Madeleine.
In Zeeland bekend als Madeleine.
Herkomst niet nauwkeurig bekend, vermoedelijk uit West-Rusland.
Vrucht: Middelgroot, vrij gelijkmatig van vorm.
Kleur: Bleekgroen, bij rijpheid lichtgeel tot wit.
Kelk: Klein, gesloten in ondiepe kelkholte.
Steel: Vrij dun, matig lang, ondiep ingeplant.
Vruchtvleesch: Wit, zacht, matig saprijk, zacht zuur, voor den tijd van
het jaar goed van smaak, mits rijp geoogst.
Klokhuis: Vrij groot, meestal matig bezet met zaden.
Gebruikstijd: Einde Juli - begin Augustus.
Matige dessertappel.
Boom groeit matig, vormt steil opgaande kroon. Geschikt voor
struikvorm, mits veredeld op zaailing of een der sterkgroeiende onderstam
typen. Wordt ook als hoogstam hier en daar aangetroffen. Vormt dan een vrij
kleine boom.
Kan op vrijwel alle voor vruchtboomen geschikte gronden geplant worden.
Geeft echter de voorkeur aan zavel en lichte kleigrond. Niet geschikt voor
natte gronden. Eischt goed ontwaterden grond.
Bloeitijd middelvroeg. Gelijke bloeiers o.m. Schoone
van Boskoop, Groninger Kroon,
Notarisappel, Transparente de
Croncels.
Draagt vrij vlug. Geeft regelmatige oogsten, doch nooit overvloedig. Kan
over een vrij lang tijdperk geoogst worden door regelmatig de groote
vruchten uit te plukken, waardoor ook de achterblijvende vruchten normaal
uitgroeien.
Moet zeer voorzichtig geoogst worden, daar de vruchten erg gevoelig zijn. Te
vroeg geplukte vruchten blijven smakeloos.
Is zeer vatbaar voor kanker, waardoor dikwijls moeilijk goede boomen zijn te
kweeken.
Yellow transparant is veel aangeplant in het intensieve bedrijf en heeft als
een der eerstrijpende vruchten groote waarde.