MENU RASSENLIJST

VORIGE

VOLGENDE

Court Pendu.

Tijd van plukken: eind October.   Tijd van rijpen: December - Februari.

Oorsprong en verspreiding. De oorsprong van dezen uitmuntenden appel is mij niet bekend en deze is te meer moeilijk uit te maken omdat er zoovele soorten Courtpendu's zijn. Deze appel is vrijwel algemeen bekend en verspreid; komt zelfs onder allerlei verdraaide namen voor, als karpedu, kerpedu of korpendu.

Vorm en grootte. De vorm is zeer afwijkend van de meeste andere appelvormen: zeer plat en breed, zoodat de Franschen »plat« achter den naam zetten. De vrucht bereikt een middelmatige grootte, is zelfs eer klein dan groot. Alleen op beste klei-gronden in 't Zuiden van ons land wordt de Courtpendu van iets meer dan gemiddelde grootte.

Kelk en kelkholte. De kelk is breed uitgezet en open, de kelkblaadjes zijn meest klein of weggevallen. Kelkholte niet diep doch wel breed en zacht glooiend toeloopend.

Steel kort, niet dik of vleezig, vandaar den Düitschen naam van »Königlicher Kürzstiel«, welke deze appel draagt.

Schil ruw en dof, overigens goed gaaf, enkele malen met eenige roest- of schurftplekjes. Donkergroen met aan de zonzijde een donkerbruin kleurtje; tegen het rijpen wordt de groene kleur ietwat geelachtig. Schil niet zelden wat rimpelig.

Vleesch wit, zacht, niet knappend, sappig als de vrucht op tijd

gebruikt wordt of goed bewaard is, anders wat droog en taai. Zachtzuur met veel aroma.

Klokhuis klein, plat en breed, met goed afgescheiden hokken, die vrij regelmatig met kernen zijn bezet.

Eigenschappen der vrucht. Het is een eerste klasse tafelvrucht als zij goed tot rijpheid is gekomen en goed, niet te warm, wordt bewaard, anders wordt ze spoedig slap en taai. Overigens een uitmuntende soort voor de keuken en voor ciderbereiding. Als marktappel heeft de Couret Pendu zich reeds lang een eerste plaats veroverd en is als zoodanig algemeen bekend.

Eigenschappen van den boom. Deze groeit niet sterk, maakt kort, stevig eenjarig gewas, is altijd te kennen aan zijn zuilvor-migen, gedrongen groei. Alle onderstammen zijn geschikt, echter kiest men 't liefst geen paradijs, omdat de Courtpendu toch al niet sterk groeit. De boom is goed vruchtbaar, leent zich voor hoog- en halfstam en struikvorm, wil echter 't best op kleigrond en in 't Zuiden van ons land. Hij bloeit laat, is dus zeer geschikt voor buitenkanten van boomgaarden.

Minder goede eigenschappen van den boom. Voor 't Noorden van ons land is deze soort ongeschikt; zelfs in lange zomers komen de vruchten niet voldoende tot ontwikkeling.