Hoofdmenu

Rassenlijst

Grote Plaat

Vorige tekst

Volgende tekst

GELE  ENGELSE  PIPPELING.
 


Kleur: Over de geheele oppervlakte heeft deze appel eene goudgele kleur, op welke verscheiden kaneelkleurige stippen, en streepachtige vlekjes verspreid zijn.

Kelk: De kelkblaadjes zijn klein, en zitten in eenen vrij diepen kuil, waar in fijne, en eenigzins kantige plooijen kennelijk zijn.

Steel: De steel is dun, en steekt in eene zeer diepe ronde holligheid, boven welke hij niet uitkomt; de kleur in de steelholte, en gedeeltelijk boven op de vrucht, is kaneelachtig, en verspreidt zich in streepachtige vlekken.

Vrucht: In het begin van de maand October moet deze appel worden geplukt, zij kan in November als tafelvrucht worden gebruikt, en daar toe, tot in de maanden Januarij en Februarij dienen.

Het vleesch is knappend glasachtig, en de smaak zeer aangenaam zuur.