,
Wageningen, 2004. 70 p
Dit rapport beschrijft en motiveert de methodiek
voor actualisatie van grondwaterstandsinformatie en
perceelsclassificatie naar uitspoelingsgevoeligheid zoals
die vanaf eind 2003 door Alterra wordt toegepast. Eerst
wordt via 'gerichte opname', tijdreeksanalyse en
regressieanalyse de klimaatsrepresentatieve GxG bepaald
op de locaties van een verdicht meetnet, en wordt
gebiedsdekkende hulpinformatie verzameld vanuit het AHN
en andere bronnen. Vervolgens vindt, gebruik makend van
deze gegevens en hun onderlinge correlaties,
geostatistische simulatie plaats van een groot aantal
(300) gebiedsdekkende GxG velden. Tenslotte worden de
percelen op basis van deze simulaties geclassificeerd
m.b.v. een door de gebruiker te kiezen GxG criterium, een
oppervlaktecriterium, en een kanscriterium. Dit laatste
bepaalt de kans op misclassificaties. [HAAFF 32/476(915)
1e ex] [HAAFF 32/476(915) 2e ex] [ECLNV NL 02 / 915]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport915.pdf
Heijkers, J.;
Estimating water balance components at various spatial
and temporal scales [aquapodium promovendus]. (nl)
In: Stromingen
10(2004)2 p.67-73. 25 refs.
Aquapodium biedt promovendi de gelegenheid
tussentijds hun bevindingen te publiceren. Joost Heijkers
is de eerste in de rij. [HAAFF]
Holshof, G.; Willems, J.;
Invloed eerder opstallen en verlagen stikstofbemesting
op de hoeveelheid minerale-N in de bodem en de
nitraatconcentratie in bovenste grondwater = The
influence of earlier indoor confinement of livestock and
the reduction of nitrogen fertilisation on the amount of
mineral N in the soil and the nitrate concentration in
the uppermost groundwater. (nl) PraktijkRapport,
Rundvee, . 44, Animal Sciences Group, Praktijkonderzoek,
Lelystad, 2004. 51 p [IAHLD SERIES 44]
[ZODIAC MAG NN39230,44]
Hoogland, T.; Hoogerwerf, M.R.; Kekem, A.J. van;
Actualisatie grondwaterdynamiek Waterschap De Dommel.
(nl) Alterra-rapport, 1008, Alterra, Wageningen,
Netherlands, 2004. 44 p
Omdat de provinciale kartering van de
grondwaterdynamiek (Gd) volgens het waterschap de Dommel
vooral in de beekdalen te droog gekarteerde waarden liet
zien, zijn in opdracht van het waterschap geactualiseerde
ruimtelijke bestanden gemaakt van de gemiddelde hoogste,
voorjaars- en laagste grondwaterstand (GHG, GVG en GLG)
en van de grondwatertrap (Gt). Als basisinformatie zijn
hierbij aanvullende incidentele metingen en tijdreeksen
van grondwaterstanden gebruikt. Door toepassing van
technieken uit de tijdreeksmodellering en
regressietechnieken is een uniforme set puntschattingen
van GHG, GVG en GLG verkregen. Deze gegevens zijn,
gewogen naar kwaliteit, gebruikt om relaties met recent
verzamelde hoogtegegevens (het AHN) te leggen. Door
gebiedsdekkende toepassing van deze relaties en een
statistische foutencorrectie zijn gedetaileerde
ruimtelijke bestanden verkregen met de resolutie van het
AHN waarin GHG, GVG en GLG en hun voorspelfout worden
weergegeven. De geactualiseerde Gd-kaart geeft vooral in
de beekdalen een natter beeld dan de provinciale
kartering en levert een grotere nauwkeurigheid in de
gekarteerde grondwaterdynamiek. [HAAFF 32/476(1008) 1e
ex] [HAAFF 32/476(1008) 2e ex] [ECLNV NL 02 / 1008]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1008.pdf
Knotters, M.; Jansen, P.C.;
Drempel-nietlineariteit in ondiepe grondwaterregimes :
modellering van hoogfrequente reeksen met TARSO, DR,
KALMAX, KALTFN, SSD en SWAP. (nl) Alterra-rapport,
981, Alterra, Wageningen, 2004. 56 p
In natuurgebieden met ondiepe grondwaterregimes
worden hoge grondwaterstanden afgetopt door oppervlakkige
afvoer naar greppels en terreindepressies. Hierdoor is de
relatie tussen het neerslagoverschot en de
grondwaterstand niet-lineair. Tevens reageren
grondwaterstanden in deze regimes zeer snel op
veranderingen in het neerslagoverschot. Via intensieve
metingen (eens per uur) zijn modellen toegepast om de
relatie tussen waterstand en neerslag te analyseren.
[HAAFF 1e ex.] [HAAFF 2e ex.] [ECLNV NL 02 / 981]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport981.pdf
Koopmans, G.F.; Chardon, W.J.; Oenema, O.; Riemsdijk,
W.H. van;
Uitmijnen biedt perspectief om uitspoeling van fosfaat
uit zwaar bemeste landbouwgronden te verminderen. (
nl)
In: H twee O
37(2004)12 p.15-18. 3 afb., 15 refs.
Het fosfaatgehalte van landbouwgronden in gebieden
met intensieve veehouderij is vaak hoog, omdat gedurende
lange tijd hoeveelheden dierlijke mest werden toegediend
die de afvoer van fosfaat met het gewas in ruime mate
overschreden. De ophoping van fosfaat in de bodem kan
leiden tot grotere verliezen van fosfaat naar het grond-
en oppervlaktewater én eutrofiëring. De bijdrage van
uitspoeling uit landbouwgronden aan de totale
fosfaatbelasting van het Nederlandse oppervlaktewater
werd recentelijk geschat op 44 procent. Daarom zijn
maatregelen noodzakelijk om deze fosfaatuitspoeling te
verminderen. Uitmijnen, het onttrekken van fosfaat aan de
grond door middel van het oogsten en afvoeren van een
gewas zonder fosfaatbemesting, biedt perspectief om het
risico op fosfaatuitspoeling uit landbouwgronden met een
te hoog fosfaatgehalte te verminderen. [HAAFF]
Louw, P.G.B. de; Stuurman, R.J.; Meij, J.L. van der;
Rare reeks. 1. Dagelijkse fluctuatie van de freatische
grondwaterstand. (nl)
In: Stromingen
10(2004)2 p.64-67. 2 fig., 5 refs.
Dagelijkse veranderingen in waterstand: dit artikel
wil duidelijkheid brengen in de werkelijkheid achter
waargenomen metingen. [HAAFF]
Menenti, M.; Jia, L.; Bastiaanssen, W.G.M.;
Energy and water flow through the
soil-vegetation-atmosphere system: the fiction of
measurements and the reality of models. (en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress,challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 7. 6 fig., 40 refs.
This paper summarizes basic concepts and
definitions in models of the SVA system and then
emphasizes inconsistencies between model variables and
observations for the soil, vegetation and atmosphere
elements. This is done first in a qualitative sense, then
analytically for the observations of the radiometric
temperature of vegetation canopies. [HAAFF www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/07_menenti.pdf
Pachepsky, Y.A.; Smettem, K.R.J.; Vanderborght, J.;
Wösten, J.H.M.;
Reality and fiction of models and data in soil
hydrology. (en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress,challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 8. 13 fig., refs.
The objective of this paper is to contribute to the
ongoing discussion on strengths, weaknesses,
opportunities and trends of existing modeling approaches
in soil hydrology. We present a comprehensive case study
of using integrated data to build a model of groundwater
pollution for a watershed, and use this case study to
illustrate current opportunities and problems related to
quantifying soil variability with remote sensing,
geophysical methods and topographic information. [HAAFF
www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/08_pachepsky.pdf
Post, V.E.A.;
De oorsprong van het brakke en zoute grondwater in het
Nederlandse kustgebied. (nl)
In: Stromingen
10(2004)2 p.51-61. 5 fig., 18 refs.
Deze bijdrage behandelt de herkomst en ouderdom van
het zoute grondwater, en is als zodanig een onderdeel van
het proefschrift van de auteur (Vrije Universiteit
Amsterdam, 2004). [HAAFF]
Rovdan, E.;
Water flow and solute transport in the Korenburgerveen
site. (en)
In: Ignar, S.[ed.];
Measurement techniques and data assessment in wetlands
hydrology.
Warsaw Agricultural University Press, Warsaw, 2003.
p.103-115. 2 fig., 19 refs.
This paper describes the results of investigation
of water flow and tracer transport to estimate the effect
of different water management scenarios, climatic
conditions and restoration measure. The SWAP model was
used in this study. [NIEUWL]
Rozemeijer, J.C.; Broers, H.P.;
Temporele variatie bij grondwaterkwaliteitsmonitoring.
2. Modelresultaten. (nl)
In: Stromingen
10(2004)2 p.37-50. 11 fig., 12 refs.
Doelstelling van het beschreven onderzoek is het
inzicht vergroten van de invloed van meteorologische
omstandigheden op de grondwaterkwaliteit, om uiteindelijk
praktische afwegingen door meetnetontwerpers te kunnen
onderbouwen (meetpunten, meetfrequentie, meetdiepte,
filterlengte). [HAAFF]
Rus, J.; Bakker, M.; Velde, J. van der; Straathof, N.;
Randzone Fochteloërveen klaar voor aangepast
waterbeheer. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.28-31. figs.; ills.; 5 refs.
Om het Fochteloërveen tegen verdroging te
beschermen zal aan de Friese zijde een hydrologische
bufferzone worden ingericht. Om te komen tot een optimale
begrenzing en inrichting is enige tijd geleden
waterhuishoudkundig onderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek
dat de randzone zodanig ingericht kan worden, dat
meerdere waterfuncties en belangen hierbij voordeel
hebben. Behalve buffering van het grondwatersysteem gaat
het om mogelijkheden voor het opvangen van afvoerpieken,
extra natuurontwikkeling, waterconservering en een
duurzame voeding van het bekenstelsel. Plannen hiertoe
zijn opgenomen in de gebiedsvisie van het ROM-deelgebied
Fochteloërveen (terrein van Natuurmonumenten) en zijn
bijna uitvoeringsgereed. Met het herinrichtingsplan is
inmiddels begonnen. Verwacht wordt dat medio 2005 de
schop de grond in kan. [HAAFF]
Schipper, P.N.M.; Snieders, T.; Loch, J.P.G.;
Slechte grondwaterkwaliteit Maasvlakte : puntbronnen
of een diffuse bron?. (nl)
In: Bodem
14(2004)3 p.94-96. 4 fig., 7 refs.
In de jaren '80 zijn op de Maasvlakte
afvalstortdepots aangelegd, te weten de C2- en C3-deponie
en de Slufter. Uit monitoring blijkt dat het grondwater
sterk verhoogde concentraties aan diverse sporenelementen
bevat. De hypothese is dat dit niet door de aanwezigheid
van de depots komt, maar door geochemische processen die
verband houden met het bouwrijp maken van de Maasvlakte.
Op basis van specifiek onderzoek wordt deze hypothese
onderschreven. [HAAFF]
Schoumans, O.F.; Berg, R. van den; Beusen, A.H.W.; Born,
G.J. van den; Renaud, L.; Roelsma, J.; Groenendijk, P.;
Quick scan van de milieukundige effecten van een
aantal voorstellen voor gebruiksnormen : rapportage in
het kader van de Evaluatie Meststoffenwet 2004. (nl)
Alterra-rapport, 730.6, Alterra, Wageningen,
Netherlands, 2004. 69 p
Door de veroordeling van het Europese Hof van de
wijze waarop Nederland de Nitraatrichtlijn heeft
geïmplementeerd in de Mestwetgeving heeft ertoe geleid
dat vanaf 2006 een nieuw stelsel van gebruiksnormen zal
worden ingevoerd. Om de rijksoverheid inzicht te geven
wat de gevolgen zijn van verschillende niveaus in
stikstof- en fosfaatgebruiksnormen op de
nutriëntenemissies naar het grond- en oppervlaktewater
vanuit landbouwgronden is in het kader van de evaluatie
van de Meststoffenwet 2004 een quick scan naar deze
gevolgen voor het milieu uitgevoerd (ex ante evaluatie
milieu). Hiervoor is het nutriënteninstrumentarium STONE
ingezet. [HAAFF 32/476(730.6) 1e ex.] [HAAFF
32/476(730.6) 2e ex.] [ECLNV NL 02 / 730.6]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport730.6.pdf
Smit, A.; Zwart, K.; Kleef, J. van;
Stikstofstromen op de kernbedrijven Vredepeel en
Meterik : de grondwaterkwaliteit gemeten. (nl)
Telen met toekomst / Alterra, Praktijkonderzoek Plant en
Omgeving, Plant Research International, DLV Adviesgroep
nv, OV0403, Plant Research International, Wageningen,
Netherlands, 2004. 32 p [PLANT-BZ MAG NN38074,OV0403]
URL:
http://library.wur.nl/wasp/bestanden/LUWPUBRD_00328200_A502_001.pdf
Spijker, J.H.; Vries, E.A. de; Teunissen, M.B.;
Niemeijer, C.M.;
De chemie tussen gemeenten en onkruid : een
inventarisatie van het gebruik van chemische
onkruidbestrijdingsmiddelen van gemeenten in de provincie
Utrecht. (nl)
Alterra-rapport, 898, Alterra, Wageningen,
2004. 75 p
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen door
gemeenten vormt een belangrijke bron van diffuse
verontreiniging naar het milieu. Hierbij zijn met name de
kwaliteit van het grond- en het oppervlaktewater aan de
orde. In deze rapportage wordt het huidige en toekomstige
gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij het
onderhoud van openbaar groen, verhardingen, sportvelden
en begraafplaatsen door gemeenten in de provincie Utrecht
beschreven. Tevens wordt geëvalueerd of het uitkomen van
het handboek ‘Onkruid vergaat wel’, effect heeft gehad op
het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen door
gemeenten. [HAAFF 32/476(898) 1e ex] [HAAFF 32/476(898)
2e ex] [ECLNV NL 02 / 898] [IAHL boeken
632.95(492.83) DE]
URL:
http://www.alterra.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport898.pdf
Tuinen, E. van; Beekhuizen, F.; Smits, F.;
Waterhuishoudkundige maatregelen bij extreme
bodemdaling. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.34-37. 5 afb., 7 refs., 3 tab.
Door zoutwinning treedt nabij Veendam extreme
komvormige bodemdaling op. Dit heeft grote gevolgen voor
de waterhuishouding. De prognoses voor de bodemdaling als
gevolg van zoutwinning, ten opzichte van 1993, bedragen
in het centrum van het dalingsgebied 65 cm in 2025 en,
mocht er daarna verder worden gewonnen, 115 cm in 2050.
In het onderzoeksgebied treedt tevens bodemdaling als
gevolg van aardgaswinning op. Zowel de ongelijkmatige
daling van het maaiveld op zich als de gelijktijdig
optredende ongelijkmatige daling van watergangen en
kunstwerken heeft sterke invloed op de drooglegging en de
wateraan- en afvoersituatie. Met de inzet van GIS, een
droogleggingsmodule en SOBEK-modellen blijkt het goed
mogelijk om een waterhuishoudkundig ontwerp op te stellen
waarmee de waterhuishouding ook in de toekomst aan de
daaraan gestelde eisen voldoet. [HAAFF]
Vanclooster, M.; Boesten, J.J.T.I.; Tiktak, A.; Kroes,
J.G.[et al.];
On the use of unsaturated flow and transport models in
nutrient and pesticide management. (en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress, challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 11. 152 refs., 1 tab.
