Gewonnen door den kweeker W. Tourcine te Dreux
(Frankrijk) omstreeks
1882.
Vrucht: Middelgroot, langwerpig, peervormig.
Kleur: Bleekgroen, regelmatig bedekt met roestvlekken. Verandert bij rijpheid
weinig in kleur.
Kelk: Groot, open.
Steel: Normaal, veelal scheef ingeplant.
Vruchtvleesch: Wit, saprijk, zoet, zonder bepaald aroma. Vruchten blijven
dikwijls smakeloos.
Gebruikstijd: December - Februari.
Behoort tot onze laatste winterperen. Is
daardoor in den regel goed prijshoudend.
De boom groeit matig, vormt een meer breede dan hooge struik. Geschikt voor
struik en vormboom.
Kan veredeld worden op zaailing en kwee. Groei op kwee zwak.
Niet geschikt voor
den lichten grond, aangezien de vruchten daar niet op smaak komen.
Bloeitijd vroeg. Gelijke bloeiers o.m. Précoce de Trévoux,
Bonne Louise
d'Avranches, Beurré Hardy, St. Remy.
Is zeer vruchtbaar en ook op zaailing onderstam vroeg vruchtbaar. In den regel
moet vruchtdunning worden toegepast, opdat de vruchten tot voldoende grootte
uitgroeien. Kleine vruchten blijven in ieder geval smakeloos. Ook de groote
vruchten zijn in sommige jaren smakeloos.
Wordt weinig aangetast door ziekten.
Is vrij algemeen verspreid in de intensieve
bedrijven.
Heeft door de vroege en regelmatige vruchtbaarheid waarde voor den teler. Is een
der weinige dessertperen voor den winter, doch de smaak laat dikwijls veel te wenschen over.
Regelmatige verjongingssnoei is noodig om goed uitgegroeide vruchten te
verkrijgen.