MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Schijveling, Vlaamsche Schijver.

Tijd van plukken: half October.  Tijd van rijpen: November - Januari.

Oorsprong en verspreiding. Wellicht een variëteit van Belgischen oorsprong; is vrij algemeen verspreid, vooral in het zuiden van ons land.

Vorm en grootte. De vrucht heeft een eigenaardigen, altijd te kennen vorm: plat en breed, als die van een courtpendu; is verder middelmatig groot, steeds eer klein dan groot.

Kelk en kelkholte. De kelk is vrij groot, heeft opgedroogde, verschrompelde kelkblaadjes, welke naar elkaar toegebogen zijn, zoodat de kelk gesloten is. De Kelkholte is plat, breed, zeer ondiep en regelmatig toeloopend.

Steel lang en dun, in een vrij diepe holte ingezonken.

Schil mooi glad en gaaf, met een geelgroenen ondergrond en bezet met kleine grauwe puntjes, aan de -zonzijde mooi rood gekleurd. Tegen het rijpen wordt de vrucht mooi geel.

Vleesch mooi gaaf, wit en fijn van korrel, een weinig sappig, zachtzuur van smaak met zeer weinig aroma.

Klokhuis tamelijk breed en groot, hokken goed gevormd, geregeld met kernen bezet.

Eigenschappen der vrucht. Is een uitmuntende potappel, welke ook zeer goed als handappel kan dienen voor hen, die van een zachtzuren appel houden. Om de mooie kleur en de gaafheid is het een eerste klasse marktvrucht.

Eigenschappen van den boom. Deze groeit goed, niet bijzonder sterk, maakt kort, stevig éénjarig gewas, vormt uitstekende hoog-of halfstam-kroonboomen; is altijd te kennen aan den eigenaardig plat-bolvormigen groei, als van een Brabantsche Bellefleur; is zeer vruchtbaar, draagt bijna jaarlijks en wordt op wild veredeld.

Minder goede eigenschappen van den boom. Op natte gronden heeft deze nog al last van kanker.