In this paper, we show how flow and transport
models are introduced in the nutrient and pesticide
management decision-making process. Examples are given of
the use of flow and transport models in (i) field-scale
nutrient and pesticide management; (ii) the
identification and evaluation of fertilization and
pesticide application practices supporting the
implementation of regional-scale environmental management
plans; and (iii) the registration of plant-protection
products. [HAAFF www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/11_vanclooster.pdf
Velthof, G.L.;
Achtergronddocument bij enkele vragen van de evaluatie
Meststoffenwet 2004. (nl) Alterra-rapport, 730.2,
Alterra, Wageningen, 2004. 79 p
In de evaluatie van de Meststoffenwet 2004 wordt
verslag uitgebracht aan het kabinet, Tweede Kamer en
andere belanghebbenden van de werking van de
Meststoffenwet sinds de invoering hierin van het
mineralenaangiftesysteem (MINAS) in 1998 en de
mestafzetovereenkomst in 2001. In het onderhavige rapport
zijn enkele notities uit het deelproject Milieu van de
evaluatie weergegeven. Het betreft vier studies: i) de
aanvoer van effectieve organische stof naar
landbouwgronden in de periode 1995-2002, ii) factoren die
van invloed zijn op het realiseren van
milieukwaliteitsdoelstellingen in grond- en
oppervlaktewater, iii) de GHG-grens van
uitspoelingsgevoelige gronden en iv) de bodem- en
Gt-kartering van de bedrijven die deelnemen aan de
projecten van Koeien en Kansen en Telen met Toekomst..
[HAAFF 32/476(730.2) 1e ex] [HAAFF 32/476(730.2) 2e ex
] [LEI R1231-730.2]
URL:
http://www.alterra.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport730.2.pdf
Velthof, G.L.; Beek, C.L. van; Brouwer, F.; Burgers,
S.L.G.E.; Fraters, B.; Groenendijk, P.; Hack-ten Broeke,
M.J.D.; Kekem, A.J. van; Oosterom, H.P.; Schoumans, O.F.;
Vries, F. de; Willems, W.J.; Zwart, K.B.;
Denitrificatie in de zone tussen bouwvoor en het
bovenste grondwater in zandgronden. (nl)
Alterra-rapport, 730.1, Alterra, Wageningen,
Netherlands, 2004. 91 p
Er zijn grote variaties in de nitraatconcentratie
in het bovenste grondwater van uitspoelings-gevoelige
zandgronden geconstateerd. Deze variaties worden
waarschijnlijk veroorzaakt door denitrificatie. In het
kader van de evaluatie van de Meststoffenwet 2004 zijn
studies uitgevoerd om kwantitatief inzicht te krijgen in
de denitrificatie in de bodemlaag tussen de onderkant van
de bouwvoor en het bovenste grondwater. De resultaten
geven aan dat veenlagen en/of moerige lagen leiden tot
lagere nitraatconcentraties in het bovenste grondwater.
Andere bodem-eigenschappen zoals het voorkomen van klei-
en leemlagen en de uitspoeling van organische stof uit de
bouwvoor hebben geen duidelijk effect op denitrificatie.
Geconcludeerd wordt dat de aanwezigheid van veenlagen of
moerige lagen in zandgronden een extra criterium zou
kunnen zijn om uitspoelingsgevoelige gronden te
differentiëren. Dit geldt met name voor grondwatertrap
VI. In veel zandgronden heeft afbraak van veen
plaatsgevonden, zodat een bodemkartering nodig is om het
areaal uitspoelingsgevoelige zandgronden met veenlagen te
bepalen.. [HAAFF 32/476(730.1) 1e ex] [HAAFF
32/476(730.1) 2e ex] [LEI R1231-730.1]
URL:
http://www.alterra.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport730.1.pdf
Verslag grondwaterzorg 2003 gemeente Amsterdam / DWR.
(nl)
DWR,
Amsterdam, 2004. [HAAFF 22/5262]
Visser, A.; Bierkens, M.F.P.; Stuurman, R.J.;
Hydroline biedt kijkje in de toekomst :
grondwaterstand- en bodemvochtvoorspellingen voor de
komende dagen. (nl)
In: InFormatie.
Editie grondwater en bodem (2004)15 p.4-7. 5 fig.
Presentatie van eerste resultaten van het NITG
pilot project hydroline. De proefopstelling bestaat uit
een automatische grondwaterstandmeter, vijf
bodemvochtsensoren; voor het model zijn de
regenwaarnemingen van het KNMI van belang. [HAAFF]
URL:
http://www.nitg.tno.nl/ned/pubrels/infor_matie/0504.pdf
WATERSYSTEEM - Oppervlaktewater
Bak, A.; Schouten, P.;
Eutrofiëring en blauwalgen: stimulering van
driehoeksmosselen in het Volkerak-Zoommeer. (nl)
In: H twee O
37(2004)9 p.19-22. figs.; ills.; 12 refs.
Sinds 1994 treden grote eutrofiëringsproblemen op
in het Volkerak-Zoommeer in de vorm van drijflagen van
blauwalgen in de (na)zomer. In opdracht van de
waterbeheerder, Rijkswaterstaat directie Zeeland, heeft
Bureau Waardenburg in samenwerking met TNO-MEP onderzocht
hoe de filterende werking van driehoeksmosselen ingezet
kan worden om de waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer
te verbeteren. Van 2001 tot 2003 zijn twee
deelonderzoeken uitgevoerd (zie ook H2O nr. 7). Dit
artikel gaat in op het deelonderzoek dat zich richtte op
het stimuleren van de ontwikkeling van driehoeksmosselen
door het storten van natuurlijk substraat in het
Volkerakmeer. [HAAFF]
Bak, A.;
Waterzuivering door driekhoeksmosselen (Dreissena
polymorpha) in het Volkerak-Zoommeer : het stimuleren van
de ontwikkeling van driehoeksmosselen door het storten
van natuurlijk substraat. (nl) Rapport / Waardenburg,
nr. 03-231, Bureau Waardenburg, Culemborg,
2004. 68, [33] p 2 krt.
Sinds 1994 is er sprake van grote
eutrofiëringsproblemen in het Volkerak-Zoommeer. Deze
problemen doen zich met name voor in de zomer en het
najaar wanneer er dikke drijflagen van blauwalgen
aanwezig zijn. De waterbeheerder van het
Volkerak-Zoommeer, Rijkswaterstaat directie Zeeland,
probeert met diverse maatregelen de
eutrofiëringsproblemen terug te dringen. Hierbij worden
zowel biologische methoden (bijv. rietaanplant) als
technische methoden (bijv. doorspoeling) beschouwd. Het
in deze rapportage beschreven project richt zich op de
inzet van driehoeksmosselen voor waterzuivering als één
van de biologische maatregelen die een positief effect
zouden kunnen hebben op de waterkwaliteit. Centraal staat
de vraag of de filterende werking van driehoeksmosselen
kan bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit
doordat algen en deeltjesgebonden nutriënten uit het
water gefilterd worden. [HAAFF 22/3602(03-231)]
Bakel, P.J.T. van;
Werkt vasthouden?. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.19-21. fig.; 9 refs.
Aan de bekende trits vasthouden-bergen-afvoeren van
de Commissie WB21, bedoeld als voorkeursstrategie om
piekafvoeren te reduceren, zitten meer haken en ogen dan
bij de opstelling is bedacht. Kan water vasthouden juist
leiden tot hogere piekafvoeren? En waar houdt vasthouden
op en begint bergen? Ook is de veronderstelde
meekoppeling met verdrogingsbestrijding wellicht lang
niet altijd en overal aan de orde. [HAAFF]
Bakel, P.J.T. van; Walvoort, D.J.J.; Akkermans, L.M.W.;
Kroes, J.G.;
Metamodellen : doe meer met minder. (nl)
In: H twee O
37(2004)16 p.20-22. 2 fig., 5 refs.
Metamodellen zijn in feite modellen van modellen:
een vereenvoudigde representatie van een complex model.
Dit complexe model vormt het uitgangspunt voor de
afleiding van het metamodel. Dit artikel geeft een
toelichting aan de hand van fosfaatbelasting van
oppervlaktewater. Tevens worden de mogelijkheden en de
beperkingen besproken. [HAAFF]
Boomen, R. van den; Icke, J.; Talsma, M.; Hennepe, E. ter
;
Tewor, een uniform toetsingsinstrument voor het
waterkwaliteitsspoor. (nl)
In: H twee O
37(2004)9 p.29-31. figs.; ills.; 6 refs.
Het toetsen van de effecten van lozingen uit het
rioolstelsel en de inschatting van de effectiviteit van
maatregelen vormen twee van de aspecten van de invulling
van wat in de Kaderrichtlijn Water menselijke
beïnvloeding van de waterkwaliteit wordt genoemd. Al meer
dan tien jaar bestaat daarvoor het toetsingsmodel Tewor.
Het werd in 1997 geactualiseerd. Recent is dit instrument
opnieuw vernieuwd, waardoor het toepassingbereik is
vergroot: nu voor zowel stilstaande als stromende
wateren. Bovendien is Tewor onafhankelijk gemaakt van het
simulatiemodel, waardoor het zowel onder Sobek als onder
Duflow gelijke resultaten oplevert.
Bos, L.;
Boer en water op Texel : ruimte voor landbouw en water
op Texel. (nl)
CLM, 596 - 2003, CLM, Utrecht, 2003. 64 p
URL:
http://www.clm.nl/publicaties/data/596.pdf
Bouwhuis, H.; Wagemaker, F.; Wondergem, P.; Wal, B. van
der;
Handreiking ecologische effecten van
hydromorfologische belastingen : beoordeling van belang
in kader van KRW. (nl)
In: H twee O
37(2004)16 p.40-41. 2 tab.
Ingrepen in de hydromorfologie hebben doorgaans
grote invloed op de aard en ecologische toestand van
waterlichamen. In de risico-analyse dienen deze ingrepen
gescreend en beoordeeld te worden op hun bijdrage aan het
niet kunnen bereiken van de doelstellingen kaderrichtlijn
water. Dit vraagt specifieke kennis over het waterbeheer.
Als hulpmiddel is daartoe een handreiking opgesteld; dit
is een nadere uitwerking van de CRM-methode
(Coördinatie-bureau voor de Rijn en Maas). [HAAFF]
Broseliske, G.H.; Verkerk, J.M.;
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). (nl)
In:
Afvalwaterwetenschap 3(2004)2 p.103-130. 24 refs.
De Kaderrichtlijn Water (KRW) zal de komende jaren
een grote invloed hebben op het waterbeheer binnen
Europa. De KRW stelt een kader waarbinnen facetten van
het waterbeheer integraal bekeken moeten worden. Dit
geldt zowel voor oppervlaktewateren als voor grondwater.
Typisch aspect is de stroomgebiedbenadering.
Burg, G. van den;
Morsingen binnenwateren : jaaroverzicht 2001 /
Werkgroep Olie- en ChemicalienBestrijding (WOCB). (
nl)
Rijkswaterstaat, Haarlem, [2003]. [HAAFF 22/3299]
Claassen, T.; Thannhauser-Douwma, M.;
Waterkwaliteitsverbetering en natuurontwikkeling in De
Deelen. (nl)
In: H twee O
37(2004)10 p.18-22. figs.; ills.; tab.; 5 refs.
Het beheer van en waterkwaliteitsonderzoek in
laagveenmoerasgebieden in Friesland kregen de afgelopen
decennia veel aandacht vanwege de bijzondere
natuurwaarden én vanwege de problemen in die gebieden,
zoals eutrofiëring, verdroging en belasting met
microverontreinigingen. Dat geldt ook voor De Deelen. Dit
artikel geeft een overzicht van het
waterkwaliteitsonderzoek in het licht van genoemde
problemen en genomen herstelmaatregelen. [HAAFF]
Dignum, M.; Hofstra, J.; Wal, B. van der;
Fosfaatstatus van Loosdrechtse Plassen als
monitoringsinstrument voor herstel. (nl)
In: H twee O
37(2004)16 p.26-28. 3 fig., 7 refs.
De Universiteit van Amsterdam en het Centrum voor
Limnologie in Nieuwersluis ontwikkelen een nieuwe
methode voor het bepalen van de beschikbaarheid van
fosfaat voor fytoplankton in meren waar de concentratie
al zeer laag is. De techniek is in 2001 met succes
toegepast in de Loosdrechtse Plassen. De toepassing werpt
nieuw licht op de voedingstoestand in het meer, en
daarmee is het mogelijk de effecten van
herstelmaatregelen op de ontwikkeling van individuele
fytoplanktonsoorten te kunnen volgen. In 2003 is daarom
de methodiek opnieuw toegepast. [HAAFF]
Diuron in de Limburgse beken in de jaren 2001 en 2002.
(nl) Waterschap Roer en Overmaas, Sittard
, 2004. 49 bl
Het diurononderzoek heeft de volgende doelen: * Het
achterhalen van de vrachten diuron die uit binnenlandse
en buitenlandse bronnen op Limburgs “grondgebied” in de
Maas terechtkomen; * Het globaal lokaliseren van de
bronnen/brongebieden vandiuron; * Het volgen van de
effecten van het gevoerde beleid met betrekking tot
diuron. En als daarachter liggend doel: Het tot nul
verminderen van de diuronbelasting van het
oppervlaktewater in Limburg en de benedenstrooms
gelegenoppervlaktewateren. [HAAFF 22/5793]
URL:
http://library.wur.nl/ebooks/1722483.pdf
Dommering, A.; Otte, A.;
Ecologische niveaus regionale wateren 2002 ten behoeve
van Water in Beeld 2004. (nl) Royal Haskoning,
's-Hertogenbosch, 2003. 18, [9] p
Jaarlijks geeft CIW in de Water in Beeld (WIB)
rapportage de toestand van de Nederlandse
oppervlaktewateren weer. Hierin is ook een paragraaf over
de ecologische toestand van regionale wateren opgenomen.
In dit rapport staat beschreven hoe de gegevens bij de
regionale waterbeheerders zijn opgevraagd, hoe deze
verwerkt zijn en welke conclusies hieruit getrokken
kunnen worden. Ook wordt een aantal aanbevelingen gedaan
over hoe tot de rapportage in komende jaren verder
geoptimaliseerd kan worden. [HAAFF 22/5803]
Fellinger, M.; Streefkerk, J.;
Europese Kaderrichtlijn Water is ook van belang voor
terreinbeheerders!. (nl)
In: Vakblad
natuur bos landschap 1(2004)6/7 p.7-10.
Waterbeheerders zijn druk doende om de Europese
Kaderrichtlijn Water in te voeren. Althans, de richtlijn
bestaat al, maar er moet nu ook daadwerkelijk iets gaan
veranderen. Zoals ook uit andere richtlijnen blijkt, dat
'Brussel' het serieus meent. Ook terreinbeheerders zullen
hun aandeel moeten leveren. Dit artikel geeft de
hoofdlijnen weer. Het geeft ook de visie van zowel IPO
als de Unie van Waterschappen op de EKW. [HAAFF]
Geelen, T.H.L.; Thannhauser-Douwma, M.;
Overzicht van waterkwaliteitsonderzoek in De Deelen in
de periode 1987-2003. (nl) Wetterskip Fryslân,
Leeuwarden, 2003. 1 dl. (verschillende
pagineringen)
Het beheer van en waterkwaliteitsonderzoek in
laagveenmoerasgebieden in Friesland hebben de afgelopen
decennia veel aandacht gekregen, enerzijds vanwege de
bijzondere (natuur)waarden en de daarbij aansluitende
functietoekenning van die gebieden, anderzijds vanwege de
problemen, zoals eutrofiëring, verdroging en belasting
met microverontreinigingen, waarmee deze gebieden te
kampen hebben. Dat geldt ook voor De Deelen. Dit rapport
geeft een beknopt overzicht van het verrichte
waterkwaliteitsonderzoek in het licht van genoemde
milieuthema's en genomen herstelmaatregelen. [HAAFF
22/3535(2003-9)]
Gewässergüte Deutsch - Niederländischer Grenzgewässer
= Waterkwaliteit Duits - Nederlandse grenswateren
Nordrhein-Westfalen Limburg 2000-2001. (nl)
Waterschap Roer en Overmaas, Sittard, 2004.
