Calebasse Bosc of Beurré d'Apremont.
Tijd van plukken: half October. Tijd van rijpen: November.
Oorsprong en verspreiding. Deze variëteit is van Fransche afkomst; werd gevonden in 1835 te Apremont. In Duitschland is zij vrij algemeen verspreid, in ons land komt zij echter nog lang niet algemeen voor, wellicht, omdat vele andere peren beter zijn dan deze. Op enkele plaatsen vindt men eenige boomen van dit soort.
Vorm en grootte. De peer heeft een mooien fleschvorm, van onderen vrij dik en buikig, met een langen punt naar den steel toeloopend. De vrucht is van middelmatige grootte, echter eer groot dan klein.
Kelk en kelkholte. Kelk vrij groot en open, de kelkblaadjes stevig, wijduitstaande. Kelkholte ondiep, zelfs zeer ondiep, met flauw gebogen lijn toeloopend, klein en regelmatig.
Steel. Lang, stevig en gebogen, weinig vleezig.
Schil. Eigenaardig kaneelbruin, met aan de zonzijde soms een nauwelijks merkbare, meer donkere plek; glad en effen, tegen het rijpen geelbruin, soms ook geel, afhankelijk van de plaats waar de vrucht gegroeid is.
Vleesch. Geelachtig wit, sappig en zacht, zoet met weinig aroma, soms een weinig korrelig onder het klokhuis.
Klokhuis. Klein, tamelijk breed, hokken gewoonlijk goed gevormd.
Eigenschappen der vrucht. Een goede tweede klasse tafelpeer, die, als zij op tijd — niet te laat — geplukt wordt en een warme standplaats heeft, zelfs lekker kan worden. De vrucht is steeds gaaf, hoogst zelden misvormd. Een beste marktpeer, die om kleur en grootte graag gekocht wordt.
Eigenschappen van den boom. Maakt dun eenjarig hout, is daarom in de jeugd wat slap, doch later wordt dat beter, leent zich daarom voor alle vormen. Men kweekt hem echter niet in hoog- of halfstam-vorm. Groeit zoowel op kwee als op wildeling. Het soort is bij uitstek vruchtbaar en draagt beslist jaarlijks, vandaar, in hoofdzaak, dat wij deze variëteit in ons sortiment opnemen. De boom heeft weinig last van ziekte.
Minder goede eigenschappen van den boom. Zijn er bijna niet, alleen is hij in struik- of pyramidevorm soms wat slap.