ABRIKOOS DE NANCY.

Afbeelding  1a,   1b,   1c en d.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

each. (HOGG, the Fruit Manual; Catalogue of the Fruits, No. 9, foL 49; DOWNING, the Fruits, No. 9, fol. 49).
Pêche. (Ann. de Pom., I)
Gros Pêche.
De Wurtemberg.
Royal Peach.
Anson's Imperial.
Pfirsich.
Du Luxembourg.
Aprikose von Nancy. (E. LUCAS, Abbildungen Württemb. Obstsorten, zweite Abtheilung, Stuttgardt, 1861).
Holländische Aprikose.
Pfirsichaprikose.
Württemberger Aprikose.
Lothringer Aprikose.

 

De Catalogue of the Fruits voegt het synoniem de Nancy ten onregte bij de Moorpark.

 

AFKOMST: in het duister; de soort is vooral bemind in Engeland, ook in Frankrijk, België en sommige streken van Duitschland; in ons land is zij veel te weinig bekend.

VORM: somtijds iets hooger dan de afgebeelde vrucht.

GROOTTE: van de eerste.

HUID: veelal hooger gekleurd dan de afgebeelde vrucht, doch bij ons te lande nimmer zoo donker als de afbeelding in het boven aangehaalde werk van LUCAS.

VLEESCH: zalmkleurig oranje met gele aders, bij volkomene rijpheid hooger gekleurd dan de afgebeelde doorsnede (1 c en d), zeer saprijk, volkomen smeltend, zoet, van een aangenamen, eigenaardigen geur.

STEEN: in verhouding van de vrucht, volkomen los, met een eenigzins bittere pit.

GEBRUIK: Augustus en begin van September.

De BOOM groeit iets sterker dan de Moorpark, niet zeer regelmatig, wordt dus niet fraai en moet met zeer veel zorg als leiboom worden gekweekt. De twijgen zijn van gemiddelde lengte, kort geleed; de knoppen staan op zeer verhevene dragers; de scheuten zijn donkergroen, aan de zonzijde met violetbruin; de bladeren breed, hartvormig, regelmatig en fijn getand, in eene stompe, eenigzins gedraaide punt uitloopend; de bladstelen lang, met 4 à 7 klieren, die van de bladschijf zich tot over de helft van den steel uitstrekken

Voor ons klimaat bevelen wij deze soort slechts aan als leiboom op warmen stand; in beslotene tuinen kan zij ook, maar slechts onder de gunstigste omstandigheden, voor den hoogstamden kroonvorm dienen. Deze variëteit en de Moorpark worden dikwijls met elkander verward; zij gelijken ook veel op elkander; het onderscheid bestaat vooral daarin, dat de laatste doorgaans eene meer hoogronde en lichter gekleurde vrucht levert, en dat hare bladeren gewoonlijk breeder hartvormig, grooter en vlakker, d.i. minder samen gevouwen, zijn.