[HAAFF 22/2613] [HAAFF DISK 382]
URL:
http://library.wur.nl/ebooks/83339_2000-2001.pdf
Hal, M. van; Lürling, M.;
' Duikers in de mist' : wetenschappelijk onderzoek
naar de mate van doorzicht rondom onderwaterhuis
'Aquavilla' in een diepe duikplas. (nl) Rapport /
Wetenschapswinkel Wageningen UR, 195, Wetenschapswinkel
Wageningen UR, Wageningen, 2004. 110 p
Veiligheid staat bij Duikteam De Kaaiman hoog in
het vaandel. Duiken in troebel water kan gevaarlijk zijn
en is dus ongewenst. Ook verhoogt helder water het
duikgenot. In het meer de Berendonck bij Wijchen, de
vaste duikstek van De Kaaiman, ligt op een diepte van 17
meter een onderwaterhuis. Vooral rondom dit huis is
sprake van slecht zicht. Waardoor komt dit en wat is er
aan te doen?. [HAAFF 22/5778]
URL:
http://www.wur.nl/wewi/195.pdf
Hoekstra, J.R.; Bos, L.;
Planologische consequenties en planschade bij
waterberging in het landelijk gebied. (nl)
CLM, 583 - 2003, CLM, Utrecht, 2003. 35 p
URL:
http://www.clm.nl/publicaties/data/583.pdf
Hoogenboezem, W.; Wagenvoort, A.J.; Blaauboer, K.;
The occurrence of toxic cyanobacteria : in some Dutch
surface waters used for the production of drinking water.
(en) RIWA, Nieuwegein, 2004. 52 p
A short survey of the history of cyanotoxin
research is given as an introduction to the present
study. The possible occurrence of cyanobacteria
containing cyanotoxins in surface waters used for
drinking water production in the Netherlands initiated
this RIWA-study. Water samples (135) collected at various
locations near drinking water utilities were fortnightly
taken in the period May - September 2000. Based on the
phytoplankton composition 71 of these samples were
analysed for the present of microcystin, and 40 samples
were analysed for the presence of anatoxin. [HAAFF
22/5798]
URL:
http://www.riwa.org/pdf.php?pdf=012cyanotox.pdf
Jaarverslag waterkwantiteit en waterkwaliteit 2003 /
Waterschap De Dommel. (nl)
Waterschap De Dommel, Boxtel, 2004. [HAAFF 22/5607]
Jurgens, E.;
Nutriëntenretentie in oppervlaktewater. (nl)
[s.n.], [s.l.], 2003. 92 bl
Doel van dit onderzoek was het ontwikkelen van een
(aanzet tot een) methode voor het schatten van
retentiefactoren op het niveau van een watergang en op
het niveau van een gebied, gerelateerd aan
gebiedskenmerken. Dit werd beperkt tot landbouw- en
natuurgebieden waar kleine watersystemen als sloten en
beken voorkwamen. Aanleiding hiervoor was dat gebruikers
van het Waternood instrumentarium van Stowa geen
ondersteuning hadden bij het schatten van
retentiefactoren voor de module waterkwaliteit. De opzet
van dit onderzoek bestond uit twee onderdelen. Allereerst
is door middel van literatuuronderzoek ingegaan op de
achtergrond van nutriëntenretentie en zijn reeds bepaalde
retentiefactoren verzameld. Het tweede gedeelte bestond
uit veldmetingen om de retentie in watergangen te
bepalen, uitgevoerd in de lente in Dalmsholte (waterschap
Groot Salland) en in de zomer in de Vierakkerse Laak en
de Eefse Beek (waterschap Rijn en IJssel). Vervolgens is
nagegaan wat de mogelijkheden en de problemen zijn bij
het bepalen van een retentiefactor op gebiedsniveau.
[HAAFF 20/287(2003-024)]
Kamps, D.; Enserink, B.; Slinger, J.;
Participatie bij langetermijnvisie Schelde: lessen
voor de Kaderrrichtlijn Water. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.22-24. ill.; 5 refs.
Actieve betrokkenheid van belanghebbenden bij de
totstandkoming van de plannen is een vereiste van de
Kaderrichtlijn Water, met als doel 'een gevoel van'
gedeelde verantwoordelijkheid voor de implementatie. Het
actief betrekken van het publiek en belanghebbenden bij
het waterbeleid vraagt om goede procesbegeleiding, tijd
en energie. De langetermijnvisie voor het
Schelde-estuarium wordt in dit artikel gepresenteerd als
een goed voorbeeld van participatief rivierbeheer binnen
de Europese Unie. De afwezigheid van een aantal partijen
betekende echter dat een aantal onderwerpen niet aan bod
kon komen en door opgelegde beperkingen qua tijd en
randvoorwaarden kwamen zelfs zaken als de waterkwaliteit,
waarvoor de deskundigheid wel aanwezig was, niet op de
agenda. Wat is van deze ervaring te leren voor de
implementatie van de Kaderrichtlijn Water?. [HAAFF]
Keijts, B.;
Met het water naar Brussel : interview. (nl)
In: Land +
water 44(2004)6/7 p.14-15.
In het kader van harmonisatie van het waterbeleid
is de Europese Kaderrichtlijn Water tot stand gekomen en
sinds december 2000 van kracht. Stowa's
onderzoekscoördinator Bas van der Wal geeft aan wat er in
Nederland nog voor de richtlijn moet gebeuren en dringt
aan op haast en daden, want in 2015 moeten de lidstaten
een goede waterkwaliteit behaald hebben.
Keijts, B.;
Van te veel poep krijgen zwemmers diarree. (nl)
In: Land +
water 44(2004)8 p.12-13.
N.a.v. de berichten van de ANWB, als zou de
waterkwaliteit van zwemplaatsen voor de kust van
Scheveningen en Katwijk slecht zijn, stelt een
watermicrobiologe van RIVM in een interview dat
zwemplaatsen in de nabijheid van effluentlozingen of
riooloverstorten om moeilijkheden vragen.
Kemmers, R.H.; Sival, F.P.;
Gevolgen van waterberging voor de natuur. (nl)
In: H twee O
37(2004)8 p.32-35. 2 fig., 13 refs., 2 tab.
Of waterberging te combineren is met natuur is niet
zo makkelijk te beantwoorden. Om meer inzicht te krijsen
in de gevolgen zijn de huidige praktijksituaties, waarbij
regelmatig overstroming plaatsvindt, zeer nuttig, Maar
ook experimenten geven veel inzicht in de gevolgen. De
centrale vraag bij waterberging is wat het effect is op
de groeicondities voor de doelvegetatie bepaald door de
terreinbeheerder en provincies, beleidsmatig vastgesteld
in de Ecologische Hoofdstructuur. Dit artikel beschrijft
de ervaringen van langdurige overstroming door bevloeiing
en een laboratoriumexperiment waarin bevloeiing werd
gesimuleerd om meer inzicht te krijsen in de
bodemprocessen. [HAAFF]
Knol, W.C.; Vermaat, J.; Griffioen, C.; Talsma, M.;
Mogelijke schade door waterberging op landbouwgrond.
(nl)
In: H twee O
37(2004)8 p.36-38. ills.; tab.; 5 refs.
De implementatie van 'Waterbeheer 21e eeuw' richt
zich momenteel vooral op de kwantitatieve aspecten van
waterberging. Waar, wanneer, hoeveel en hoelang kan water
worden geborgen? Aan de kwalitatieve effecten hiervan op
gewassen, vee en productie-omstandigheden is tot nu toe
nog weinig aandacht besteed. Vanuit de landbouw is
aangedrongen op onderzoek naar de effecten van
waterberging. In opdracht van de STOWA is binnen het
regionale watersysteem verkend of waterberging op korte
of langere termijn grote risico’s met zich mee brengt
voor de landbouw. Feiten en ficties zijn zo goed mogelijk
in beeld gebracht. De studie is uitgevoerd door Alterra,
Plant Research International en Centraal Instituut voor
Dierziekte Controle (CIDC) Lelystad. De resultaten zijn
door het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije
Universiteit Amsterdam en het Centrum voor Landbouw en
Milieu in een kennistabel bijeengebracht. [HAAFF]
Lucassen, E.C.H.E.T.; Smolders, A.J.P.; Crommenacker, J.
van de; Roelofs, J.G.M.;
Effects of stagnating sulphate-rich groundwater on the
mobility of phosphate in freshwater wetlands: a field
experiment. (en)
In: Archiv fuer
Hydrobiologie 160(2004)1 p.117-131. 41 refs.
Water tables in the Netherlands have been greatly
lowered in recent decades, largely in order to favour
agricultural activities. Drought and increased nitrate
(NO3-) leaching from agricultural land lead to oxidation
of iron-sulphide (FeSx) in the subsoil, resulting in
increased sulphate (SO42-) concentrations in the
groundwater. In addition, increased atmospheric sulphur
(S) deposition and leaching of SO42- from agricultural
land have increased SO42- concentrations in the
groundwater. Attempts to retain groundwater in desiccated
wetlands by simply damming drainage ditches have resulted
in greatly increased retention times of the water,
die-back of the original vegetation and massive
development of algae and lemnids in summer. In order to
determine whether stagnation of SO42--rich groundwater
plays an important role in eutrophication, nine
bottomless enclosures were placed in the sediment of an
open water body to block the supply of groundwater.
Na2SO4 was added to three enclosures twice a year to
simulate a minimised input of SO42--rich groundwater. In
addition NaCl was added to three enclosures, while three
enclosures were left untreated. (Pore) water quality and
vegetation development were compared with those at
seepage-fed sites outside the enclosures.
URL:
http://dx.doi.org/10.1127/0003-9136/2004/0160-0117 (alleen toegankelijk voor Wageningen UR)
Lucassen, W.;
De Europese Kaderrichtlijn Water: het proces in
Brussel [special Europese Kaderrichtlijn Water (EKRW)].
(nl)
In: Het
waterschap 89(2004)10 [special] p.14-17. fig.;
ills.
Dat het voor Nederland extra tijd en inspanning
kost om nationale regelgeving in Europese regelgeving om
te zetten, gaat in het geval van de Kaderrichtlijn niet
op; dat zegt de Adjunctdirecteur Internationaal van het
ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Meijer, F.; Jaarsma, M.; Loeve, R.; Droogers, P.;
Vasthouden van water met regelbare stuwen. (nl)
In: H twee O
37(2004)12 p.22-25. figs.; tab.
In gebieden met weinig mogelijkheden tot bergen zal
het water vooral in de bodem vastgehouden moeten worden.
Voor twee locaties in Flevoland is geanalyseerd wat de
effecten zijn van het vasthouden van water met behulp van
regelbare stuwen. Het blijkt dat de totale afvoer niet
vermindert, maar dat piekafvoeren wel kunnen worden
verminderd. Meer natschade of minder droogteschade treedt
nauwelijks op. De resultaten tonen aan dat het oplossen
van de wateropgave deels mogelijk is met de inzet van
regelbare stuwen. [HAAFF]
Merkelbach, R.C.M.; Smidt, R.A.;
Emissie van bestrijdingsmiddelen naar oppervlaktewater
in het beheersgebied van Waterschap Hunze en Aa's :
achtergrondberekeningen en monitoringresultaten in het
kader van de evaluatie Lozingsbesluit open teelt en
veehouderij. (nl) Alterra-rapport, 980, Alterra,
Wageningen, 2004. 53 p
In opdracht van Waterschap Hunze en Aa zijn de
monitoringsresultaten over de periode 1998 t/m 2003
geinterpreteerd in het kader van de evaluatie van het
Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV). De
resultaten zijn vergeleken met modelberekeningen voor de
jaren 2000 en 2002. Gebruikmakend van omzetcijfers uit
2000 en 2002 zijn een tweetal emissiescenario’s
doorgerekend, die kortweg zijn genoemd: 0% LOTV en 90%
LOTV. Voor beide jaren zijn alleen de twee belangrijkste
emissieroutes gekwantificeerd: drift en laterale
uitspoeling. Het rapport beschrijft de synthese van de
meetuitkomsten in het licht van de modelberekeningen voor
de belangrijkste werkzame stoffen. [HAAFF 32/476(980) 1e
ex] [HAAFF 32/476(980) 2e ex] [ECLNV NL 02 / 980]
[IAHL boeken 556.535.8 MERK]
URL:
http://www.alterra.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport980.pdf
Mill, G. van; Matla, E.;
Invloed glastuinbouw op kwaliteit oppervlaktewater
blijft beperkt. (nl)
In: H twee O
37(2004)17 p.23-25. 2 fig., 3 refs.
In Noord-Brabant is via het project "tuinbouw en
waterkwaliteit" onderzocht, hoe het oppervlaktewater in
de onderzoeksgebieden (Heusden en Asten) verontreinigd
wordt door de lokale (glas)tuinbouw en boomkwekerij. Het
project werd uitgevoerd door Waterschappen De Maaskant,
Aa, de GTD, Z LTO, en is financieel ondersteund door
Nadere Uitwerking Brabant-Limburg (NUBL). [HAAFF]
Molen, D.T. van der;
Referenties en maatlatten voor rivieren ten behoeve
van de Kaderrichtlijn Water. (nl) STOWA rapport, 2003
W06, STOWA, Utrecht, 2003. 179 p
Dit rapport beschrijft de werkzaamheden van
tientallen experts op het gebied van de aquatische
ecologie. Deze experts hebben in opdracht van de
werkgroep Doelstellingen Oppervlaktewater, één van de
werkgroepen die de implementatie van de KRW voorbereid,
de ecologische referenties beschreven van ruim 40
natuurlijke watertypen. Dit rapport bevat de beschrijving
van een eerste tranche natuurlijke rivieren.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/themadownloads/mID_4890_cID_3880_ref-maatlat%20rivieren.PDF (versie 2 juli 2004)
Pieters, H.;
Biologische monitoring zoete rijkswateren:
bioaccumulatie in aal en driehoeksmosselen : een
evaluatie van 10 jaar monitoren (1992-2002). (nl)
RIZA rapport, 2003.013, Ministerie van Verkeer en
Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat,
Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en
Afvalwaterbehandeling/RIZA, [s.l.], 2003. 82
p
In 1992 is het biologische meetnet zoete
rijkswateren van start gegaan. Onderdeel daarvan is het
meten van interne concentraties van stoffen in
organismen. Deze bioaccumulatiemetingen geven inzicht in
de beschikbaarheid en mogelijke risico's van stoffen in
de voedselketens. De metingen zijn verricht in
driehoeksmosselen, die een bepaalde periode op een
onderzoekslocatie zijn uitgehangen, en in aal, die op de
onderzoekslocatie zelf is bemonsterd. De organismen zijn
geanalyseerd op de metalen, kwik en cadmium,
polychloorbifenylen (PCB's) en
organochloorbestrijdingsmiddelen (OCB's). Gegevens van
driehoeksmosselen zijn één keer per vier jaar in
verschillende watersystemen bepaald. In aal is jaarlijks
op alle locaties gemeten. [HAAFF]
URL:
http://www.riza.nl/publicaties/riza_rapporten/pdf_rapport/rr_2003_013.pdf
Pollux, B.J.A.; Pollux, P.M.J.;
Vis- en vogelsterfte door blauwalgen in de
Romeinenweerd. (nl)
In:
Natuurhistorisch maandblad 93(2004)6 p.207-209. 3
fig., 9 refs., 2 tab., samenvatting (en).
Gedurende zonnige en warme zomers kunnen, vooral in
ondiepe, stilstaande en voedselrijke wateren, algenplagen
ontstaan. Wateren die geplaagd worden door een
blauwalgenbloei worden vaak gekenmerkt door een typische
groene waterkleur, in het water zwevende algenbolletjes,
blauw schuim op het water, blauwe aanslag op de oevers,
een drijflaag (verhoogde concentratie van cellen aan
wateroppervlakte) die zich kan ophopen aan de oevers,
stank en eventueel diersterfte. In dit artikel
beschrijven we het verloop van de vis- en vogelsterfte
ten gevolge van een blauwalgenbloei in een van de
overstromingsplassen in de Romeinenweerd. [HAAFF]
Pragmatische implementatie Europese Kaderrichtlijn
Water in Nederland : van beelden naar betekenis. (nl)
[Projectgroep Implementatie Kaderrichtlijn Water],
[Lelystad], 2004. 25 p
In de notitie geeft de regering haar ambities aan
over de toekomstige implementatie van de KRW. Sinds 2000
is de KRW als Europese richtlijn van kracht. Deze
richtlijn eist van de Europese lidstaten dat zij de
kwaliteit van hun oppervlaktewater op orde brengen. Dit
moet gebeuren op stroomgebiedsniveau, dus in samenwerking
met onze buurlanden bovenstrooms gelegen aan de Schelde,
Maas, Rijn en Eems. Voor de Nederlandse regering is het
van wezenlijk belang dat uitgegaan wordt van een
pragmatisch en haalbaar ambitieniveau. Door onze
geografische ligging als ‘afvoerputje van Europa’ is het
voor ons land bijna onmogelijk aan de hoogste standaarden
te voldoen. Het staat buiten twijfel dat de uitvoering
van de KRW in Nederland een zware opgave is.
