BÜTTNER'S ZWARTE HARTKERS. 

Afbeelding 2.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

üttner's schwarze Herzkirsche. (Handbuch, III, S. 59).
Büttner's neue schwarze Herzkirsche.
Neue schwarze Herzkirsche.
Guigne noire de Büttner.
Black Heart, Büttner's. (Catalogue of the Fruits, No. 17; OBERDIECK, Anleitung zur Kenntniss und Anpflanzung des besten Obstes, S.499; HOGG, the Fruit Manuel).

 

AFKOMST: door den heer BÜTTNER, Justizrath te Halle aan de Saale, in 1795 uit zaad gewonnen.

VORM: zie de afbeelding; naar den steel het breedst, regelmatig afgerond, wat ongelijk plat gedrukt op de zijden, de naad aan beide kanten merkbaar, niet diep, aan de voorzijde echter dieper dan aan de rugzijde; de naden loopen aan het kleine stempelpuntje ineen; stempel in eene kleine, bijna vlakke holte.

GROOTTE: van de eerste onder de zwarte kersen, veelal grooter dan de afbeelding.

STEEL: veelal korter dan op de plaat, vrij dik, in eene diepe, aan beide zijden verhoogde holte.

KLEUR: glanzend zwart (donker zwartbruin), in den naad lichter roodachtig bruin.

VLEESCH: zacht, d.i. niet knappend, doch altijd eenigzins vleezig, donker bloedrood; het sap sterk gekleurd; de smaak aangenaam, zeer zoet.

STEEN: niet groot, niet altijd volkomen los van het vleesch; vorm, zie de afbeelding.

TIJD VAN GEBRUIK: tweede periode, l-15 Julij; voortreffelijke vrucht, zeer aan te bevelen.

De BOOM groeit hier te lande matig, wordt niet zeer groot, maar is zeer vruchtbaar; het blad is groot, dikwijls zeer groot, ongelijk gevormd, sterk getand, met een zeer langen steel; de boom is voor hoogstamden en pyramidenvorm aan te bevelen; de vrucht wordt ook bij ongunstig weder meestal nog volkomen goed, wat niet plaats vindt bij vele soortgelijke kersen. Wij ontvingen deze soort van den heer Superintendent OBERDIECK.