DRAP D'OR D'ESPEREN.

Afbeelding  6a en b,   6c en d.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

sperens Goldpflaume (Handbuch, III, S. 329).
Golden Esperen (HOGG, the Fruit Manual).
Cloth of gold (RIVER's Catalog).
Prunier drap d'or d'ESPEREN (Flore des Serres et des Jardins de l'Europe, IV, 1848, 396, 397).

 

AFKOMST: volgens de Flore des Serres, etc. is deze pruim in 1830 uit het zaad gewonnen door den heer ESPEREN, majoor te Mechelen in België, en gaf zij in het jaar 1844 de eerste vruchten; zij is hare bewaring voor den handel verschuldigd aan LOUIS BERCKMANS te Heijst op den Berg in België, en in den handel gebragt door LOUIS van HOUTTE te Gent, die in de Flore des Serres eene schoone afbeelding met beschrijving van haar gaf; wij ontvingen van den heer van HOUTTE een boompje van deze soort voor een zeer hoogen prijs.

VORM: hoogrond, aan beide einden afgestompt, vrij regelmatig, doch somtijds ook scheef; de naad is breed, ondiep en drukt de vrucht een weinig plat; de stempelpunt staat in eene kleine, vlakke holte.

GROOTTE: van de eerste of tweede der ronde pruimen; volgens de afbeelding in de Flore des Serres is ze veel grooter dan de vruchten die wij er van zagen; misschien wordt ze op beteren grond en op eene warmere standplaats zoo groot.

STEEL: tamelijk lang en dik, groen met weinig bruin, een weinig behaard, in eene wijde, matig diepe holte.

KLEUR: geel, met eenig lichtgroen vermengd; de zonzijde goudgeel, waarop somtijds kleine bruine stippen; de vrucht is met een dun witblaauw waas overdekt.

VLEESCH: matig vast, goudgeel, zeer aangenaam zoet, voortreffelijk.

STEEN: matig groot, niet dik, bij volle rijpheid volkomen los van het vleesch.

TIJD VAN GEBRUIK: 25 Augustus-15 September; - van den eersten rang.

De BOOM groeit snel, geeft fiksche, lange, regtop groeijende, onbehaarde eenjarige takken, van eene lichtbruine, aan de schaduwzijde met groengeel gemengde kleur en met lange leden; de bladeren zijn tamelijk groot, een weinig hangend, aan de bovenzijde glanzig en aan de onderzijde wollig; de soort is uitmuntend en zeer vruchtbaar, voor hoogstamden en pyramidevorm aan te bevelen.