URL:
http://www.kaderrichtlijnwater.nl/import/AAAMBI4.DOC (Word document)
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas
: reacties op het advies van de Commissie
Noodoverloopgebieden. (nl) Ministerie van Verkeer en
Waterstaat, Den Haag, 2003. 32 p
In dit Kabinetsstandpunt Rampenbeheersingsstrategie
overstromingen Rijn en Maas geeft het Kabinet aan, welke
strategie zij wil volgen om te anticiperen op mogelijke
overstromingen van Rijn en Maas en welke vervolgacties
ondernomen dienen te worden om deze strategie te kunnen
uitvoeren. [HAAFF 22/5790] [RLG 4wa 03-27] [ECLNV
B2 / 705] [LEI BR 1763] [HAAFF Tx Rapport nr. T-737
] [DLGGRO WAT ALG 84]
URL:
http://www.minvenw.nl/dgw/projecten/noodoverloop/uploads/kabinetsstandpunt.pdf
Recirculeren van spoelwater : gevolgen voor de
microbiologische kwaliteit van consumptiegewassen. (nl)
Commissie Integraal Waterbeheer, [Den Haag],
2003. 88 p
Het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij
(LOTV) en het Besluit glastuinbouw bevatten voorschriften
die onder andere ten doel hebben een beperking van de
emissies van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten naar
oppervlaktewater te bewerkstelligen. In beide besluiten
zijn eisen opgenomen voor het hergebruik van spoelwater,
dat vrijkomt bij het spoelen en wassen van
consumptiegewassen. De gevolgen van deze
hergebruikverplichting op de microbiologische
productkwaliteit zijn onvoldoende bekend. Aan de
Commissie Integraal Waterbeheer is gevraagd om landelijke
aanbevelingen op te stellen voor de wijze van omgang met
de recirculatieverplichting voor de primaire sector.
[HAAFF 22/3230(2003-3)]
URL:
http://www.ciw.nl/documenten/wg4/Recirculeren_van_spoelwater.pdf
Referenties en maatlatten voor meren ten behoeve van
de Kaderrichtlijn Water. (nl) STOWA rapport, 2003
W05, STOWA, Utrecht, 2003. 173 p
In dit rapport zijn de KRW watertypen aan de
Natuurdoeltypen gekoppeld en zijn relevante delen van de
tekst van het Handboek Natuurdoeltypen en het daaraan ten
grondslag liggende Aquatische Supplement overgenomen.
Deze algemene beschrijvingisaangevuld met specifieke
informatie voor de abiotiek en relevante biologische
kwaliteitselementen. Vervolgens zijn hieruit indicatoren
afgeleid, gekwantificeerd en geschaald in een aantal
deelmaatlatten. Tenslotte zijn de deelmaatlatten
gecombineerdtoteen maatlat per biologisch
kwaliteitselement. Het rapport bevat derhalve een
kwantitatieve beschrijving van de biologische
kwaliteitselementen voor de referentietoestand van de
natuurlijke typen meren en een bijbehorende maatlat in 5
klassen. Daarnaastiseen kwantitatieve invulling gegeven
voor algemene fysisch-chemische en hydromorfologische
kwaliteitselementen voor de referentietoestand.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/themadownloads/mID_4890_cID_3880_Ref-maatlatten%20meren.PDF (versie 2 juli 2004)
Referenties en maatlatten voor overgangs- en
kustwateren ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water.
(nl) STOWA rapport, 2003 W07, STOWA, Utrecht, 2003. 73 p
Dit rapport beschrijft de werkzaamheden van
tientallen experts op het gebied van de aquatische
ecologie. Deze experts hebben in opdracht van de
werkgroep Doelstellingen Oppervlaktewater, één van de
werkgroepen die de implementatie van de KRW voorbereid,
de ecologische referenties beschreven van ruim 40
natuurlijke watertypen. Dit rapport bevat de beschrijving
van een eerste tranche natuurlijke overgangs- en
kustwateren.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/themadownloads/mID_4890_cID_3880_Ref-Maatlat%20O&Kwateren%20juli%202004.pdf (versie 2 juli 2004)
Rienks, W.A.; Gerritsen, A.L.; Meulenkamp, W.H.H.;
Ottburg, F.G.W.A.; Schouwenberg, E.P.A.G.; Akker, J.J.H.
van den; Hendriks, R.F.A.;
Veenweidegebied in Fryslân : de effecten van vier
peilstrategieën. (nl) Alterra-rapport, 989, Alterra,
Wageningen, 2004. 56 p Bijl. (130 p.).
De gevolgen van diverse polderpeilen zijn
beoordeeld op: 1) bodemdaling en grondwaterstand; 2)
waterkwantiteit; 3) waterkwaliteit; 4) uitstoot
broeikasgassen 5) landschap, cultuurhistorie,
archeologische waarden; 6) natuur; 7) visstand; 8)
landbouw en grondwaterstand; 9) recreatie; 10) kosten en
baten. [HAAFF 1e ex] [HAAFF 1e ex] [HAAFF 2e ex]
[HAAFF 2e ex] [ECLNV NL 02 / 989]
[ECLNV NL 02 / 989 bijl.]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport989.pdf
Roelevink, A.; Arts, M.; Torfs, P.J.J.F.; Kabout, J.;
Reductie van hoogwatergolf door regionale waterberging
: voorstel provincie Gelderland om instroom IJssel met
kwart te verminderen. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.48-49. figs.
De provincie Gelderland heeft voorgesteld om de
zijdelingse toestromen richting de IJssel te reduceren
met 25 procent door realisatie van regionale
waterberging. Dit met het oog op de verwachting dat de
maatgevende afvoer op de IJssel zal oplopen als gevolg
van toenemende hoeveelheden neerslag. Door lokale of
regionale waterberging moet de hoogwatergolf op de IJssel
worden ontlast. Maar wat is de invloed van de zijrivieren
op de IJssel? Aan de Universiteit van Wageningen is
onderzoek verricht samen met Royal Haskoning, RIZA en de
waterschappen Veluwe en Rijn en IJssel naar de
mogelijkheden van reductie van de hoogwatergolf op de
IJssel voor het traject Arnhem-Zwolle. Hierbij zijn
maatregelen onderzocht die gericht zijn op de
zijrivieren. Het onderzoek is daarmee ook relevant in het
kader van de discussie rondom de zogeheten blauwe
knooppunten, de belangrijkste uitwisselingspunten tussen
het hoofd- en regionaal watersysteem. [HAAFF]
Ruiter, H.; Rijs, G.; Jacobs-Reitsma, W.F.; Leenen, I.;
Campylobacter in zwemwater en mogelijke
emissiebronnen. (nl)
In: H twee O
37(2004)12 p.19-21. tabs.; 5 refs.
Campylobacter vormt samen met Salmonella en
Shigella één van de belangrijkste bacteriële
ziekteverwekkers van het maagdarmkanaal bij de mens. De
bacterie Campylobacter komt voor bij eenden, meeuwen,
kippen en kalkoenen, maar is ook aanwezig in koeien,
varkens en schapen. Al deze dieren zijn drager, maar
worden er zelf niet ziek van. Infecties met Campylobacter
leiden in Nederland jaarlijks tot circa honderdduizend
gevallen van maagdarmstoornissen en enkele duizenden
gevallen van reactieve artritis (spierontsteking). De
infectieuze dosis is laag en de besmetting vindt
doorgaans plaats via de fecaal-orale route. Uit een
inventariserend onderzoek blijkt dat naast de algemeen
bekende besmettingsroute via voedsel (voornamelijk
pluimveevlees) ook verontreinigd zwemwater een
besmettingsbron kan vormen.
Schoumans, O.F.; Renaud, L.; Oosterom, H.P.; Groenendijk,
P.;
Lot van het fosfaatoverschot. (nl)
Alterra-rapport, 730.5, Alterra, Wageningen,
Netherlands, 2004. 45 p
Teneinde inzicht te verschaffen in het lot van het
fosfaatoverschot en de factoren die de fosfaatbelasting
van het oppervlaktewater beïnvloeden, is een analyse
uitgevoerd op de uitkomsten van modelberekeningen met het
STONE-instrumentarium. Dit instrumentarium wordt voor
beleidsevaluaties ingezet om op landelijke schaal
berekeningen uit te voeren van het effect van het
mestbeleid op de landbouwemissies naar het grond- en
oppervlaktewater. De in deze studie uitgevoerde analyse
heeft betrekking op de rekenperiode 1986-2000. Ruwweg 95%
van het fosfaatoverschot hoopt zich in de bovengrond van
landbouwgronden op, waarvan 85% in minerale vorm en 15%
in organische vorm. De netto fosfaataanvoer via kwel
bedraagt ca. 3%. Totaal spoelt ongeveer 8% van het netto
fosfaatoverschot uit naar het oppervlaktewater. Dit komt
gemiddeld overeen met 4% van de totale fosfaatgift. Deze
waarden zijn gemiddelden voor het landbouwareaal in
Nederland. De variatie tussen specifieke combinaties van
grondsoort en gewas is echter groot. De organische
fosfaatuitspoeling voor verschillende
bodem-gewascombinaties wordt sterk bepaald door het
weerjaar en de lokale hydrologische omstandigheden met
het bijbehorende ontwateringspatroon. Voor de minerale
fosfaatuitspoeling blijkt ook de mate van
fosfaatverzadiging van de bovengrond nog een belangrijke
factor te zijn. De bijdrage van de minerale
fosfaatuitspoeling aan de totale fosfaatbelasting van het
oppervlaktewater varieert tussen de 35 en 85%. [HAAFF
32/476(730.5) 1e ex.] [HAAFF 32/476(730.5) 2e ex.]
[ECLNV NL 02 / 730.5]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport730.5.pdf
Tijsen, R.J.;
Zinkemissie uit zinken dakgoten : een
praktijkonderzoek in Amsterdam Noord. (nl) DWR,
Amsterdam, 2003. 22, [10] bl 1 CD-ROM.
De bemonstering van regenwater heeft plaatsgevonden
in de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus
2002. De proefopstelling was opgebouwd aan de
Heggerankweg in Amsterdam-Noord. Deze locatie is gekozen
omdat hier gebruik kon worden gemaakt van twee identieke
woonblokken met eenzelfde zinken dakgoot en de
mogelijkheid een dakgoot bij één van de woonblokken te
bekleden met EPDM-folie. De daken zijn gedekt met
(ongeglazuurde) dakpannen. De woonblokken staan naast
elkaar waardoor de dakgoten gelijk op de wind
georiënteerd zijn. [HAAFF 22/5796] [HAAFF DISK 397]
Twisk, W.; Mulder, J.W.; Horst, K. van der; Minkelis, J.
van de;
Een kwart eeuw waterkwaliteitsbeheer in Zuid-Holland
zuid : rapportage van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden
en Waarden over het bewaken en verbeteren van het
oppervlaktewater. (nl) Zuiveringsschap Hollandse
Eilanden en Waarden, Dordrecht, 2004. 108 p
Samenvatting (23 p.) + 1 CD-ROM.
Het rapport bestaat uit drie delen. Het
hoofdrapport ‘Waterkwaliteit en waterkwaliteitsbeheer’
beschrijft in algemene termen de inspanningen van
Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden om helder
en schoon oppervlaktewater te krijgen en te houden. Ook
komen in dit deel de ontwikkeling van de waterkwaliteit
en de toekomstvisie aan de orde. Deel 2 gaat dieper in op
het zuiveringsbeheer, met aandacht voor
zuiveringstechnieken, de ontwikkelingen in wet- en
regelgeving, en de resultaten van het zuiveringsbeheer.
Ten slotte in deel 3, met een uiteenzetting van het
verlenen en handhaven van vergunningen. Ook andere
instrumenten voor het beheersen en voorkomen van lozingen
komen aan de orde. [HAAFF 22/5808] [HAAFF DISK 403]
Uitvoerbaarheidstoets nieuwe EU-Zwemwaterrichtlijn.
(nl) Unie van Waterschappen, Den Haag,
2003. 47 p
In oktober 2002 heeft de Europese Commissie een
voorstel voor de nieuwe EU-zwemwaterrichtlijn
gepubliceerd. De waterschappen hebben een belangrijke
taak bij de uitvoering van de huidige en toekomstige
zwemwaterrichtlijn. De Unie van Waterschappen heeft een
uitvoerbaarheidstoets uitgevoerd ten aanzien van het
voorstel voor de nieuwe EU–Zwemwaterrichtlijn (oktober
2002). De resultaten van deze uitvoerbaarheidstoets zijn
in dit rapport opgenomen. In het onderzoek is gekeken
naar de huidige wettelijke taken van de waterschappen; de
uitvoerbaarheid van de huidige richtlijn; de
haalbaarheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de
nieuwe richtlijn; en de financiële en personele
consequenties voor de waterschappen. Tot slot worden
oplossingsrichtingen geschetst om te komen tot een betere
uitvoerbaarheid.
URL:
http://www.uvw.nl/content/TRIBAL_tsShop/files/93_zwemwater.pdf
Vos, J.A. de;
Effecten van peilbeheer in de polders Zegveld en
Oud-Kamerik op de nat- en droogteschade in de landbouw.
(nl) Alterra-rapport, 987, Alterra, Wageningen,
Netherlands, 2004. 77 p
Voor een toekomstgericht melkveebedrijf in het
veenweidegebied is met het nieuwe Waterpas-BBPR-model
berekend wat de bedrijfeconomische gevolgen zijn van een
oppervlaktewaterpeilverhoging. Modelresultaten voor
hydrologie en graslandgebruik komen goed overeen met
meetgegevens en praktijkgegevens voor het proefbedrijf
Zegveld. Opvallend is dat een gemiddelde infiltratie
vanuit het oppervlaktewater van 140 mm/jaar wordt
berekend, wat wordt bevestigd door eerdere experimenten.
Bij een slootwaterpeilverhoging van 60 naar 40 cm –mv
neemt volgens het Waterpas-BBPR-model het netto
bedrijfsresultaat af met 222 euro/ha/jaar. De HELP-tabel
(Brouwer-Huinink-versie) geeft 186 euro/ha/jaar
opbrengstderving en benadert daarmee financieel gezien de
modelberekeningen redelijk. Echter bij vergelijking met
melkveebedrijven op kleigrond blijkt de HELP-tabel minder
opbrengstderving te berekenen dan het
Waterpas-BBPR-model. De resultaten van het integrale
Waterpas-BBPR-model laten zien dat een analyse op
bedrijfsschaal noodzakelijk is en dat meer transparante,
realistische resultaten worden verkregen dan met de
HELP-systematiek. [HAAFF 32/476(987) 1e ex.] [HAAFF
32/476(987) 2e ex.] [ECLNV NL 02 / 987]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport987.pdf
Vries, P. de;
De Kaderrichtlijn Water [special Europese
Kaderrichtlijn Water (EKRW)]. (nl)
In: Het
waterschap 89(2004)10 [special] p.8-9. ill.
De richtlijn is er op gericht om in 2015 een goede
ecologische en een goede chemische toestand in het
oppervlaktewater te bereiken. In het grondwater moet in
2015 sprake zijn van een goede chemische en een goede
kwantitatieve toestand. De Kaderrichtlijn stelt ook
doelstellingen voor de zogenoemde beschermde gebieden.
Dit zijn gebieden die nu reeds beschermd worden door
Europese wetgeving (bijvoorbeeld gebieden voor
onttrekking drinkwater, schelpdierwater,
zwemwaterlocaties en Vogel- en Habitatrichtlijngebieden).
