Gewonnen door den kweeker M. Treyve te Trévoux (Frankrijk) en beschreven in
1862.
Vrucht: Middelgroot, peervormig, afgeknot bij de steel, gelijkmatig van
vorm.
Kleur: Lichtgroen met aan zonzijde roode blos, bij rijpheid geelgroen.
Kelk: Klein, gesloten, met vleezige kelkblaadjes.
Steel: Kort, vrij dik.
Vruchtvleesch: Wit, saprijk, iets gemuskeerd en rins, dikwijls
steencellen. Smaak zeer uiteenloopend.
Gebruikstijd: Eerste helft van Augustus.
Boom groeit matig en vrij breed. Geschikt voor struik en
vormboom.
Kan veredeld worden op zaailing en kwee A. Groeit ook op kwee zeer goed.
Kwee onderstam voor cordons.
Eischt goeden grond. Vrucht blijft op lichten, drogen grond in den regel te
klein.
Bloeitijd vroeg. Gelijke bloeiers o.m.: Comtesse de Paris,
Herzogin Elsa, St. Remy,
Bonne Louise d'Avranches.
Is op jeugdigen leeftijd vruchtbaar en kan jaarlijks dragen. Is weinig gevoelig
voor nachtvorst. Wegens sterke vruchtbaarheid vruchtdunning in den regel
noodzakelijk.
Is zeer vatbaar voor schurft, soms ook voor kanker. Kan bij goede
ziektebestrijding evenwel goed gezond worden gehouden.
Is zeer sterk verspreid en veel aangeplant in de intensieve bedrijven. De vrucht
is niet houdbaar, zoodat overvloedige oogsten dikwijls sterke prijsdaling tot
gevolg hebben.
Voor regelmatige oogsten is sterke verjongingssnoei noodzakelijk.