CITRON DE SIRČNE.
Rassenlijst: Peren Kersen Pruimen Abrikozen Perziken.
itron de Sirčne | (KNOOP, tab. V). |
Citroen-koleurspeer | |
Vroege Hagenaar | |
Vroege Wijnpeer | |
Vroege Katelijne | |
Abraham Katelijne | |
Citroenpeer | (SERRURIER, II, pag. 252). |
Sirenen-Citroenpeer | |
Limon |
Deze variëteit moet niet verward worden met de Citron des Carmes, die meer in het buitenland bekend is, en de synoniemen draagt: Petite Madeleine enz. (Zie boven No, l).
AFKOMST: onbekend; KNOOP en SERRURIER kenden de soort; zij is dus zeer oud.
VORM: meestal regelmatig, somtijds een weinig meer stomp kegelvormig dan de afbeelding en dan naar den steel een weinig ingebogen.
GROOTTE: van de vierde; dikwijls een weinig grooter dan de afgebeelde vrucht.
KELK: klein, gesloten, fijn, kort, spitsbladerig, grauwzwart, bijna vlak geplaatst, omgeven van kleine vouwtjes.
STEEL: 0.04-0.05, dus zeer lang in verhouding van de vrucht, dikwijls echter korter dan de afgebeelde, lichtbruin met geelachtig groen, gedeeltelijk vleezig, vooral bij zijne inhechting aan de vrucht.
HUID: groenachtig geel, later meer citroengeel, met eenig lichtrood aan de zonzijde, met fijne, grauwbruine, somtijds van groene kringetjes omgevene stippen.
VLEESCH: wit, een weinig roomkleurig, niet zeer fijn, doch op het juiste tijdstip saprijk, rinsch-zoet, van een eenigzins bergamotachtigen geur.
KLOKHUIS: tamelijk groot, van vele steenkorrels omgeven; de cellen zijn klein, met kleine, lichtbruine pitten gevuld.
GEBRUIK: einde van Juli en begin van Augustus; een der vroegste peren, die nog in groengelen toestand geplukt, en zoodra het groen meer geel wordt, gebruikt moet worden, nog voordat zij zacht is; kan men een indruksel op de vrucht maken, dan is zij reeds beurs; - van den tweeden rang voor het dessert.
De BOOM groeit zeer matig, draagt spoedig en veel. De twijgen zijn slank, violetbruin, aan de schaduwzijde olijf kleurig, met vele grauwbruine stippen; de knoppen klein, spits, afwijkend, op verhevene dragers; de scheuten slank, olijfgroen; de bladeren ovaal, weinig gepunt, bijna gaafrandig, glanzig.
De soort verdient geene algemeene aanbeveling; die ze planten wil, neme ze als pyramide en ente ze niet op kwee.