NONPAREIL SCARLET.

Afbeelding 5a, 5b, 5c.

Rassenlijst.

Oorspronkelijke plaat.

 

 

ew Scarlet nonpareil     (Catalogue of the Fruits, N°. 482).

 

 

 

 

Zie ook: Beschrijving der vruchtsoorten, N°. 117. 

(Van Engelschen oorsprong.).

 

vorm: zich gelijkblijvend.

grootte: van de vierde.

kelk: meestal half open, kelkbladeren kort.

steel: in verhouding tot de vrucht lang, houterig, veelal krom gebogen.

De kleur is bij vruchten, welke sterk aan de zon zijn blootgesteld, levendig bruinachtig rood,waarin kleine geel-graauwe stippen op te merken zijn.

Het vleesch is aangenaam, zacht, fijn, geurig, zoetachtig zuur, niet ongelijk aan de overal beroemde "Wijker-pippeling".

tijd van gebruik: December—Maart. — Allereerste rang voor de tafel.

De boom groeit gematigd, is meest voor piramiden en leiboomen geschikt; voor den hoogstamden vorm verlangt hij eene beschutte standplaats. De soort is zeer vruchtbaar; men vindt de appelen veeltijds aan trossen; in dit geval heeft de vrucht, welke in het midden van den tros geplaatst is, altijd een korten steel, die dan meestal met eenig vleesch bezet is.