Water in cijfers 2003 : achtergrondinformatie over het
waterbeheer in Nederland. (nl)
CIW,
Den Haag, 2004.
Water in Cijfers 2004 bevat een groot aantal
actuele gegevens over het waterbeheer in Nederland. Die
gegevens betreffen vooral de stand van zaken en de
kwaliteit van de watersystemen, zowel van de rijkswateren
als van de regionale wateren. Onder de kwaliteit van
watersystemen wordt niet alleen de chemische kwaliteit
verstaan (zware metalen, nitraten, fosfaten, pesticiden
en dergelijke), maar ook de biologische kwaliteit en de
stand van zaken met betrekking tot de inrichting van de
watersystemen. [HAAFF 22/178(3VA-2004)]
URL:
http://www.waterincijfers.nl/wic2003/
Weber, A.; Smit, M.G.D.;
Waterzuivering door driehoeksmosselen (Dreissena
polymorpha) in het Volkerak-Zoommeer: de inzet van een
mosselfilter in de Steenbergse Vliet. (nl)
TNO-rapport, R 2004/051, TNO Milieu, Energie en
Procesinnovatie, Apeldoorn, 2004. 118 p
Driehoeksmosselen (Dreissena polymorpha) filteren
gesuspendeerde deeltjes uit het water. De onverteerbare
deeltjes worden verwerkt tot feces die worden uitgestoten
om vervolgens te bezinken. Bij ongeschikt voedsel worden
pseudofeces geproduceerd die evenals de feces bezinken.
Op deze manier zorgen Driehoeksmosselen voor een netto
verwijdering van deeltjes uit de waterkolom. Hoewel
onderzoek naar de rol van de Driehoeksmossel in het
waterkwaliteitsbeheer nog altijd in volle gang is, zijn
er tot op heden geen mogelijkheden onderzocht om
Driehoeksmosselen in te zetten in een technisch
waterfilter ter bestrijding van eutrofiëring in het
Volkerak-Zoommeer. Door een dergelijk filter te
installeren in de riviertjes die water toevoeren naar het
VolkerakZoommeer zou de belasting met nutriënten van dit
systeem gereduceerd kunnen worden. Om de mogelijkheden
hiertoe te onderzoeken en om het effect van een dergelijk
filter op de waterkwaliteit te bepalen is door TNO een
driejarig onderzoeksprogramma uitgevoerd. [HAAFF 22/5805
]
Willems, D.;
Biologische monitoring zoete rijkswateren: monitoring
biologische kwaliteitselementen volgens de KRW :
optimalisatie biologisch monitoringsprogramma: uitwerking
voor de toestand- en trendmonitoring. (nl) RIZA
rapport, 2004.006, Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, RIZA Rijksinstituut
voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling,
Lelystad, 2004. 68 p
Het rapport beschrijft de uitwerking van de
monitoringeisen van Europese Kaderrichtlijn Water en de
betekenis voor het biologische monitoring programma van
het RIZA (het MWTL-programma). Het rapport is begin 2004
afgerond; onderhand zijn verdere stappen gezet in het
traject van de implementatie van de KRW zodat sommige
zaken in het rapport weer enigszins ingehaald zijn (b .v.
de toewijzing van waterlichamen). Dit doet niet af aan de
waarde van de inhoi van het rapport : het rapport geeft
een goed beeld op welke wijze RWS de monitorir in wil
gaan vullen. Het is niet bedoeld als blauwdruk maar als
voorbeeld voor uitwerking om uiteindelijk een
geharmoniseerd monitoringprogramma in alle watere in
Nederland te krijgen. [HAAFF 22/2532(2004.006)]
URL:
http://www.riza.nl/publicaties/riza_rapporten/pdf_rapport/rr_2004_006.pdf
Winden, A. van; Overmars, W.; Braakhekke, W.;
Storing water near the source : natuurlijke
waterberging in de middelgebergten in het stroomgebied
van Maas en Rijn : minder wateroverlast bij hoog water,
meer water in droge tijden. (en) Stroming, Nijmegen,
Netherlands, 2004. 16 p
Much can be done in the lower areas of the
catchment, but what prospects are there for water storage
upstream, closer to the source? In a separate monograph,
Bergen bij de Bron (2003) [Storing Water near the Source]
the authors tried to find an answer to these questions
based on their own research in various catchment areas,
but especially in those of the Rhine and the Meuse
carried out in 2001 and 2002. However, visits to other
catchments revealed that the principles can be applied
even there. Their research focussed on the following five
questions: 1 what are the main principles for Storing
Water near the Source, 2 what measures are involved, 3
where can these measures be taken, 4 does 'Storing Water
near the Source' produce the desired results, and 5 how
to finance and realise it? This abridged version is a
brief discussion on these aspects; more details can be
found in the main report. [HAAFF 22/5785]
URL:
http://www.arknature.org/ark-plannen/beek/str-berging/bergen%20kort.pdf
Wolters, H.; Hebbink, A.; Stegge, C. aan de;
Dubbele berging: mogelijk, gewenst? : mogelijkheden
van gebruik van bergingsgebieden voor zowel hoofd- als
regionaal systeem. (nl) RIZA rapport, 2004.007,
Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, RIZA Rijksinstituut
voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
, Lelystad, 2004. 58 p
Begin 2003 is uit een inventarisatie van het RIZA
gebleken dat er sprake is van overlap tussen ruimteclaims
voor berging vanuit het hoofdsysteem en het regionaal
systeem (RIZA werkdocument 2003.037X). In onderliggende
rapportage zijn de mogelijkheden onderzocht voor het
gebruik van bergingsgebieden voor water vanuit zowel het
hoofdsysteem als het regionaal systeem. Uit de verkenning
blijkt dat er vanuit hydrologisch oogpunt geen bezwaren
zijn tegen het combineren van berging vanuit zowel het
hoofdsysteem als het regionaal systeem. Het lijkt
wenselijk om het combineren na te streven, omdat daarmee
in totaal met een kleinere ruimteclaim kan worden
volstaan dan wanneer de bergingsruimte voor beide
systemen gescheiden wordt gezocht en ingericht. [HAAFF
22/2532(2004.007)]
URL:
http://www.riza.nl/publicaties/riza_rapporten/pdf_rapport/rr_2004_007.pdf
Zwart, D. de;
Ecological effects of pesticide use in the Netherlands
: modeled and observed effects in the field ditch. (
en) RIVM report, 500002003/2003, RIVM, Bilthoven,
Netherlands, 2003. 50 p
Dit rapport behandelt een nieuwe methode voor het
berekenen van het ecologische risico in kavelsloten dat
wordt veroorzaakt door het gebruik van een groot aantal
bestrijdingsmiddelen (261) in Nederland voor het jaar
1998. De gehele berekening is terug te voeren op een
GIS-kaart van het agrarisch landgebruik, waarbij 51
verschillende teelten worden onderscheiden.
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500002003.pdf
WATERSYSTEEM - Waterbodem
Alma, C.;
Grote schoonmaak Groningse wateren. (nl)
In:
Noorderbreedte 28(2004)2 p.26-29. ills.
Verslag van de aanpak, planning en voortgang van
een groot baggerproject in de stad Groningen, de
verwijdering van 380.000 kubieke meter vervuild
baggerslib en puin uit de stadswateren van Groningen in
de periode 2001-2006. Op de bodem van deze wateren
bevindt zich een keur aan historische verontreinigingen,
van kwik en asbest tot grof vuil en een enkel explosief,
wat voor de nodige complicaties en vertraging zorgt bij
de uitvoering. Ook woonschepen vormen een obstakel.
[HAAFF]
URL:
http://www.noorderbreedte.nl/artikel/04-2-4.htm
Bolwidt, L.; Alphen, J. van;
Studie geeft Rijkswaterstaat grip op zandbalans Rijn.
(nl)
In: Land +
water 44(2004)8 p.24-25. 4 afb.
Om meer inzicht te krijgen in de bodemdynamiek van
de Rijntakken heeft RIZA onderzoek gedaan naar zand- en
slibtransporten.
Bos, S.C.; Westerhof, J.T.E.; Vries, P. de[et al.];
Bellenschermen bij precisiebaggerwerk. (nl)
In: Neerslag
39(2004)3 p.25-29. ills.
Eind augustus 2003 woedde er een grote brand bij
Vredestein Banden B.V. in Enschede. De ruimte waar de
grondstoffen voor de bandenproductie lagen opgeslagen,
ging in vlammen op. Vlak naast het Twenthekanaal. Om de
brand te kunnen blussen zijn ondermeer crashtenders van
de vliegbasis Twente ingezet. Het bluswater is voor een
groot deel uit het Twenthekanaal gehaald en is daar ook
voor een deel weer in teruggestroomd. Het water, dat
terugstroomde bevatte echter ook verontreinigingen, die
dus ook in het Twenthekanaal terecht zijn gekomen.
Hierdoor is een verontreiniging ontstaan van het water,
de zwevende delen en de waterbodem. Rijkswaterstaat heeft
als beheerder van het kanaal aangeven dat de ontstane
verontreiniging van het Twenthekanaal als gevolg van de
brand zo snel mogelijk moest worden opgeruimd. Een klus,
die op het eerste oog niet al te ingewikkeld lijkt, maar
toch zeer complex is geweest. Het gaat niet om hele grote
hoeveelheden bagger, maar wel om een heel nauwkeurige
methode van uitvoer en beheersing tijdens de
baggerwerkzaamheden. Kunnen aannemers op de cm nauwkeurig
baggeren? En hoe houd je de situatie in een kanaal
beheersbaar tijdens de baggerwerkzaamheden? In dit
artikel willen we kort ingaan op deze twee vragen.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=319
Cornelissen, G.; Kamerling, G.E.;
Ecotoxicologische risico's en water-bodem-normen : wat
anders?!. (nl) AKWA-rapport, nr. 03-006, AKWA,
Utrecht, 2003. 2 dl. in 1 bd. (226
p.) [HAAFF 22/4903(03.006)]
Grinten, E. van der;
Dynamic species interactions in phototrophic biofilms.
(en) [s.n.], [s.l.], 2004. 149 p
This thesis focuses on the microalgal communities
colonizing the dynamic floodplain sediments of the River
Rhine and explores the mechanisms that determine their
species composition. This thesis aims to: describe
selective effects of environmental variables on consortia
of benthic algal species in periodically disturbed
sediments, analyze selection of species in synthetic
consortia composed of isolates of benthic microalgae, and
*explore the collective effect of environmental
variables, biotic interactions between different species,
and periodic habitat disturbance on species composition.
[HAAFF 20/288]
Haas, E.M. de;
Persistence of benthic invertebrates in polluted
sediments. (en) [s.n.], [s.l.], 2004. 135 p
This thesis aims to explain the persistence of
benthic invertebrate species in polluted sediments. The
objectives of the present thesis are: (1) To analyze the
responses of two different model species to combinations
of food quality and sediment-bound toxicants in
laboratory bioassays. (2) To analyze the impact of biotic
interactions on the performance of these model species in
polluted sediments. (3) To compare the persistence of
invertebrate species in polluted sediments in the field
with responses of a model species under defined and
natural conditions. [HAAFF 39/1021]
Klis, H. van der;
Omgaan met onzekerheid in riviermorfologische
modellen. (nl)
In: Asselt, M. van[red.];
Niet bang voor onzekerheid.
Voorstudies en achtergronden / RMNO, V.01, Lemma,
Utrecht, 2003. p.87-104. 15 refs.
Bespreking van de hoofdlijnen uit het proefschrift
van de auteur (Delft, 2003). Waarbij uitgelegd wordt hoe
het onderwerp past binnen het kader van maatschappelijke
discussies en beleidsvraagstukken. [HAAFF]
URL:
http://www.rmno.nl/pdf/onzekerheid%20drukklaar%20hr.pdf
Kool, A.; Ruiter, H.R.G. de; Leendertse, P.C.;
Monitoring van bestrijdingsmiddelen in Zeeland. (
nl)
[Pesticide monitoring in the province of Zeeland]
CLM, 555-2003, CLM, Utrecht, 2003. 56 p
URL:
http://www.clm.nl/publicaties/data/555.pdf
WATERSYSTEEM - Ecologie
Bartholomeus, R.; Dongen, R. van; Louw, P. de;
Onderzoek naar kwelafhankelijke vegetatie in beekdal
het Merkske. (nl)
In: H twee O
37(2004)10 p.27-30. figs.; ills.; tab.; 5 refs.
Op regionale schaal is het vaak bekend of kwel in
een beekdal optreedt of niet. Voor de kwelafhankelijke
vegetatie is het echter van belang dat kwelwater ook
daadwerkelijk in de wortelzone terecht komt of dit
gebeurt hangt af van een groot aantal lokale factoren die
in het veld moeten worden onderzocht. Eén van de meest
zinvolle metingen is de bepaling van de bodem-pH op
verschillende diepten. Dit geeft op eenvoudige wijze een
goed beeld van de invloed van kwel in de wortelzone.
[HAAFF]
Boudewijn, T.J.; Dam, E.M. van; Ridder, R.P. de;
Sliedrechtse Biesbosch op de schop!. (nl)
In: De levende
natuur 105(2004)3 p.87-92. 6 fig., 9 refs.,
samenvatting (en).
Met de afsluiting van het Haringvliet is de
getijslag, de drijvende kracht van het
zoetwatergetijdengebied, in de achterliggende Biesbosch
sterk verminderd; deze bedraagt momenteel nog 0,55 m.
Tegelijkertijd, nam als gevolg van de hoge rivierstanden
in 1993 en 1995 de vraag naar klei toe ten behoeve van
dijkverzwaring. De combinatie van kleiwinning met
natuurontwikkeling bood de mogelijkheid om in de
Sliedrechtse Biesbosch nieuw zoetwatergetijdengebied te
realiseren. . [HAAFF]
Boudewijn, T.J.;
Verontreinigingen in Maasuiterwaarden: blootstelling
en belasting van dassen = Pollution in the floodplains of
the Meuse: exposure and contamination of badgers =
Pollutions dans le lit majeur de la Meuse: exposition et
pollution interne de blaireaux. (nl) Reports of the
project: 'Ecological rehabilitation of the river Meuse',
no. 38, Bureau Waardenburg, Culemborg
, 2003. 153, [27] p
Gedurende 3 jaar is onderzoek gedaan aan de
effecten van verontreiniging in Maasuiterwaarden op
Dassen. Onderliggende vraagstelling was in hoeverre de
huidige mate van verontreiniging in het winterbed van de
Maas een beperking vormt voor natuurontwikkeling en op
welke wijze hier eventueel rekening mee gehouden kan
worden in beheer en inrichting. Als indicator is hiervoor
de Das gekozen omdat bekend is dat deze soort in potentie
een zeer groot risico loopt. Het onderzoek is gestart in
2001 met een literatuurstudie. Op basis van deze studie
is het vervolgonderzoek ingezet dat in dit rapport wordt
beschreven. Hiermee is een goede basis gelegd voor
afstemming van beheer en inrichting op risico's voor
doorvergirtiging voor (hogere) organismen in het
winterbed van de Maas. [HAAFF 22/2731(M38)]
Coops, H.; Vulink, J.T.; Nes, E.H. van;
Managed water levels and the expansion of emergent
vegetation along a lakeshore. (en)
In: Limnologica
34(2004)1/2 p.57-64. 21 refs.
Water-level fluctuations may be used to promote the
expansion of emergent vegetation along lakeshores. The
authors present the case of the lake Volkerak-Zoommeer in
the Netherlands, a freshwater lake created in 1987 after
the enclosure of an estuary. Using an experimental area
in which the water level could be manipulated, it was
shown that partial summer drawdown of the shoreline
created suitable conditions for germination and growth of
tall emergent species (in particular Phragmites
australis). Plant survival and growth depended on
subsequent water-level fluctuations and grazing by
waterbirds. Based on the experiment and empincai data, a
model was developed to predict the effects of the
water-level regime on potential reed bed development. The
model was applied for four hydrological scenarios that
have been considered for the water-level management of
the lake.
