BLANKE DIAMANT-PEER.
Kleur: Eene geel-groene kleur maakt de hoofdkleur van deze peer uit, op dezelve zijn zeer vele rood-gele stipjes, streepjes en vlekken, welke aan de zonzijde iets donkerder zijn, zoo ook eene enkele meer bruinachtige vlek. Kelk: De kelkblaadjes zijn gesloten, en komen niet boven den omtrek der vrucht; zij staan in eene tamelijke diepe holte met eenige kleine plooijen, in en buiten de holte is de kleur roodachtig geel, en min of meer over de vrucht verspreid. Steel: De steel die bijna 18 strepen lang, en van eene rood-bruine kleur is, steekt in een vrij diep rood-geelachtig kuiltje. Vrucht: In Augustus moet zij geplukt worden, en kan niet veel langer dan tot in September of in 't begin van October als eene niet onaangename doch vrij zoete tafelpeer gebruikt worden. |