NEC PLUS MEURIS.

Afbeelding  31a,   31b,   31c.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

ec plus Meuris

(DECAISNE, livr. 14, tab. 2; Ann. de Pom., 7, pag. 47; Journal de Lyon; Catalogue of the Fruits, No. 52, niet te verwarren met No. 326, welke eene andere, late variëteit voorstelt; Beschrijving der vruchtsoorten, derde reeks, No. 150).
Beurré d'Anjou (HOGG, the Fruit Manual, met het synoniem Ne plus Meuris of the French.

Die Winter-Meuris

(van MONS) (Handbuch, II, S. 359; BALTET, Auswahl, S. 33, No. 83).

 

AFKOMST: door van MONS gewonnen en aldus eene Belgische variëteit; ook omtrent deze vrucht bestaat verwarring: de Engelschen hebben eene Ne Plus Meuris, die laat in den winter rijp is; deze heeft ook eene andere vegetatie. Ook moet men de Nec plus Meuris niet verwarren met de Beurré of Poire d'Amboise (DECAISNE, livr. 35, tab. 2), welke ook het synoniem heeft van Beurré rouge d'Anjou en eene maand vroeger rijp is. De hier bedoelde soort ontvingen wij van verscheidene zijden overeenstemmend.

VORM: behoudens eenige kleine afwijkingen als de afbeelding.

GROOTTE: van de derde, meestal grooter dan de afgebeelde vrucht.

KELK: open, klein, kortbladerig, in eene kleine, ondiepe holte, die van eenigen roest omgeven is.

STEEL: kort, houtachtig, bij de vrucht dikwijls vleezig, ingestoken.

KLEUR: de vruchten, welke van op kwee veredelde boomen genomen zijn, zijn dikwijls nog hooger rood dan de afgebeelde; op wildstam zijn zij gewoonlijk minder rood, met dunnen, verspreiden roest.

VLEESCH: wit, fijn, saprijk, smeltend, zeer aangenaam, een weinig rinsch; de cellen zijn groot, van groote pitten voorzien en van weinige korrels omgeven.

TIIJD VAN GEBRUIK: November en December; - van den eersten rang voor het dessert.

De BOOM groeit matig, is zeer vruchtbaar en vormt eene schoone pyramide; hij is vooral in dezen vorm of als leiboom aan te bevelen; men veredele hem liefst op kwee en plante hem dan eenigzins diep, zoodat ook de veredeling wortel kan schieten, hetgeen men bevordert door overlangsche insnijdingen in de huid, ter plaatse waar men de ontwikkeling van wortels verlangt. De eenjarige takken zijn donker grijsbruin, zeer stomp, kortgeleed, de bladeren smal, regelmatig gezaagd, spits.

De Engelsche variëteit Nec (of Ne) Plus Meuris heeft eene geheel andere vegetatie en is vooral te kennen aan de lange, slanke, meer licht groenachtig bruin gekleurde zomertakken; wij zagen nog geene vruchten van deze soort, men beweert dat zij in Februari of Maart rijp worden en zelfs tot Mei kunnen duren.