Herkomst onbekend, volgens Deutschlands Obstsorten
vermoedelijk afkomstig uit Frankrijk.
Vrucht: Matig groot, breedte en hoogte vrijwel gelijk, rond de kelk zwak
geribd.
Kleur: Lichtgroen, met overwegend helder rood, regelmatig bedekt met
fijne roodbruine stippen. De gehele vrucht is met een grijs waas overdekt. Rond
de steel lichtelijk roest.
Kelk: Betrekkelijk klein, gesloten in vlakke licht geribde kelkholte.
Steel: Matig lang, dun, ondiep ingeplant.
Vruchtvlees: Groenachtig wit, droog, vrij grof, zacht zuur, weinig aroma.
Wordt zeer spoedig melig.
Klokhuis: Matig groot, redelijk met zaden bezet.
Rijptijd: Einde Juli, begin Augustus.
Boom groeit goed, meer breed dan hoog.
Geschikt voor struikvorm op diverse onderstamtypen.
De boom is vroeg en regelmatig zeer vruchtbaar.
Bloei vroeg tot middelvroeg.
Is gevoelig voor meeldauw.
Pfirsichroter Sommerapfel is in de intensieve bedrijven vrij veel
geplant.
De vroege rijptijd en mooie kleur bepalen de handelswaarde
dezer vrucht. De zeer korte houdbaarheid is een bezwaar. Mits tijdig
geoogst en direct na de oogst gebruikt, behoort deze appel tot onze
goede zomerappels.