Herkomst onbekend. Op de Zuid-Hollandsche Eilanden reeds lang in
cultuur.
Vrucht: Klein tot matig groot, langwerpig, peervormig, gelijkmatig van
vorm.
Kleur: Groen met roest, speciaal naar de kelk. Bij rijpheid geelgroen.
Aan zonzijde iets bruine blos.
Kelk: Groot, open, in ondiepe kelkholte.
Steel: Lang, dun, veelal gebogen.
Vruchtvleesch: Wit, saprijk, zoet, met goed aroma. De vrucht is echter
slecht houdbaar.
Gebruikstijd: November.
De boom groeit op jeugdigen leeftijd sterk en vormt op lateren
leeftijd grooten boom. Geschikt voor stamboom en struik.
Te veredelen op zaailing en kwee met tusschenveredeling.
Groeit op vrijwel elken grond.
Is niet bijzonder vatbaar voor ziekten. Verdraagt zomerbespuitingen slecht. Moet
daarom met zorg bespoten worden.
De Zwijndrechtsche Wijnpeer is zeer vruchtbaar en draagt ook op zaailing reeds
op jeugdigen leeftijd. Kan zeer groote oogst leveren en moet bij rijke dracht
gedund worden, daar anders de vruchten te klein blijven. In verband met de
vruchtgrootte is ook sterke snoei noodzakelijk. Op lateren leeftijd is deze
noodig om voldoenden groei in den boom te houden.
De peer rijpt op een gunstig tijdstip, waarop de meeste herfstperen zijn
verdwenen. Jammer dat ook deze wijnpeer zeer slecht houdbaar is en dikwijls in
het hart rot alvorens eetrijp te zijn.
De boom is de laatste jaren veel geplant. Sterke verbreiding is echter om
bovenvermelde fout minder gewenscht.