BEURRÉ DE MÉRODE.

Afbeelding  21a,   21b,   21c.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

eurré de Mérode

(Annal. de Pom, 5, fol. 81; Journal de Lyon; Beschrijving der vruchtsoorten, eerste reeks, No. 22).

Double Philippe

(DECAISNE, Tome I, livr. 9).

Die Doppelte Philippsbirne

(Handbuch, I, S. 435; BALTET, Auswahl, S. 6, No. 14).

Beurré de Mérode Westerloo

Beurré de Westerloo

Doyenné Boussoch

(HOGG, the Fruit Manual; Catalogue of the Fruits, 198).

Nouvelle Boussoch

 

AFKOMST: niet meer bekend; door van MONS verspreid en genoemd naar den graaf de MÉRODE WESTERLOO ; in Frankrijk is ze bekend als Doyenné Boussoch; onder den naam van Double Philippe ontvingen wij uit Frankrijk meestal de Poire de Curé.

VORM: zeer regelmatig.

GROOTTE: van de tweede, dikwijls van de eerste; aan leiboomen zagen wij in 1864 vruchten, welke zoowel in de hoogte als in de dikte een omvang van 34 centimeters hadden.

KELK: open of half open, kortbladerig, meest hoornachtig, bijna vlak staande, somtijds van kleine bultjes omgeven.

STEEL: kort, dik, meestal vleezig , een weinig ingedrukt en iets scheef geplaatst, met een klein vleeschuitwas daarnaast.

De KLEUR der dikke schil is dikwijls nog lichter geel dan in de afbeelding, aan de zonzijde somtijds een weinig rood, met donkerder vlekjes; de vrucht heeft groote, bruine stippen en om kelk en steel een weinig roest.

VLEESCH: geelachtig, tamelijk fijn, smeltend, saprijk, een weinig gemuskeerd, van een aangenamen, zoetachtigen smaak; de vrij groote cellen bevatten kleine, zwarte pitten en zijn van matige korrels omgeven.

TIJD VAN GEBRUIK: laatst van September en begin van October; duurt 14 dagen; - van den eersten of twee den rang voor het dessert.

De BOOM groeit matig, blijft, op kwee veredeld, klein, en is zeer vruchtbaar; de eenjarige takken zijn sterk, lichtbruin met groote stippen, en groeijen veelal gebogen. Deze zeer fraaije en gezochte variëteit kan als pyramide op kwee, maar in ons klimaat vooral als leiboom worden aanbevolen; als hoogstamde vereischt zij eene beschutte standplaats.