Comtesse de Paris.

Tijd van plukken: eind October.   Tijd van rijpen: December - Februari

Oorsprong en verspreiding. Wellicht een peer van Fransche afkomst; wij vinden echter van deze, nog betrekkelijk nieuwe variëteit nergens een beschrijving. Doordat het nog een nieuw soort is, kan de verspreiding nog niet groot zijn, toch hebben de meest bekende kweekers en vruchtenliefhebbers dit soort algemeen aangeschaft om haar goede eigenschappen.

Vorm en grootte. De Comtesse de Paris heeft een zeer mooien regelmatigen peervorm: langwerpig en vrij hoog, in het midden dik en buikig naar de kelk vrij schielijk toeloopend met een regelmatige bolle lijn, naar den steel met een min of meer holle lijn, alle vruchten opvallend gelijkvormig, bij steel en kelk gelijk en even breed afgeknot. Is van middelmatige grootte.

Kelk en kelkholte. Kelk klein, mooi rond, ondiep en open; kelkblaadjes tot een opstaand randje vergroeid, met de punten naar buiten omgebogen. Kelkholte zeer zacht en regelmatig glooiend toeloopend en zeer ondiep, zoodat de kelk bijna vlak ligt.

Steel stevig, vrij dik, eer kort dan lang, aan het einde vrij sterk verbreed, weinig vleezig, in een regelmatige holte zeer weinig ingezonken.

Schil. Zeer eigenaardig en gelijk, donkergroen, aan de zonzijde iets bruin of grauwgroen; de geheele vrucht is opvallend gelijkmatig met kleine, roestgrijze stipjes bezet, om den steel is de schil geheel roestachtig grijs, evenals bij Josephine de Malines. Tegen het rijpen wordt de schil gelijkmatig mooi geelgroen.

Vleesch. Wit of groenwit van kleur, om het klokhuis soms een weinig geelachtig en iets korrelig, goed rijp zijnde zeer saprijk en zacht met zeer veel aroma, zoet en zeer smakelijk, soms doorkruist met kleine, groene adertjes.

Klokhuis klein, soms zeer klein, niet geheel volgroeid. Sommige hokken ontbreken, alle zijn onregelmatig en spaarzaam met kernen bezet.

Eigenschappen der vrucht. Is een duurzame eerste klasse peer voor de tafel, heerlijk van smaak. Vooral als late peer (voor Januari) is het een prachtige aanwinst, ook omdat ze op een beschutte plaats, zonder tegen een muur te staan, goed rijp wordt en ook de grootte en den vorm niets te wenschen overlaten, zoodat zij ook voor markt en winkel veel waarde heeft.

Eigenschappen van den boom. Deze groeit goed, maakt mooi, doch geen bijzonder zwaar éénjarig hout, vormt mooie pyramiden met iets naar beneden gebogen takken; voor struikvorm, pyramide, en leiboom bij uitstek geschikt, op een beschutte plaats zelfs voor halfstam. Wil zoowel op wild als op kwee goed groeien. De boom is buitengewoon vruchtbaar en draagt jaarlijks, de kortgespoorde takken zijn dikwijls over de geheele lengte met vruchten behangen. Scheuten en blad zijn altijd zeer gemakkelijk te kennen aan de eigenaardige grijsgroene kleur.

Minder goede eigenschappen van den boom zijn mij niet bekend.