CUISSE MADAME.

Afbeelding  50a,   50b,   50c.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

uisse Madame (DECAISNE, T. I; Beschrijving der vruchtsoorten, eerste reeks, No. 41).
Poire de Rives (KNOOP, tab. 5).
Poire de Fuscé
Wadelbirne (SERRURIER, 2e deel).

 

SERRURIER geeft nog het synoniem Frauenbirne op, echter ten onrechte, daar hiermee de Poire Madame wordt bedoeld. De verwarring, die in het buitenland heerscht ten opzichte van deze soort en onze Poire Madame, noopte ons de echte soort te doen afbeelden, om zoo mogelijk een einde aan die verwarring te maken.

AFKOMST: onbekend, vermoedelijk uit Frankrijk; zeker eene der eerst ingevoerde soorten en reeds sedert onheuglijke jaren hier gekweekt.

VORM: zeer standvastig.

GROOTTE: van de derde, veelal tot de vierde naderend.

KELK: open, met breede, hoornachtige kelkblaadjes, een weinig ingedrukt, van enkele vouwtjes omgeven.

STEEL: zeer lang, dun, houtachtig, aan de vrucht van eenig vleesch voorzien, somtijds aan eene zijde een weinig ingedrukt.

HUID: dun, lichtgeel, bij sterk aan de zon blootgestelde vruchten met bruinachtig rood overtogen, somtijds een weinig gestreept, met grove, grauwachtige stippen.

VLEESCH: roomkleurig, vast, brokkelig, niet zeer saprijk, rinschachtig zoet.

KLOKHUIS: klein, van vele steenkorrels omgeven, met enge cellen en middelmatige, bruinroode, dikwijls onvolkomene pitten.

GEBRUIK: September; - van den tweeden of derden rang, duurt kort.

De BOOM groeit sterk en draagt eerst op lateren leeftijd. De twijgen zijn slank, rechtop groeiend, donkerbruin met olijfkleurigen gloed, glanzig, met weinige, fijne, ronde stippen; de knoppen klein, op vrij breede dragers geplaatst; de scheuten lang, dun, glanzig bruinrood, niet wollig; de bladeren staan veelal bij drieën of vieren, zij zijn middelmatig, dun, vrij vlak, veelal rondachtig, naar den top smal en spits, half gekromd, ondiep en grof getand, zacht glanzig groen, de oudere meestal ronder; de bladstelen zijn 0.04 lang.

De boom verdient weinig aanbeveling, het meest nog als hoogstam.