MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Seigneur d'Esperen.

Tijd van plukken: half September. - Tijd van rijpen: eind September

Oorsprong en verspreiding. Deze peer is weer van Belgischen oorsprong en werd in den handel gebracht door majoor Esperen te Mechelen. Is een vrij algemeen bekend soort, dat overal voorkomt; groote aanplantingen vindt men er niet van, wellicht omdat de vrucht te klein en te onooglijk is om als prima marktvrucht in aanmerking te kunnen komen.

Vorm en grootte. Gewoonlijk is de vrucht rond, van boven vrij schielijk naar den steel toeloopend, van onderen wat afgeplat; zelden treft men afwijkingen in den vorm en zijn de vruchten iets langer; ze is middelmatig groot, altijd eer klein dan groot.

Kelk en kelkholte. De kelk is vrij groot, open, soms vrij onregelmatig, met meestal vleezig vergroeide kelkblaadjes. De kelkholte is zeer ondiep, soms nauwelijks merkbaar, heel weinig glooiend toeloopend, zoodat de kelkblaadjes boven de ronding blijven uitsteken

Steel. Deze is vrij lang, tamelijk dik en vleezig, niet zelden met kleine oogjes bezet. Tegen het rijpen der vrucht krimpt de steel in.

Schil. De gladde, gave schil is meestal effen groen gekleurd, ook tegen het rijpen, gewoonlijk met roestvlekken en vlammen bezet, aan de zonzijde met een nauwelijks merkbaar kleurtje.

Vleesch. Dit is groenwit van kleur, fijn van korrel, buitengewoon zacht en saprijk, hoogst zelden iets korrelig om het klokhuis. De smaak dezer vrucht is overheerlijk; het vleesch is smel­tend, heerlijk zoet, met een eigenaardig, weinig voorkomend aroma, soms iets gemuskeerd.

Klokhuis. Dit is eer klein dan groot, in 't midden der vrucht gelegen, rond en regelmatig gevormd. De kernen ontbreken voor het grootste deel.

Eigenschappen der vrucht. 't Is beslist een eerste klasse tafel­peer, die om haar saprijkheid en heerlijk aroma steeds een eerste plaats zal blijven innemen. Als marktvrucht heeft zij weinig waarde, ze is daarvoor te klein en te onooglijk. In jaren, dat de schurft overheerschend is, heeft deze peer daarvan niet zelden te lijden, vandaar, dat men dan ook zelden gebarsten of ge­vlekte vruchten aantreft. Dit is oorzaak, dat dit uitmuntend soort door sommigen in 't geheel niet meer wordt aangeplant.

Eigenschappen van den boom. Deze groeit best, vormt heel gemakkelijk en levert een prachtige pyramide; voor hoog- of halfstam is hij minder, voor struik en leiboom wel geschikt. Is vruchtbaar en draagt jaarlijks. Zoowel kwee als wildeling kan als onderstam gebruikt worden.

Minder goede eigenschappen van den boom. Als eenig gebrek van dit soort, moeten wij vermelden, dat de boom nogal te lijden heeft van schurft