Coops, H.; Sollie, S.; Portielje, R.;
Lagere nutriëntentgehalten in meren en plassen door
natuurlijker peilbeheer?. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.25-27. fig.; ill.; 5 refs.
Een natuurlijker peildynamiek in meren en plassen
kan mogelijk bijdragen aan de verlaging van
nutriëntengehaltes. Dit is het effect van verhoogde
retentie als gevolg van de ontwikkeling van de vegetatie.
Peilbeheer vormt hiermee een potentiële stuurknop om
waterbeheersdoelstellingen te halen. Dit is vooral aan de
orde nu bij de implementatie van de Kaderrichtlijn Water
maatregelen moeten worden opgesteld om de 'goede
ecologische toestand' te bereiken. Om peilbeheer als
instrument effectief in te zetten is meer inzicht nodig
in de biogeochemie van meren en plassen, in het bijzonder
van oeverzones. [HAAFF]
Deneer, J.W.; Berg, F. van den; Brink, P.J. van den;
Brock, T.C.M.;
Atmosferische depositie van gewasbeschermingsmiddelen
en mogelijke risico's voor waterleven. (nl)
Alterra-rapport, 934, Alterra, Wageningen,
2004. 68 p
Scenarioberekeningen geven aan dat de atmosferische
depositie van gewasbeschermingsmiddelen in 2001 zodanig
hoog was dat ook op ver van de toepassing verwijderde
locaties effecten op waterleven niet zijn uit te sluiten.
Meer dan de helft van de depositie kwam in 2001 voor
rekening van een vijftal stoffen. De toxische belasting
werd in 2001 voor een groot deel bepaald door stoffen die
op dat moment in Nederland geen toelating meer hadden als
gewasbeschermingsmiddel.. [HAAFF 32/476(934) 1e ex.]
[HAAFF 32/476(934) 2e ex.] [ECLNV NL 02 / 934] [IAHL
boeken 632.9 ATMO]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport934.pdf
Duinen, G.J. van; Brock, A.M.T.; Kuper, J.T.[et al.];
Do raised bog restoration measures rehabilitate
aquatic fauna diversity? : a comparative study between
pristine, degraded, and rewetted raised bogs. (en)
In: Päivänen, J.[ed.];
Proceedings of the 12th international peat congress.
Finnish Peatland Society, Tampere, 2004. p.399-405. 16
refs., samenvatting (en).
To study whether raised bog restoration measures
rehabilitate fauna diversity, we compared invertebrate
species assemblages between pristine, degraded, and
rewetted raised bogs. [NIEUWL]
Geurts van Kessel, A.J.M.; Kater, B.J.; Prins, T.C.;
Veranderende draagkracht van de Oosterschelde voor
kokkels : rapportage van thema's 2 en 3 uit het 'lange
termijn onderzoeksprogramma voedselreservering
Oosterschelde', in het kader van de tweede evaluatie van
het Nederlands schelpdiervisserijbeleid, EVA II. (nl)
Rapport / RIKZ, 2003.043, RIVO rapport, C062/03,
Rijksinstituut voor Kust en Zee, Middelburg,
2003. 128 p
Effecten van veranderingen in hydrodynamiek en
morfologie door de Deltawerken op de habitatgeschiktheid
voor kokkels. Rapportage uit het lange termijn
onderzoeksprogramma voedselreservering Oosterschelde, in
het kader van de tweede evaluatie Nederlands
schelpdiervisserijbeleid (EVA II). [ZODIAC Boeken
ZM20-2003-05/1] [ZODIAC CD-Rom ZM20-2003-05/2]
[ECLNV NL RIKZ / 2003.043] [HAAFF 22/3180(2003.043)]
[HAAFF DISK 386] [HAAFF Tx Rapport nr. Trwd-264]
URL:
http://www.eva2.nl/rapporten_nw/pdf/1071068160.pdf
Herwijnen, M. van;
Succes- en faalfactoren van natuurontwikkeling in en
langs het water. (nl) IVM, Amsterdam,
2003. 79 p
Het doel van deze studie was te achterhalen welke
factoren kunnen leiden tot het al dan niet realiseren van
gestelde natuurdoelstellingen in watergerelateerde
projecten. De geselecteerde projecten betroffen
inrichtingsprojecten die, naast een doelstelling voor de
waterkwantiteit, het verbeteren van de natuurkwaliteit
als een belangrijke doelstelling hebben.
URL:
http://www.falw.vu.nl/images_upload/7FAF36B8-F180-4021-9C111915C8C43957.pdf
Hoek, D. van der; Mierlo, A.J.E.M. van; Groenendael, J.M.
van;
Nutrient limitation and nutrient-driven shifts in
plant species composition in a species-rich fen meadow.
(en)
In: Journal of
vegetation science 15(2004)3 p.389-396. 36 refs.
Question: The authros studied the development and
persistence of the effects of nutrient pulses on biomass
production and species composition in a fen meadow.
Location: Nature reserve, central Netherlands, 5 m a.s.l.
Methods: Single pulse fertilization with N and P in a
factorial design on an undrained central and a drained
margin site in a species-rich fen meadow (Cirsio
dissecti-Molinietum). Biomass production and species
composition were monitored during four years.
URL:
http://www.bioone.org/pdfserv/i1100-9233-015-03-0389.pdf (alleen toegankelijk voor Wageningen UR)
Huwae, P.; Rappé, G.; Buizer, B.;
Waterpissebedden : een determineertabel voor de zoet-,
brak- en zoutwaterpissebedden van Nederland en België.
(nl) Wetenschappelijke mededeling KNNV, 226, KNNV
Uitgeverij, Utrecht, 2003. 55 p [SBB U
994/5D] [HAAFF T 840A,226]
Jonker, M.T.O.;
Black magic in the aquatic environment. (en)
[s.n.], [s.l.], 2004. 254 p [NIEUWL 39/88]
[UB MAG NN08200,3594] [UB MAG NN08201,3594] [UB MAG
NN08202,3594]
URL:
http://www.gcw.nl/dissertations/3594/dis3594.pdf
Knoben, R.; Aarts, T.; Klinge, M.; Talsma, M.;
Piscaria, het landelijke visdatabestand voor regionaal
gebruik : hulp voor waterbeheerders bij gebruik nieuwe
standaard voor het bemonsteren van de visstand. (nl)
In: H twee O
37(2004)16 p.36-37. 3 afb.
Om waterbeheerders te ondersteunen bij het hanteren
van de standaard voor het bemonsteren van vis (zoals
beschreven in het handboek visstandbemonstering) is
"piscaria" ontwikkeld. Een landelijk databestand dat zijn
basis en voeding vindt in het regionale gebruik van
satellietversies. Alle gegevens uit de regio's worden
hierin bijeen gebracht. Het beheer ligt bij de OVB.
Inmiddels wordt gewerkt aan een directe koppeling met de
Limodata Neerlandica. [HAAFF]
Odé, B.; Beringen, R.;
Floristisch meetnet oevers zoete rijkswateren;
uitwerking tweede ronde Rijntakken : (Bovenrijn/Waal,
Nederrijn, IJssel, Zoetwatergetijderivieren,
Benedenrivieren Noordrand). (nl)
RIZA nota, nr. 2004.008, FLORON-rapport, 31, Biologische
monotoring zoete rijkswateren, BM 04.03, Stichting
FLORON, Leiden, 2004. VI, 54, [62] p [HAAFF
22/2532(2004.008)]
URL:
http://www.riza.nl/publicaties/riza_rapporten/pdf_rapport/rr_2004_008.pdf
Pollux, B.J.A.; Korosi, A.; Verberk, W.C.E.P.[et al.];
Voortplanting, groei en migratie van vissen in de
Everlose beek. (nl)
In:
Natuurhistorisch maandblad 93(2004)1 p.1-8. 6 fig.,
17 refs., samenvatting (en).
De afgelopen 15 jaar zijn verschillende studies
verricht naar het voorkomen van vissoorten in Limburgse
beken. Er is echter weinig bekend over de ecologie en
populatiedynamica van de vissen. Voor de laaglandbeken in
het noordelijke en zuidelijke Peelgebied geldt, dat de
visstand wordt belemmerd door de aanwezigheid van stuwen.
Nader onderzoek is in dit verband verricht aan één van
deze beken, de Everlose Beek. [HAAFF]
Smits, J.; Postema, J.; Hulsegge, W.;
Monitoring van waterplanten en perifyton in het
IJsselmeergebied 2003 : randmeren. (nl) RDIJ-rapport,
2003-16, Afdeling PAM, Rijkswaterstaat directie
IJsselmeergebied, [s.l.], 2004. 47, [126] p
In de periode van 24 juni t/m 5 augustus 2003 is
door de afdeling PAM (Meet- en Informatiedienst) van
Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied in het kader
van het project Regionaal Kwaliteits Meetnet de
watervegetatie in kaart gebracht van de Randmeren van
Flevoland en de Noordoostpolder. De gekarteerde meren
(met tussen haakjes het laatst gekarteerde jaar vóór
2003) zijn van oost naar west: Zwarte Meer (2000),
Vossemeer (2000), Drontermeer (2001), Veluwemeer (2001),
Wolderwijd/Nuldernauw (2001), Nijkerkernauw/Eemmeer
(2000), en het Gooimeer (2000). [ECLNV B3/675] [HAAFF
32/251(2003-16)]
Vreugdenhil, S.J.;
Flood tolerance of softwood and hardwood seedlings :
influence of flooding on presence of hardwood and
softwood seedlings in floodplains along the rivers Waal
and IJssel. (en) [s.n.], [s.l.], 2004. 43,
25, 14 p [HAAFF Arb/Scrip S2016]
Wagenvoort, A.J.; Ketelaars, H.A.M.;
Eutrofiëring, is het tij te keren? : limnologie van
het spaarbekken De Lange Vlieter in 2003. (nl)
Waterwinningbedrijf Brabantse Biesbosch, Werkendam,
Netherlands, 2004. 140 p
Sinds eind 2001 wordt Maaswater in het bekken De
Lange Vlieter (onderdeel van het Waterproductiebedrijf
Heel) ingenomen om er, via oeverfiltratie, drinkwater van
te produceren. De verwachting is dat dit voedselarme
(oligotrofe) systeem door de aanvoer van voedingsstoffen
voor algen (fosfaat, nitraat en silicaat) uit de
voedselrijke Maas binnen enkele jaren zal veranderen in
een voedselrijk (eutroof) systeem. [HAAFF 22/5802]
Well, E.; Kloen, H.;
Natuurvriendelijk slootbeheer : eindrapportage. (
nl)
CLM, 598-2004, CLM, Culemborg, 2004. 27 p
URL:
http://www.clm.nl/publicaties/data/598.pdf
Witte, J.P.M.; Meuleman, A.F.M.; Schaaf, S. van der;
Raterman, B.;
Eco-hydrology and biodiversity. (en)
In: Feddes, R.A.[ed.];
Papers for the Frontis Workshop on Unsaturated-Zone
Modeling: progress, challenges and applications
Wageningen, 3-5 October 2004.
Wageningen UR Frontis series, 6, Frontis, Wageningen,
2004. p.chapt. 10. 15 fig., 13 refs., 3 tab.
In this chapter we will discus the problems
encountered by researchers who study the demands that
plant species make on their environment. We shall argue
why ecohydrologists often use indicator values of plant
species for site factors related to water management
(e.g. moisture regime, nutrient richness, acidity) and
demonstrate how these indicator values can be applied
successfully to the eco-hydrological modeling of
biodiversity. [HAAFF www]
URL:
http://library.wur.nl/frontis/unsaturated/10_witte.pdf
Wolfstein, K.; Ibelings, B.; Bruning, K.; Laane, W.;
Risico's van cyanotoxines voor het aquatisch
ecosysteem. (nl)
In: H twee O
37(2004)10 p.23-26. figs.; 6 refs.
Cyanobacteriën horen bij de natuurlijke
soortensamenstelling van fytoplankton. Maar in de laatste
jaren traden steeds vaker bloeien van (toxische)
cyanobacteriën op. Gelijkertijd werd massale vis- en
vogelsterfte gerapporteerd in het IJsselmeer, het
Volkerak-Zoommeer en de Oostvaardersplassen. Deze
incidenten riepen de vraag op of een samenhang bestaat
tussen de sterfte en de bloei van cyanobacteriën. Wat
zijn de risico's van door cyanobacteriën geproduceerde
toxines voor het aquatisch ecosysteem? Voor het eerst is
in Nederland meerjarig onderzoek uitgevoerd aan
verschillende onderdelen van de voedselketen
(fytoplankton, zooplankton, mosselen en vis) in het veld
en in het laboratorium om deze vragen te beantwoorden. De
resultaten leiden tot de conclusie dat cyanotoxines
overal in de voedselketen te vinden zijn en negatieve
effecten kunnen veroorzaken in de verschillende
organismen. Toch blijkt het lastig vis- en vogelsterfte
direct te koppelen aan een bloei van toxische
cyanobacteriën, want een verband tussen concentratie van
de toxines en de geobserveerde effecten werd niet
gevonden. [HAAFF]
Wortel, L.; Mars, H. de; Glopper, A. de;
De Tangkoel, restant van een oude Maasmeander. 2.
Ecohydrologische herstelmogelijkheden. (nl)
In:
Natuurhistorisch maandblad 93(2004)9 p.264-270. 8
fig., 6 refs., samenvatting (en).
Niet ver van natuurgebieden als Dubbroek en
Koelbroek ligt nog een ander ecologisch waardevol
gebiedje in een oude Maasmeanden de Tangkoel, een
verdroogd en geëutrofieerd stukje natuur met toch nog
interessante botanische waarden nabij Hout-Blerick. Om
deze bijzondere waarden te behouden en te ontwikkelen
werd in opdracht van het Waterschap Peel en Maasvallei
een herstelplan voor het gebied opgesteld. [HAAFF]
WATERSYSTEEM - Ruimtelijke ordening
Boutkan, J.P.;
De Roombeek terug in de stad. (nl)
In: Groen
60(2004)5 p.30-31. 1 krt.
In de door de vuurwerkramp getroffen wijk Roombeek
kan één van de blauwe aders worden teruggebracht in de
stad. Het herstellen van de Roombeek is een groots
project die wordt uitgevoerd in samenwerking met het
Waterschap Regge en Dinkel. De lengte van de Roombeek in
Enschede is 11 km, hiervan is 40% nieuw. Het definitieve
tracé wordt zomer 2004 vastgesteld. [HAAFF UB]
Brand, P. van den;
Waterclaims regionaal oplossen [thema de Nota Ruimte
besproken]. (nl)
In: ROM
22(2004)5 p.20-22. 1 afb.
De Nota Ruimte bevestigt de noodzaak van meer
ruimte voor water in ons land. In de geest van het nieuwe
ruimtebeleid is de uitvoering een puur decentrale
aangelegenheid, in de praktijk gaat de aanleg van
waterbergingslocaties mondjesmaat. Situaties waarin
provincies en gemeenten zich actief opstellen zijn eerder
uitzondering dan regel. 'Alles moet gebeuren op basis van
vrijwilligheid'. [HAAFF]
Broekhuis, G.J.; Wolbrink, J.;
De watertoets leeft, maar werkt hij ook? :
projectdossier ontwikkeling landgoed Otelaar Barneveld.
(nl)
In: ROM
22(2004)5 p.38-43. 4 afb.
Evaluatie van de watertoets bij de ontwikkeling van
het nieuwe landgoed "Otelaar". De evaluatie richt zich op
het overleg tussen gemeente, projectontwikkelaar en het
waterschap. [HAAFF]
Franken, R.; Kragt, F.; Kuiper, R.;
Creëren van meer ruimte voor water komt wellicht
onvoldoende van de grond : RIVM beoordeelt Nota Ruimte.
(nl)
In: H twee O
37(2004)11 p.4-5. fig.
Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van
VROM de maatregelen uit de Nota Ruimte beoordeeld. Voor
een select aantal wateronderwerpen is het resultaat van
deze 'evaluatie' opgenomen. De effecten blijken voorlopig
nog onduidelijk te blijven, omdat de uitwerking meer dan
in het verleden afhankelijk is van provincies en
gemeenten en het beleid alleen op hoofdlijnen is
weergegeven en in de komende jaren concreet moet worden
uitgewerkt. Vooral aan het creëren van meer ruimte voor
water in het rivierengebied moet nog veel gebeuren.
