MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Winter Louwtje, (stoofpeer).

Tijd van plukken: einde October. - Tijd van rijpen: Januari - Maart.

Oorsprong en verspreiding. Wellicht van Hollandschen oorsprong. Hoewel deze uitmuntende stoofpeer vrijwel algemeen bekend is, vindt men haar nog lang niet algemeen genoeg aangeplant.

Vorm en grootte. De vrucht heeft een mooien peervorm, is lang en smal en van middelmatige grootte.

Kelk en kelkholte. Kelk vrij groot, open, met kleine, verdroogde kelkblaadjes. Kelkholte ondiep, zachtglooiend toeloopend.

Steel. Lang en dun, bij rijpheid wat opgekrompen.

Schil. Mooi, glad, groengeel, tegen het rijpen lichtgeel met een rood kleurtje aan de zonzijde.

Vleesch. Wit, vast, zoet, gekookt zijnde mooi rood van kleur.

Klokhuis. Vrij groot, rond, hokken meest regelmatig.

Eigenschappen der vrucht. Het is een eerste klasse stoofpeer, die op de markt steeds een flinken prijs zal opbrengen; de vrucht is mooi op het oog en uitmuntend van smaak, wordt tegen het rijpen alleen wat rimpelig om den steel.

Eigenschappen van den boom. De boom groeit middelmatig, maakt geen zwaar hout, is zeer vruchtbaar en draagt bijna jaar­lijks. De vruchten zitten goed vast, zoodat men de boomen gerust op den windkant van een boomgaard kan zetten. Hij leent zich zeer goed voor half- en hoogstam, wordt dus op wildeling veredeld.

Minder goede eigenschappen van den boom. Hij maakt soms wat slap hout, zoodat de takken in de jeugd een weinig gaan hangen, op later leeftijd gaat dit beter.