BELLE DE CHATENAY.

Afbeelding 27.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

elle de Chatenay

(Beschrijving der vruchtsoorten , tweede reeks, No. 2).

Cerise Belle le Magnifique

(Ann. de Pom., 1, pag. 61; Deutsches Obstcabinet, Lief. 4, Taf. 7).

Belle Magnifique

(HOGG, the Fruit Manual).

Belle de Sceaux.

Chatenay's Schöne

(Handbuch, III, S. 179).

De overige synoniemen, welke men in verschillende pomologische werken vindt, behooren meest tot andere variëteiten en bewijzen dat men dikwijls verkeerde vruchten onder bovenstaanden naam heeft ontvangen; wij nemen ze dus niet op.

 

AFKOMST: volgens de Annales in 1795 door den heer CHATENAY te Vitry sur Seine in Frankrijk gewonnen en le Magnifique genaamd; wij ontvingen ze in 1849 van den heer L. de BAVAY te Vilvoorden.

VORM: hoogrond, eenigzins tot den hartvorm naderend, fraai afgerond naar de stempelpunt, die in eene kleine holte en een weinig scheef is geplaatst, aan beide zijden een weinig platgedrukt; de naad is aan beide zijden zeer vlak. De vruchten in de Annales zijn te platrond afgebeeld.

STEEL: van gewone lengte en dikte, lichtgroen met eenige roestvlekjes, in eene fraaije holte geplaatst, dikwijls van kleine blaadjes voorzien en de vruchten bij paren dragend.

KLEUR: de zeer glanzige en eenigzins doorschijnende huid is eerst witgeel met roode vlekken, bij volle rijpheid zeer schoon en kennelijk donkerrood, met vele donker bruinroode vlekjes, die eveneens zeer kenmerkend zijn.

VLEESCH: zacht, zeer rijk aan ongekleurd sap, bij volle rijpheid aangenaam rinsch.

TIJD VAN GEBRUIK: de geheele maand Augustus; - van den eersten rang.

De BOOM groeit in zijne jeugd sterk, doch minder dan de zure Morel, waarop hij veel gelijkt, en is zeer vruchtbaar. Van de Morel onderscheidt hij zich door de meer geelbruine huid der zomertakken, door meer voelbare stippen en meer glanzige, lichter groene bladeren; hij kan ook in elken vorm, vooral als hoogstamde en pyramide, worden gekweekt.