Zonder een meer integrale ruimtelijke aanpak,
kaderstelling en financiële ondersteuning van het Rijk
komt het vrijmaken van extra ruimte voor water
waarschijnlijk onvoldoende van de grond vanwege de
ruimtelijke consequenties, de verwevenheid van
verschillende beleidsterreinen (inclusief de Europese
context) en de hoge kosten die hiermee gemoeid zijn.
[HAAFF]
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/711931009.pdf
Gaast, J.W.J. van der; Bakel, P.J.T. van; Massop, H.Th.L.
;
Waterkansen in het SGR2 : evaluatie van de
wateropgaven in relatie tot de netto-EHS. (nl)
Alterra-rapport, 558-1, Alterra, Research Instituut voor
de Groene Ruimte, Wageningen, 2003. 29 p
In het Structuurschema Groene Ruimte 2 (SGR2) is
een belangrijke plaats ingeruimd voor water; voor 8
landschapsregio’s en 17 deelstroomgebieden worden
waterdoelstellingen en bijbehorende ruimteclaims
gespecificeerd. Het ministerie van LNV heeft Alterra
verzocht deze beleidskeuzes nader te onderbouwen en uit
te werken naar aard, ligging en consequenties. In een
landsdekkende analyse zijn hiertoe gegevens en bestaande
kennis volgens een transparant en verifieerbaar protocol
samengebracht. Doel hiervan was om een globaal
landsdekkend beeld te krijgen van de kansrijkdom van
ingrepen in het watersysteem ter realisering van
beleidsthema’s als vasthouden, bergen, beekherstel en
waterconservering. In aanvulling op dit onderzoek is in
opdracht van Staatsbosbeheer onderzocht wat de fysieke
geschiktheid is voor water vasthouden en vernatten in en
rond de netto-EHS.. [RLG 4wa 03-05] [IAHL boeken 556.5
GAAS] [HAAFF 32/476(558.1)]
URL:
http://www.alterra.wur.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport558.1.pdf
Kwaadsteniet, P. de; Dijkstra, L.; Koopmans, M.;
Schreuders, R.;
Streefbeelden voor de stadswateren in Zwolle. (nl)
In: H twee O
37(2004)9 p.23-25. ills.; tab.
Stadswateren zijn belangrijk voor Zwolle. In het
centrum zijn de eeuwenoude grachten niet weg te denken
elementen. Ze geven identiteit aan de stad en worden
hooggewaardeerd. Maar dit geldt niet voor alle wateren in
de stad. De wateren in de nieuwbouwwijken van Zwolle
vanaf halverwege de vorige eeuw zijn vooreen deel
eenvormig en uitwisselbaar. Ook heeft een deel nog (te)
weinig relatie met hun omgeving en valt er (te) weinig te
beleven. Het Waterpact Zwolle heeft de afgelopen twee
jaar hard gewerkt om de stadswateren een impuls te geven.
[HAAFF]
Nieuwenhuijze, L. van;
Water, natuur en ruimtelijke ordening van het
landelijk gebied. (nl)
In: Duinhoven, G. van[red.];
State-of-the-art in land- en watermanagement.
Larenstein, Velp, 2003. p.23-27.
Visie vanuit het adviesbureau H+N+S op de
ruimteclaim die water heeft op de inrichting van het
landelijk gebied. Met concrete voorbeelden van Deventer
landstad, waterberging Noordoostpolder en stedelijke
uitbreding bij de uiterwaarden van Arnhem. [HAAFF]
Nieuwkamer, R.L.J.;
De blauwe, groene en agrarische kosten en baten van de
Deltametropool-bijdragen aan de MKBA Deltametropool.
(nl) Witteveen+Bos, Rotterdam, 2003. 32, [36] p
Ten behoeve van de kengetallen kosten-batenanalyse
(KKBA) voor verstedelijking in de Deltametropool, die
mede ter onderbouwing voor de Nota Ruimte dient, zijn in
dit rapport de water-, ecologische, landschappelijke en
agrarische effecten in beeld gebracht en waar mogelijk
gemonetariseerd. Voor de Deltametropool zijn vier
verstedelijkingsaltematieven onderscheiden (5de Nota,
Instraling, Uitstraling en Spreiding) die zijn
samengesteld uit verschillende combinaties van 38
woningbouwlocaties. Omdat de in dit rapport beschouwde
effecten afhankelijk zijn van de specifieke
geohydrologische en landschappelijke situatie op een
locatie, zijn in deze studie eerst de effecten per
locatie bepaald om vervolgens te worden samengevoegd tot
de effecten van de vier verstedelijkingsaltematieven.
Vier relevante watereffecten konden daadwerkelijk
gemonetariseerd worden. Daarnaast is het verlies aan open
ruimte gekwantificeerd. [HAAFF 22/5789]
Postma, R.;
Lonkend rivierenland, klaar voor de toekomst :
maatregelen van Staatsbosbeheer voor een veilig en
aantrekkelijk rivierengebied. (nl)
Staatsbosbeheer, Driebergen, 2003. 31 p
[HAAFF 22/5807]
Sipkema, J.J.;
Behoud platteland particulier betaald? : onderzoek naar
de kansen en randvoorwaarden voor particuliere
financiering van groene diensten in de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden: Landschapsplan Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.
(nl) [s.n.], [s.l.], 2004. 44 p
De vraag die in dit onderzoek centraal staat is als
volgt: Welke kansen zijn er voor particuliere
financiering van groene diensten in de Alblasserwaard-
Vijfheerenlanden die passen bij het ondernemerschap van
de agrariërs en aan welke randvoorwaarden dient de groene
dienst te voldoen wil het betrokken particuliere bedrijf
tot financiering overgaan? Om een antwoord te krijgen op
deze hoofdvraag zijn de volgende drie onderzoeksvragen
beantwoord: 1. Wat houden groene diensten precies in?; 2.
Welke groene diensten zijn er in de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden te benoemen?; en 3. Welke
kansen zijn er om de groene diensten in de
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden te financieren vanuit de
particuliere markt?. [IAHL verslagen MSC-LWM 2004-2]
URL:
http://www.landschapsplan.nl/definitief_rapport.PDF
Wee, T.H. van;
Gewest Kop van Noord-Holland : geohydrologisch
onderzoek Kolhorn. (nl) Witteveen+Bos, Almere,
Netherlands, 2003. 1 dl. (verschillende pagineringen)
Het gemeentebestuur van Niedorp heeft het voornemen
in de nabijheid van Kolhorn een waterrecreatief knooppunt
te realiseren. Hiertoe dient een deel van de Groetpolder
en/of de Waardpolder onder water te worden gezet. De
hoofddoelstelling is het versterken van de
plattelandseconomie met o.a. een bevordering van de
recreatie. De recreatie vormt de (financiële) basis voor
het initiatief. De nevendoelstellingen zijn het vergroten
van de berging in de boezem en het bevorderen van de
natuurontwikkeling. Naar aanleiding hiervan is in
opdracht van het Gewest Kop van Noord-Holland een
verkennend hydrologisch onderzoek uitgevoerd. Het doel
van het verkennend onderzoek is het indicatief in beeld
brengen van de hydrologische effecten van zes
inrichtingsvarianten van de plas. Deze zijn op
hoofdlijnen doorvertaald naar de consequenties voor de
waterkwaliteit, de landbouw, de bebouwing, de boezemkade
en het boezemstelstel. Tevens is de haalbaarheid van de
verschillende varianten onderzocht en zijn
inrichtingsmaatregelen geïnventariseerd om eventuele
neqatieve effecten van de aanleg te voorkomen. Bij het
inrichten van de plas liggen tevens kansen en
mogelijkheden voor de recreatie. [HAAFF 22/5800]
WATERKETEN - Algemeen
Havekes, H.J.M.;
Uitkomst algemeen overleg IBO bekostiging regionaal
waterbeheer. (nl)
In:
Tijdschrift voor omgevingsrecht 4(2004)4 p.140-142.
Naar aanleiding van het algemeen overleg tussen
kabinet en Vaste Kamercommissie op 30 juni, geeft de
auteur een tweede toelichting op de stand van zaken rond
financiering van watersysteem- en waterketenbeheer.
[HAAFF leeuw]
WATERKETEN - Drinkwater, industriewater en andere
toepassingen
Dullemont, Y.; Visser, A.; Schijven, J.; Hijnen, W.;
Eliminatiecapaciteit van langzame zandfiltratie voor
micro-organismen bepaald met doseerproeven. (nl)
In: H twee O
37(2004)13 p.22-24. fig.; ills.; tabs.; 3 refs.
De huidige verplichte kwantitatieve
microbiologische risicoanalyse voor drinkwaterbedrijven
vereist meer kennis over de verwijdering van pathogene
micro-organismen in het zuiveringsproces. Langzame
zandfiltratie vervult als laatste barrière van de
zuivering hierbij een belangrijke rol. Met metingen in de
praktijk werd nuttige informatie verzameld over de
verwijdering van bacteriën en sporen, maar voor virussen
en protozoa, zoals Cryptosporidium was dat niet mogelijk.
Bovendien ontbreekt kennis over de invloed van diverse
procesfactoren. Zoals blijkt uit het hier beschreven
onderzoek, kan deze informatie worden verkregen door het
doseren van micro-organismen aan een proefinstallatie met
langzame zandfilters en aan een laboratoriumopstelling
met kolommen gevuld met zand afkomstig uit werkende
filters.
Gijsbertsen, A.;
Inventarisatie UF-installaties in Nederland :
state-of-the-art. (nl) KIWA, BTO 2004-016, KIWA,
Nieuwegein, 2004. 103 p
Dit rapport geeft een overzicht van de
ultrafiltratie-installaties (UF) in beheer bij
waterleidingbedrijven. In de afzonderlijke
inventarisaties wordt ingegaan op: het ontwerp van de
installatie; de procesvoering; reiniging; waterkwaliteit;
en integriteit van de membranen. [HAAFF 22/2502(2004.016)
]
Juhász, M.; Balemans, M.; Jansen, C.;
Beter inzicht in putverstopping door flowmetingen èn
hoogfrequente stijghoogtemetingen. (nl)
In: H twee O
37(2004)17 p.29-31. 3 fig., 2 refs..
Bij de inrichting van waterproductiebedrijf Heel in
2001 zijn voor het eerst drukopnemers geplaatst bij
pompputten. De gedachte hierachter is om met
hoogfrequente metingen het proces van putverstopping
beter inzichtelijk te maken.
Mons, M.;
Samenvatting informatie geneesmiddelen. (nl) KIWA,
BTO 2004.004, KIWA, Water Research, Nieuwegein,
Netherlands, 2004. 45 p
Eind 2003 is een aantal documenten verschenen op
het gebied van geneesmiddelen. In dit rapport zijn de
gegevens gebundeld en wordt op basis van de
onderzoeksresultaten een voorstel gedaan voor een
monitoringsprogramma voor geneesmiddelen voor de
drinkwatersector. [HAAFF 22/2502(2004.004)]
Ramaker, T.; Lelij, B. van der;
Leefstijlen in de drinkwatersector : bestaat de
gemiddelde consument?. (nl)
In: H twee O
37(2004)10 p.32-35. ill.; figs.
In het project ‘Toekomstverkenningen voor de
drinkwatersector' zijn vier toekomstbeelden geschetst(zie
H2O nr. 20 uit 2003). Consumentenwensen spelen daarin een
cruciale rol en oefenen ook invloed uit op de toekomstige
ontwikkeling van waterleidingbedrijven. Door
individualisering lopen de consumentenwensen steeds
sterker uiteen. Keuzevrijheden nemen toe en consumenten
krijgen steeds meer autonomie. Wil een
waterleidingbedrijf inspelen op de wensen van de klanten,
dan moet het die wensen kennen en weten hoe de
communicatie met hen het beste kan verlopen. De in dit
artikel uitgewerkte leefstijlenbenadering biedt hiervoor
handvatten.
Ramaker, A.B.;
Wat betekenen toekomstbeelden voor waterbedrijven? :
verslag regiobijeenkomsten de Kartonnen Doos. (nl)
KIWA, BTO 2004.015, KIWA N.V., Water Research,
Nieuwegein, 2004. 46 p
In het project De Kartonnen Doos zijn op basis van
trendverkenningen vier 'Jules Verne-achtige'
toekomstbeelden voor het jaar 2020 geschetst. De
toekomstbeelden verschillen sterk in (1) de mate van
technologie ontwikkeling en implementatie en (2) de
burgerschapsstijl. Het toetsen van (strategische) vragen
heeft in de periode van oktober 2003 tot maart 2004
plaatsgevonden in regiobijeenkomsten. Hierin zijn de
toekomstbeelden 'vertaald' in effecten op de
drinkwatersector om vervolgens een succesvolle
toekomstgerichte bedrijfsstrategie te bepalen. Het
resultaat van de toetsing is op hoofdlijnen in dit
rapport beschreven. [HAAFF 22/2502(2004.015)]
Stege, C. ter;
Het begint al bij de locatiekeuze : RIZA gaat website
maken voor waterbeheer op duurzame bedrijventerreinen :
Thema water. (nl)
In:
Milieumagazine 14(2003)6 p.23.
RIZA heeft kennis en ervaring gebundeld in een
praktijkdocument rondom duurzaam waterbeheer op
bedrijventerreinen.
URL:
http://www.steunpunt.wateremissies.nl/thema/duurzaam_ondernemen/Praktijkdoc_Water_en_Duurzame_Bedrijventerreinen.pdf (het complete praktijkdocument)
Visser, A.; Hijnen, W.; Dullemont, Y.; Medema, G.J.;
Langzame zandfilters als effectieve barrières voor
microorganismen. (nl)
In: H twee O
37(2004)12 p.26-28. figs.; tabs.; 19 refs.
Vanaf het ontstaan van Duinwaterbedrijf
Zuid-Holland (DZH) en Waterleidingbedrijf Amsterdam (WLB)
is langzame zandfiltratie voor deze bedrijven een
belangrijk proces om de microbiologisch veiligheid van
het drinkwater te garanderen. Langzame zandfiltratie is
van oudsher een zeer robuust zuiveringsonderdeel. Toch
blijkt de huidig aanwezige kennis over de verwijdering
van micro-organismen, nodig voor een kwantitatieve
microbiologische risicoanalyse, te beperkt. Na de
invoering van het nieuwe Waterleidingbesluit in 200l is
een analyse vereist. Een studie van bestaande resultaten
van routinemetingen en aanvullende metingen in grote
volumes heeft de kennis over de praktijkfilters vergroot.
Deze kennis, aangevuld met de resultaten van een
proeffilteronderzoek, vormt een belangrijke bouwsteen
voor de kwantitateive microbiologische risicoanalyse van
de betrokken waterleidingbedrijven.
Wakker, J.; Castenmiller, E.; Beckers, R.; Stuyfzand, P.;
Aquifer storage & recovery in Limburg technisch
haalbaar. (nl)
In: H twee O
37(2004)17 p.19-22. 5 fig., 12 refs.
Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) heeft
onlangs een ruim twee jaar durend experiment afgerond met
een nieuwe ASR put op de winplaats Herten. ASR (Aquifer
storage and recovery) is een drinkwaterbeheertechniek,
waarbij drinkwater in tijden van productieoverschot wordt
opgeslagen in de ondergrond, en in tijden van
productietekort aan het grondwaterreservoir wordt
onttrokken. ASR levert financiële voordelen door
verlaging van de piekfactor in de zuivering en vergroot
de leveringszekerheid.
WATERKETEN - Stedelijk waterbeheer
Bos, R.; Koelman, A.; Moll, B.; Lute, J.;
Heroverweging maatregelen in het rioolstelsel van
Castricum na monitoring van de overstorten. (nl)
In: H twee O
37(2004)13 p.19-21. fig.; ills.
