REIZENSTEINER GELE KWETS.

Afbeelding  10a en b,   10c en d.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

 

eizensteiner gelbe Zwetsche (Handbuch, III, S. 287; L. MÜLLER, Obstk., S. 149, No. 34 ; OBERDIECK , Anl. S. 475).
Reitzensteiner Zwetsche (Deutsches Obstcabinet, Lief. 7, Tab. I).
Geele late Kwets (SERRURIER , tweede deel, pag. 454).
Die Reizensteiner Zwetsche

 

 

AFKOMST: volgens het Handbuch door zekeren heer REIZENSTEIN uit Italië ingevoerd; wij ontvingen ze van den heer OBERDIECK.

VORM: schijnt eenigzins veranderlijk; de vrucht was bij ons meest als de afgebeelde; in het Handbuch heeft zij meer den gewonen kwetsvorm; zij loopt vooral naar den steel meer spits afgerond toe. De naad, welke de vrucht in twee ongelijke helften deelt, is bijna vlak; de stempelpunt staat scheef en meestal vlak op de vrucht.

GROOTTE: van de derde.

STEEL: van gemiddelde lengte, sterk behaard, meestal recht, somtijds iets gebogen, met eenigen roest bedekt, in eene nauwe, bijna vlakke holte.

KLEUR: als die van de afbeelding, somtijds met kleine, bruine stippen en eenige dunne roestvlekken, met een dun, wit waas bedekt.

VLEESCH: geel, vrij vast, saprijk, zeer goed.

STEEN: eerder klein dan groot, zeer plat, spits, niet volkomen los van het vleesch.

TIJD VAN GEBRUIK: laatst van September; - eene goede vrucht voor de markt en de huishouding.

De BOOM groeit hier te lande gematigd, draagt zeer mild en is voor den hoogstamden en pyramiden vorm geschikt. De zomertakken zijn recht, violetbruin , slechts hier en daar eenigzins wollig; het blad is vrij groot, vlak, glanzig, stomp gezaagd.