King of the Pippins.
Zeer oude Engelsche appel, welke in Engeland bekend is
onder den naam King of the Pippins.
Vrucht: Middelgroot, regelmatig gevormd, in den regel iets breeder dan
hoog.
Kleur: Geelgroen, bij rijpheid oranjegeel, rood gestreept aan zonzijde.
Kelk: Groot, open, in vrij diepe kelkholte.
Steel: Dun, matig lang, ondiep ingeplant.
Vruchtvleesch: Geelachtig wit, vast, saprijk, zachtzuur met bijzonder
aroma.
Klokhuis: Normaal, goed bezet met zaden.
Gebruikstijd: October - December.
Boom groeit matig, zeer steil, vormt een kleine, smalle kroon.
Geschikt voor struikvorm. Kan veredeld op alle onderstammen.
Geeft de voorkeur aan lichten, warmen grond. Ongeschikt voor zware kleigronden
en vochtige gronden.
Bloeitijd middenvroeg.
De boom is op jeugdigen leeftijd vruchtbaar en draagt zeer regelmatig. Bij volle
dracht vruchtdunning noodzakelijk.
Is vatbaar voor kanker, schurft en bloedluis.
De Goudpearmain is geschikt voor de intensieve beplantingen, als wijker op de
lichtere gronden. Deze variëteit komt over het geheele land, doch niet
veelvuldig voor.