Volgens Rietsema (Rassenlijst voor fruit) afkomstig uit Riga, hier te lande ingevoerd door de firma Vallen te Swalmen.

Vrucht: Vrij groot, hooger dan breed.
Kleur: Lichtgroen met aan zonzijde rood gevlekt, dikwijls geheel rood met lichtere en donkere vlekken.
Kelk: Klein, gesloten, in matig diepe holte.
Steel: Kort, vrij diep ingeplant.
Klokhuis: Vrij groot, matig bezet met zaden.
Vruchtvleesch: Los, groenachtig wit, zacht zuur, matig van smaak.
Gebruikstijd: September.
 
 

Groei van den boom matig, steil. Vormt open kroon.
Geschikt voor struik op sterk groeienden onderstam.
Groeit op vrijwel iederen grond, doch voldoet het beste op lichten grond.
Vruchtbaarheid vroeg en regelmatig.
Is vatbaar voor kanker, vooral op zwaren en vochtigen grond.
De Zigeunerin is de laatste jaren vrij algemeen aangeplant. De vrucht wordt, ondanks minder goede kwaliteit, door den handel gewaardeerd vanwege haar mooie uiterlijk.