PEPER-APPEL.
Kelk: De kelkblaadjes welke niet boven den omtrek der vrucht komen, zijn open, verheven, en staan in eene tamelijk diepe groen-gele holligheid, in welke eenige plooijen kennelijk zijn. Steel: De steel die ruim 25 strepen lang, vrij dun, eenigzins gebogen, en van eene roodachtige kleur is, staat in eenen diepen kuil, in welke zich ook eenige plooijen bevinden. De kleur in, en buiten de steelholte, is onzuiver groen. Vrucht: In de helft van de maand October is de tijd dat deze appel behoort geplukt te worden, en van December tot in de maand Maart, kan zij als eene goede tafelvrucht worden gebruikt. Het vleesch is vast, en aangenaam zuur van smaak. |