MENU LIJST BESSEN OORSPRONKELIJKE PLAAT

BESCHRIJVING

EIGENSCHAPPEN

 

ENGELSCHE KRUISBESSEN.

Aanwijzingen voor de kweek.

 

Wat den grond, betreft is de Kruisbessenstruik weinig kiesch; toch groeit hij 't best in een niet te vasten, aan humus rijken bodem. De ondergrond moet niet te vochtig zijn; door bemesting — 't liefst in den herfst — voorziet men den bodem van de noodige voedingsmiddelen: vergane bladeren en een weinig zand, vermengd met oude koemest.

De struik vereischt halfschaduw of eene plaats met gebroken licht. De grond moet koel zijn, daarom is eene bedekking met snoeisel, riet of stroo even als bij de Aalbessen een uitstekend middel, om den struik tot de hoogst mogelijke volkomenheid te brengen.

Men plant de struiken op een afstand van ongeveer twee meter, het best tusschen hoogstamde of halfstamde kroon-ooftboomen. Men verplant ze in den herfst of zeer vroeg in 't voorjaar, want zij ontwikkelen zich vroegtijdig.

In den vorm van struiken of kleine pyramiden brengt de kruisbes de beste vruchten voort. Om eene groote massa vruchten te verkrijgen, die dan doorgaans kleiner blijven, laat men de struiken grooter worden; in Engeland worden zij ook in den leivorm geplant en dunt men de vruchten, d. i. men laat aan ieder vrucht-takje slechts twee of drie bessen, waardoor deze dan eene meer dan gewone grootte verkrijgen. Ook plant men de struiken in den vorm van cordons rondom bedden in den moestuin; zij brengen dan mede fraaie vruchten voort.

De kruisbessenstruik draagt slechts aan éénjarig hout (twijgen), daarom moet men bij het snoeien vooral werken op de ontwikkeling van de goede, zijdelings geplaatste oogen en verwijdere men zorgvuldig al de overtollige, elkander kruisende, te dicht staande twijgen en dorre takken; de eenjarige takken worden tot eene matige lengte ingekort.

De wortelscheuten (uitloopers) worden, voor zoo verre ze niet dienen moeten ter vervanging der oude takken, zorgvuldig weggesneden; men moet de struiken om de 6—10 jaren vernieuwen, door de oude takken geheel weg te nemen en jonge krachtige worteluitloopers te behouden. De vermeerdering geschiedt door stekken en afleggen.

K. J. W. O.