De huidige gemeente Castricum is ontstaan uit een
fusie tussen de oorspronkelijke gemeenten Castricum en
Limmen/Akersloot. Laatstgenoemde voldeed als één van de
eerste gemeenten in de regio aan de basisinspanning. Het
bergbezinkbassin in Limmen blijkt in de praktijk
nauwelijks extern over te storten. De kern Castricum
bestaat, op een paar kleinere onderbemalingen na, uit één
groot gemengd stelsel. Het basisrioleringsplan geeft aan
dat de gemeente na de bouw van zes randvoorzieningen zal
voldoen aan de basisinspanning.
Kraker, J. de; Wolf, I. de; Augustijn, D.;
Helofytenfilter als alternatief voor een
bergbezinkbassin. (nl)
In: H twee O
37(2004)9 p.26-28. fig.; ill.; tabs.; 5 refs.
In Winterswijk loopt het door de Europese Unie
gesubsidieerde project Winterwater, dat een reductie van
de stedelijke belasting op het milieu ten doel heeft,
onder andere door het verminderen van ongezuiverde
lozingen op oppervlaktewater. Als innovatief onderdeel
van de ontvangen LIFE-subsidie is voorgesteld een
helofytenfilter te plaatsen achter een (gemende)
riooloverstort. Deze ligt aan de rand van Winterswijk en
komt terecht in de Boven Slinge, een watergang met een
zogenaamde HEN-functie (Hoogste Ecologische Niveau). Om
het overstortvolume te reduceren wordt gewoonlijk een
bergbezinkbassin aangelegd als randvoorziening. In deze
studie is onderzocht of een helofytenfilter een geschikt
alternatief vormt voor zo'n bergbezinkbassin. [HAAFF]
Lanooy, E.; Jansen, O.;
Ruimteclaim voor water nu moeilijk te bepalen : Assen
wil duidelijkheid over werknormen en hydraulische
belasting van watergangen. (nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.44-46. ills.
Waterschappen weten momenteel niet goed hoe groot
de werkelijke ruimteclaim is van water in stedelijk
gebied. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is
aangegeven dat de waterschappen de ruimteclaim voor het
stedelijk gebied moeten bepalen. De gemeenten moeten die
vervolgens meenemen in het gemeentelijk waterplan dat zij
voor 2006 moeten vaststellen. De gemeente Assen probeert
samen met de waterschappen inde omgeving zo'n waterplan
op te stellen. Maar zij lopen tegen de vraag aan welke
normering toegepast moet worden: het Nationaal
Bestuursakkoord Water gaat uit van de normering voor
oppervlaktewater van 1:100 jaar dat land overstroomt,
terwijl voor riolering in het stedelijk gebied tot nu toe
wordt uitgegaan van een norm dat eens in de twee jaar
water op straat mag blijven staan omdat de riool het
water niet kan verwerken.
WATERKETEN - Hemelwater
Bleeker, A.; Duyzer, J.; Horst, K. van der; Teunissen, R.
;
Belasting van het oppervlaktewater door atmosferische
depositie. (nl)
In: H twee O
37(2004)17 p.26-28. 3 fig., 7 refs.
Atmosferische depositie is een belangrijke bron van
verontreiniging. TNO onderzocht samen met RIZA hoe deze
depositie ten behoeve van regionale
waterkwaliteitsbeheerders kan worden geschat. De
ontwikkelde methode is voor het eerst toegepast in het
kader van een onderzoek voor ZHEW, waarbij voor een
aantal stoffen de belasting van het oppervlaktewater is
bepaald. [HAAFF]
Boogaard, F.C.; Wentink, R.;
Grootschalig wadi-systeem functioneert goed : Thema
water. (nl)
In:
Milieumagazine 14(2003)6 p.14-15. Graf.; Summary
(nl).
Grootschalige toepassing van wadi's in stedelijk
waterbeheer is kansrijk. In de Enschedese wijk Ruwenbos
heeft de oudste wadi van Nederland zich bewezen als
methode om hemelwater op een andere manier af te voeren
dan via het gewone riool. De resultaten van drie jaar
monitoring zijn positief, zowel hydraulisch, sociaal als
milieutechnisch.
Bruin, A.T.H.;
Verandering in neerslagkarakteristieken in Nederland
gedurende de periode 1901-2001. (nl)
Technical report / Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Instituut, TR-246, KNMI, De Bilt, 2002. 42
p [METEO Hdb 4 04.KNMI.TR-246] [HAAFF 22/2506(246)]
URL:
http://www.knmi.nl/onderzk/applied/kd/nl/publicaties/KNMI_TR246.doc (Word document)
Goedhart, P.C.; Foekema, E.M.; Collombon, M.T.;
De toxiciteit van afspoelend regenwater en de rol van
metalen hierin. (nl) TNO-rapport, R2003/035, TNO
Milieu, Energie en Procesinnovatie, Apeldoorn,
Netherlands, 2003. 16 bl
De kwaliteit van het water dat in een wadi wordt
opgevangen staat vaak onder invloed van
luchtverontreiniging, afspoeling uit dakgoten,
leidingwerk en straatvuil. Dit zou kunnen leiden tot
toxiciteit van het in de wadi's verzamelde regenwater.
Het doel van dit project is: 1. Te onderzoeken of er
sprake is van toxische effecten van water dat wordt
opgevangen in een aantal wadi's; 2. De invloed van in het
monster aanwezige metalen op eventueel gevonden toxische
effecten vast te stellen. Hiertoe is een reeks monsters
onderzocht op toxische effecten voor een bacterie (Vibrio
fischeri), de watervlo (Daphnia magna) en een
zoetwateralg (Chlorella vulgaris). [HAAFF 39/789(2003-35)
]
URL:
http://www.mep.tno.nl/rapporten/PDF/Ra2003-035.pdf
Hell, A. van; Meijer, E.; Veling, E.;
Risico op grondwateroverlast door infiltratie in beeld
gebracht. (nl)
In: H twee O
37(2004)13 p.16-18. figs.; 3 refs.
In het kader van nieuw beleid op het gebied van
duurzaam waterbeheer zijn de afgelopen jaren veel
gemeenten overgegaan tot het in de bodem infiltreren van
regenwater dat afstroomt van schone verharde
oppervlakken. In de meeste gevallen betreft het goed
doorlatende bodems met lage grondwaterstanden, waar
nauwelijks problemen ontstaan. Maar ook in gebieden die
(periodiek) een hogere grondwaterstand kennen, worden
infiltratievoorzieningen aangelegd. Daar kan door
infiltratie wel grondwateroverlast ontstaan. In dit
artikel wordt een rekenmodel gepresenteerd waarmee op
eenvoudige wijze een goede inschatting wordt gemaakt van
de te verwachten stijgingen. Met de berekende stijgingen
is de kans op grondwateroverlast te bepalen. Locaties die
in eerste instantie te risicovol lijken voor infiltratie,
kunnen met het model eenvoudig beoordeeld worden.
[HAAFF]
Jantowski, B.;
Een kwantitatieve analyse van erosieremmende
maatregelen volgens de Erosieverordening 2003 met behulp
van LISEM 2.154. (nl) Waterschap Roer en Overmaas
, Sittard, 2004. 119 p
Vanuit de Provincie Limburg en het Waterschap Roer
en Overmaas is de vraag gekomen om onderzoek te doen naar
de kwantitatieve effecten van landgebruik en
landbewerking op bodemerosie. Naar aanleiding van de
Erosieverordening 2003 en debijbehorende
berdijfserosieplannen, is voor deze stageopdracht een
analyse uitgevoerd van het verminderd effect van
erosieremmende maatregelen op de waterafvoer en het
bodemverlies op perceelsniveau. Dit is gedaan aan de hand
van een aantal simulaties inLISEM 2.154 met behulp van
theoretische percelen die gemaakt zijn in PCRaster.
URL: http://library.wur.nl/ebooks/1722481.pdf
URL: http://library.wur.nl/ebooks/1722481_bijlage.pdf (bijlagen)
Saris, F.J.A.; Leuven, R.S.E.W.; Vriend, M.C. de;
Water werkt!. (nl)
In: De levende
natuur 105(2004)4 p.121-125. 2 fig., 10 refs.
Op de stuwwal tussen Nijmegen en de Duitse grens is
een succesvol praktijkvoorbeeld van vernieuwend
waterbeheer te zien. De gemeente Ubbergen koos voor
beperkte afvoer van water via het rioolstelsel. In totaal
is bijna 2,9 km aan waterlopen aangelegd; tevens is
gebruik gemaakt van helofytenfilters. [HAAFF]
DIVERSEN
Duurzaamheidsjaarverslag 2003 / Zuiveringsschap
Hollandse Eilanden en Waarden. (nl)
Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, Dordrecht,
2004. [HAAFF 31/641]
Gerbens-Leenes, P.W.; Schilstra, A.J.;
An historic perspective on the vulnerability of the
Netherlands to environmental change : life in a cut-away.
(en)
In: Päivänen, J.[ed.];
Proceedings of the 12th international peat congress.
Finnish Peatland Society, Tampere, 2004. p.545-550. 11
refs., summary.
This study aims to assess environmental changes
caused by peat mining in the Netherlands in the Late
Middle Ages (1350-1550) and consequences for today's
society in the light of climate change. [NIEUWL]
Jaarverslag 2003 / Hoogheemraadschap van Schieland.
(nl)
Hoogheemraadschap van Schieland, Rotterdam, 2004. [HAAFF
31/53]
Jaarverslag 2003 / InnovatieNetwerk Groene Ruimte en
Agrocluster. (nl)
InnovatieNetwerk, Den Haag, 2004. [HAAFF 31/20]
URL:
http://www.agro.nl/innovatienetwerk/doc/Jaarverslag2003.pdf
Jaarverslag 2003 / Nederlandse Waterschapsbank NV.
(nl)
NWB,
Den Haag, 2004. [HAAFF 31/651]
Jaarverslag 2003 / Stichting RIONED. (nl)
RIONED, Ede, 2004.
Jaarverslag 2003 / Stichting Toegepast Waterbeheer
(STOWA). (nl)
STOWA
rapport, 2003-14, STOWA, Utrecht, 2004. [HAAFF 31/602
]
Jaarverslag 2003 / Waterschap Goeree-Overflakkee.
(nl)
Waterschap Goeree-Overflakkee, Middelharnis, 2004.
[HAAFF 31/654]
Lohuizen, K. van;
Afvalwaterzuivering in Nederland vóór de Pasveersloot
van 1954. (nl) NVA, Rijswijk, 2004.
URL:
http://www.nva.net/historischonderzoek/
Mulder, J.R.; Keunen, L.J.; Zwart, A.J.M.;
In de ban van de Betuwse dijken. Dl. 5: Malburgen : een bodemkundig, archeologisch en
historisch onderzoek naar de opbouw en ouderdom van de
Rijndijk te Malburgen/Bakenhof, Arnhem. (nl)
Alterra-rapport, 405, Alterra, Research Instituut voor
de Groene Ruimte, Wageningen, 2004. 162 p
[HAAFF 32/476(405) 1e ex.] [HAAFF 32/476(405) 2e ex.]
[ECLNV NL 02 / 405] [SBB O 42/0] [IAHL boeken
627.517(492.823) MULD]
URL:
http://www.alterra.nl/Internet////Modules/pub/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport405.pdf
Nederlandse Hydrologische Vereniging
Homepage van de Nederlandse Hydrologische Vereniging . (nl)
Website.
De NHV ofwel de Nederlandse Hydrologische Vereniging is een vereniging
waarbij ca.800 leden zijn aangesloten die in hun werk of studie in aanraking
komen met hydrologie in de ruime betekenis van het woord. De vereniging
bevordert de uitoefening van de hydrologische wetenschap door het uitgeven van
het hydrologisch vaktijdschrift 'Stromingen'. Via de website kan men zich
aanmelden als lid. Leden van de vereniging ontvangen het tijdschrift
Stromingen alsmede nieuwsberichten via de emailservice. Via de website wordt
informatie verstrekt met betrekking tot congressen, lezingen, interessante
links, software etc. Door middel van de e-mail ledenlijst kunnen de leden
gemakkelijk contact met elkaar opnemen!
URL: http://www.nhvsite.info/ (website)
Neve, R. de;
Vijfenzeventig jaar deskundig in weg en water,
1927-2002 : Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Wegbouwkundige
Dienst, Rijkswegenbouwlaboratorium. (nl)
Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft,
Netherlands, 2002. 179 p [HAAFF 25/782]
Progress report 2003 / Centre for Ecological and
Evolutionary Studies (CEES), University of Groningen.
(en)
University of Groningen, Haren, 2004. [HAAFF 31/809]
Rooy, P.T.J.C. van;
Waterketen en waterbeheer op de schop. (nl)
In: Openbaar
bestuur 14(2004)5 p.22-25. 6 refs.
In 1993 werden we door zeer hoog water in Rijn,
Waal, IJssel en Maas verrast. Een jaar later werden uit
voorzorg 220.000 mensen in Gelderland geëvacueerd.
Sindsdien is het raak met te veel, te weinig of te vies
water. Ook buiten Nederland volgen waterrampen elkaar
snel op. Klimaatsveranderingen, intensiever ruimtegebruik
en het inklemmen van water tussen dijken en dammen liggen
eraan ten grondslag. Het kabinet wil de waterketen en het
waterbeheer aanpakken, maar houden de voorstellen echt
een vooruitgang in? Binnenkort is het laatste woord aan
het parlement. [HAAFF]
Schaafsma, R.;
Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe: voor
hen die scheppend werk doen. (nl) Waterschap Vallei &
Eem, Leusden, 2003. 24 p [HAAFF 3/670]
URL:
http://www.wve.nl/Uploadedfiles/Cultuurhistorie-Zuid-Veluwse-beken.pdf
Schrevel, A.;
Sustainable water management: lessons learned in the
Netherlands. (en) Alterra, Wageningen, 2004.
URL:
http://www.riza.nl/actualiteiten/berichten/sustainable_management.pdf
Steen, P.J.M. van; Pellenbarg, P.H.;
The Netherlands in maps : water management in the
Netherlands: introduction to the 2004 maps. (en)
[PAUL J.M. VAN STEEN PIET H. PELLENBARG]
In: Tijdschrift
voor economische en sociale geografie 95(2004)1
p.127–130. fig.; 9 refs.
The first map of this year’s series of five maps
summarises ‘past, present and some future’ of water
control in The Netherlands. [HAAFF]
URL:
http://dx.doi.org/10.1111/j.0040-747X.2004.00299.x (alleen toegankelijk voor Wageningen UR)
Trietsch, E.; Gras, B.; Kooiman, J.W.;
TRIZ: inventief oplossen van (water)problemen. (
nl)
In: H twee O
37(2004)14/15 p.32-33. figs.; 2 refs.
Voor het bedenken van technische innovaties en het
oplossen van technische problemen wordt meestal
‘brainstorming’ gebruikt of wordt getracht oplossingen te
genereren via 'trial-and-error', vaak met gering succes.
Hoe kan dit efficiënter? Voor het systematisch oplossen
van technische problemen is een methodiek beschikbaar,
genaamd TRIZ; het Russische acroniem voor 'de theorie van
het inventief oplossen van problemen'.
Winkels, H.; Kenter, A.;
Productbeschrijvingen van RWS-projecten voor het natte
beheer en onderhoud Rijkswateren : programmaboekje
Stuurboord 2004. (nl) Directoraat-Generaal
Rijkswaterstaat, [Lelystad], 2004. 135 p
De projecten die in dit boekje beschreven worden
vormen samen het programma 2004. Hiervoor zijn de
projecten in een vijftal thema's onderverdeeld. Thema a:
studies gericht op kostenbesparing op beheer, onderhoud
en ontwikkeling; Thema b: studies gericht op
Water(bodem)kwaliteit, Kaderrichtlijn water en Herstel en
Inrichting; Thema c: studies gericht op
publieksgerichtheid en communicatie van en bij RWS; Thema
d: studies naar waterbouwkundige innovaties; en Thema e:
coördinatie van het programma door Hoofdkantoor. [HAAFF
22/5709(2004)]
© Bibliotheek Wageningen UR, 2004; Comments and questions to servicedesk.library@wur.nl |