DUBBELE BERGAMOT.

Afbeelding  12a,   12b,   12c.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

ubbelde Bergamot

(MATTH. van NOORDT, met eene goede afbeelding).

Blanke Diamantpeer

Bergamotte d'Alençon

Prinsenpeer

(Noordholland).

 

(Beschrijving der vruchtsoorten, eerste reeks, No. 8

 

AFKOMST : vermoedelijk eene inheemsche peer; ze is reeds zeer oud en in ons land algemeen verspreid; de ware afkomst is niet meer met zekerheid te bepalen; wij meenden vroeger dat de in het Handbuch (S. 81) beschrevene volltragende Bergamotte, Sinclair, dezelfde zoude zijn als onze dubbele Bergamot; de beschrijving komt vrij wel overeen, doch bij later onderzoek bleek ons dat de soorten verschillen; de vrucht van de Sinclair is meer langwerpig en de boom geheel anders.

GROOTTE: van de vierde, ofschoon meestal grooter dan de afgebeelde vrucht.

KELK: open, vrij groot, meestal met onvolkomene kelkblaadjes, dikwijls slechts met vleeschpuntjes, in eene zeer ondiepe holte, die van eenige naauwelijks merkbare vouwtjes omgeven is.

STEEL: kort, dik, meestal van eenig vleesch voorzien, min of meer ingestoken.

KLEUR: geelachtig groen, aan de zonzijde licht bruinrood overtogen, aan den kelk en den steel met licht graauwbruinen roest en met enkele stippen over de geheele vrucht.

TIJD VAN GEBRUIK: laatste helft van September en begin van October; - van den tweeden rang voor het dessert en voor de huishouding.

De BOOM groeit sterk en vormt eene fraaije kroon; de eenjarige takken zijn lang, lichtbruin, met matige stippen; de bladeren zijn eirond, wollig en schuitvormig gebogen, waaraan de boom zelfs op een afstand is te herkennen; hij is zeer milddragend, zeer geschikt voor den landman en als hoogstamde voor den boomgaard; wij bevelen deze soort slechts in dezen vorm aan.