SUFFOLK THORN.

Afbeelding  16a,   16b,   16c.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

uffolk Thorn

(Catalogue of the Fruits, No. 406; HOGG, the Fruit Manual; Catalogus van RIVERS en SMITH; Beschrijving der vruchtsoorten, tweede reeks, No. 123).

 

 

AFKOMST: vermoedelijk uit Engeland, ten minste naar den naam te oordeelen.

VORM: tamelijk standvastig.

grootte: van de derde of vierde.

KELK: klein, open, kortbladerig, in eene vrij diepe holte.

STEEL: kort, dik, houtachtig, als ingestoken.

KLEUR: als in de plaat; somtijds minder met roest bedekt en het rood minder zigtbaar; de zonzijde is meestal met dunnen, kaneelkleurigen roest overtogen, die moeijelijk is af te beelden.

VLEESCH: wit, met een geelachtig groene tint, fijn, half smeltend, aangenaam zoet, vrij geurig, met weinig korrels om de cellen.

TIJD VAN GEBRUIK: September en October; - van den eersten of tweeden rang voor het dessert.

De BOOM groeit gematigd, vormt eene fraaije pyramide en is zeer vruchtbaar, doch niet op kwee te veredelen; de eenjarige takken groeijen eenigzins door elkander en dragen hier en daar sporen; de zomertakken zijn olijf bruin; deze soort is hoofdzakelijk als pyramide, maar ook als leiboom aan te bevelen.