MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Tesselaar, (stoofpeer).

Tijd van plukken: half September. - Tijd van rijpen: October-November

Oorsprong en verspreiding. Is wellicht een peer van Hollandsche afkomst, wij vinden hem althans elders niet genoemd. Ook in ons land schijnt deze beste stoofpeer nog maar weinig bekend te zijn, de verspreiding is nog zeer gering. In sommige catalogussen komt dit soort voor. In hoofdzaak wordt zij in Noord-Holland aangetroffen.

Vorm en grootte. De vrucht heeft een eigenaardigen, hoekigen vorm, waardoor de peer eer vierkant dan rond lijkt; overigens is zij vrij dik en kort, in 't midden buikig, naar steel en kelk vrij schielijk toeloopend. Deze peer wordt middelmatig groot.

Kelk en kelkholte. De kelk is vrij groot, open, met vleezig vergroeide kelkblaadjes, die wijd uitstaan; de kelkholte is zeer zachtglooiend toeloopend, heel ondiep, zoodat de kelk zoo goed als niet ingezonken is.

Steel vrij lang, dun en omgebogen, niet ingezonken en niet vleezig.

Schil. De schil is zeer mooi glad en gaaf, op den boom reeds min of meer geel, later tegen het rijpen prachtig goudgeel, aan de zonzijde rood.

Vleesch mooi wit, zacht en vrij sappig, niet steenachtig, gekookt zijnde prachtig rood en lekker zoet.

Klokhuis klein, onvolkomen ontwikkeld, sommige hokken geheel ontbrekend, slechts spaarzaam met kernen bezet.

Eigenschappen der vrucht. Is een van de beste en lekkerste stoofperen met een mooie goudgele kleur, waardoor de vrucht den indruk maakt van een handpeer. Vooral als beste stoofpeer voor October - November mag zij niet worden vergeten, aangezien het dan voor de winterstoofperen nog te vroeg is en de tijd der zomerstoofperen, zooals Dirkjes- en Heerepeer, voorbij is, terwijl deze peer een mooi tijdje duurt en glad en gaaf is. Dat het een vrij lekkere en zoete peer is, blijkt wel uit het feit, dat de vogels aan de afgevallen en soms zelfs aan de nog op den boom zittende vruchten pikken.

Eigenschappen van den boom. Deze groeit vrij goed, min of meer hangend, maakt wat slap en dun éénjarig hout, levert overigens een vrij goeden kroonboom. Door het nogal spoedig afvallen der vruchten, zal men dit soort als struikvorm kweeken, terwijl halfstam op een beschutte plaats ook zou kunnen dienen. De Tesselaar is zeer vruchtbaar en draagt jaarlijks.

Minder goede eigenschappen van den boom. Hij laat de vruchten wat spoedig vallen en kale, onbedekte takken hebben nog wel eens last van brandplekken, waardoor ze soms afsterven.